I Waardebepaling. Artikel J5- 1. Waar in de voorgaande artikelen gesproken wordt van de waarde van de grond, wordt, behoudens in het geval dat de waarde door de gemeente raad met het oog op het vaststellen van de canon moet worden bepaald, daaronder uitsluitend verstaan de courante verkoopwaarde van de grond, zonder inbegrip van de opstal. 2. Waar gesproken wordt van de waarde van de opstal, wordt daaronder uitsluitend verstaan de courante verkoopwaarde van de opstal, zonder inbegrip van de waarde van de grond of van het in de opstal uitge oefend wordend bedrijf. Bij de schatting van de courante verkoopwaarde van de grond wordt vrijheid voorbehouden in de keuze van de gegevens, waarop de zuiverste schatting kan worden gegrond. Tot grondslag kunnen o.a. worden genomen de prijzen bij verkoop uit de hand of bij veiling onder normale omstandigheden in de laatste tijd, van gronden in de omgeving, gelijkwaardige of ongelijkwaardige, in het laatste geval met inachtneming der aan te nemen verhouding. In plaats van verkoop van gronden kan ook die van grond en opstal als één geheel worden beschouwd; dan wordt berekend het gedeelte dat ge acht moet worden voor de grond daarin te zijn begrepen. 4. Bij de schatting van de courante verkoopwaarde van de opstal wordt vrijheid voorbehouden in de keuze van de gegevens waarop de zuiverste schatting kan worden gegrond. Tot grondslag kunnen o.a. worden genomen de prijzen bij verkoop uit de hand of bij veiling onder normale omstandigheden in de laatste tijd, van panden in de omgeving, gelijkwaardige of ongelijkwaardige, in het laatste geval met inachtneming der aan te nemen verhouding. Daarna wordt berekend het gedeelte dat geacht moet worden voor de op stal daarin te zijn begrepen. 5. Is de opstal in onvoldoende staat, dan wordt genomen de waarde die hij zou hebben, na aanbrenging van de nodige herstellingen en verbetex-in- gen, onder aftrek van de kosten die daaraan zouden zijn verbonden. Moet de opstal geacht worden geen andore dan afbraakwaarde te bezitten, doordat hij dient voor een speciale niet courante bestemming en niet dan met, in vergelijking van het te vex'krijgen resultaat, oneven redig grote kosten voor een courante bestemming is geschikt te maken, of in een zodanige toestand verkeert, dat hij geacht moet woi'den OP te zijn, dan wordt de afbraakwaarde berekend. 6. De waarde van de opstal kan in geen geval worden bepaald boven het bedrag, dat de stichting ten tijde der waardebepaling zou kosten van zodanige of soortgelijke gebouwen als aanwezig zijn, vermindei'd met hetgeen daarvan in verband met hun ouderdom en de toestand, waarin zij zich bevinden, moet worden afgetrokken. 7. Voor zover de aard, inrichting, constructie, samenstelling of bouw orde van de opstal of een gedeelte daarvan is van een ten tijde der waardebepaling niet of minder gebxaiikelijk type met hoger kosten, dan wordt voor de toepassing van het vorig lid in aanmerking genomen een gebruikelijk type, daarmede het meest overeenkomende. 8. Is de waarde van de opstal volgens het 2e, 4® e" 5e lid hoger dan die bepaald volgens het 6e lid, dan wordt die, bepaald volgens liet 6e lid aangenomen. Tot grondulag kunnen o.n. worden genomen de prijzen bij verkoop uit de hand of bij veiling onder normale omstandigheden in de laatste tijd, van gronden lil de omgeving, gelijkwaardige of ongelijkwaardige, in het laatste geval met inachtneming der aan te nemen verhouding. In plaats van verkoop van gronden kan ook die van grond en opstal als één geheel worden beschouwd; dan wordt berekend het gedeelte dat geacht moet worden voor de grond daarin te zijn begrepen. 4Lii j de schatting van de courante verkoopwaarde van de opstal wordt vrij heid voorbehouden in de keuze van de gegevens, waarop de zuiverste schat ting kan worden gegrond. Tot grondslag kunnen o.a. worden genomen de prijzen bij verkoop uit de hand of bij veiling onder normale ornstandigheden in de laatste tijd van panden in de omgeving, gelijkwaardige of ongelijkwaardigein het laatste geval met inachtneming der aan te nemen verhouding. Daarna wordt berekend het gedeelte, dat geacht moet worden voor de opstal daarin te zijn begrepen. 5. Is de opstal in onvoldoende staat, dan wordt genomen de waarde, die hij zou hebben, na aanbrenging van de nodige herstellingen en verbeteringen, onder aftrek van de kosten, die daaraan zouden zijn verbonden. Moet de opstal geacht worden geen andere dan afbraakwaarde te bezitten, doordat hij dient voor een speciale niet courante bestemming en niet dan inet, in vergelijking van het te verkrijgen resultaat, onevenredig grote kosten voor een courante bestemming is geschikt te maken, of in een zoda nige toestand verkeert, dat hij geacht moet worden op te zijn, dan wordt de afbraakwaarde berekend. 6. De waardij van de opstal kan in geen geval worden bepaald boven het bedrag, dat de stichting ten tijde der waarde-bepaling zou kosten van zodanige of soortgelijke gebouwen als aanwezig zijn, verminderd met hetgeen daarvan in verband met hun ouderdom en de toestand, waarin zij zich bevinden, moet worden afgetrokken. 7. Voor zover de aard, inrichting, constructie, samenstelling of bouworde van de opBtal of een gedeelte daarvan is van een ten tijde der waarde bepaling niet of minder gebruikelijk type met hoger kosten, dan wordt voor de toepassing van het vorig lid in aanmerking genomen een gebruikelijk type, daarmede het meest overeenkomende. (i. Is de waarde van de opstal volgens het 2e, 4e en 5e lid hoger dan die bepaald volgens het 6e lid, dan wordt die, bepaald volgens het 6e lid, aangenomen. Deskundigen. Artikel 35. 1. Waar in de voorgaande artikelen sprake is van deskundigen, wordt daaronder verstaan een commissie, samengesteld uit drie leden, waarvan wordt be noemd een lid door Burgemeester en Wethouders; een lid door de wederpartij in het geschil (erfpachter of hypothecaire schuldeisers een lid door beide vorige gezamenlijk of, zo die het niet eens kunnen worden, door de rechter in het kanton Leeuwarden. 2. De samenstelling der commissie moet hebben plaats gevonden binnen twee maanden, nadat de uitspraak der deskundigen is ingeroepen, van welk beroep door Burgemeester en Wethouders onverwijld aan betrokkenen kennis wordt gegeven. Indien door hen de benoeming als bedoeld in het 1e lid niet binnen do bepaalde tijd is geschied, heeft deze plaats door de rechter in het kanton Leeuwarden. De uitspraak der commissie wordt binnen twee weken aan Burgemeester en Wethouders medegedeeld

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 373