Emancipatienota Leeuwarden. Bijl ;ge no. Ill Leeuwarden, 26 februari 1981. Aan de Gemeenteraad. Bij de behandeling van het Beleidsplan 1979-1983 hebben wij U toegezegd een not te zullen opstellen, waarin het werkveld van de emancipatie van vrouwen zou worden geïnventariseerd en waarin beleidsvoorstellen zouden worden gedaan met betrekking tot de verschillende beleidssectoren. Tegen voornoemde achtergrond is de bij deze raadsbrief behorende Emancipatie nota Leeuwarden, die U reeds is aangeboden, tot stand gekomen. Bij de voorbereiding van deze nota is ons gebleken, dat er in den lande een vrij groot aantal lokale emancipatienota's voorhanden is. Deze zijn echter veel al pgesteld vanuit de vrouwenbeweging of door fracties van politieke partijen. In tt soort nota's wordt in het algemeen naast een globale inventarisatie van all beleidssectoren en werkvelden waarop het emancipatiestreven invloed heeft of zou moeten hebben, een - soms zeer gedetailleerd - scala van wenselijkheden en mog lijkheden terzake aangereikt, zonder dat daarbij rekening wordt gehouden met de estuurlijke, juridische, financiële en andere randvoorwaarden waaraan een gemeente zich bij de realisering van voorstellen heeft te houden. Daarnaast is er een aantal gemeentelijke beleidsnota's (bijv. Amsterdam, Gro ingen, Dordrecht) waarin in het algemeen is gekozen voor een zeer globale ben lering waarbij de nadruk ligt op inventarisatie en waarin aanbevelingen vaak zee weinig concreet zijn. Wij hebben ervoor gekozen een meer uitgewerkte benadering toe te passen op en beperkt aantal terreinen en een globale verkenning op te nemen van mog: lijkheden en wenselijkheden op andere terreinen. Deze keuze is gebaseerd op .ie volgende overwegingen: 1. r moet zoveel mogelijk aansluiting worden gezocht bij de al in gang zijnde nancipatorische ontwikkelingen in onze gemeente; dat verklaart de aandacht oor de beleidssectoren die in de hoofdstukken III (Personeelsbeleid), IV Bevolkingsadministratie) en V (Emancipatieaktiviteiten) van de nota aan de orde komen; 2. r moet een beperking worden aangebracht tot die aspecten die door de ;emeentelijke overheid rechtstreeks zijn te beïnvloeden en op korte termijn erealiseerd kunnen worden, teneinde zo concreet mogelijke voorstellen e kunnen doen; 3. et feit dat emancipatiebeleid in principe doorwerkt en door dient te werken n alle beleidssectoren, maakte een brede opzet praktisch onuitvoerbaar. :et de ambtelijke ondersteuning van één tijdelijke medewerkster op één eleidssector/functionele afdeling was het, afgezien van het hierboven gestelde, eitelijk onmogelijk om voor een groot aantal sectoren met afgewogen en edetailleerde voorstellen te komen. Ten aanzien van een aantal beleidsterreinen is in hoofdstuk VI in hoofdlijnen aangegeven op welke onderdelen het emancipatiebeleid verder ontwikkeld moet worden. In oofdstuk VII zijn vervolgens voorstellen opgenomen teneinde te bereiken dat ema-cipatie geen eenmalige zaal; blijft in de vorm van de nu voorliggende nota, maa> dat het een structureel ingebouwd proces wordt. Een resumé van de in deze nota gepresenteerde beleidsvoornemens, aangevuld met ree -; genomen besluiten en maatregelen die in samenhang daarmee relevant zijn, tre; u aan in hoofdstuk VIII. Overeenkomstig Uw besluit van 3 november 1980 vormt het voorstel van mevrouw 3.van der Werf en de heer P.D. van der Wal, betrekking hebbend op de naamgeving van vrouwen, mede punt van discussie bij de behandeling van de onderhavige Emanci pate nota, met name in relatie tot Hoofdstuk IV van deze nota.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 120