In onze voorstellen is zoveel mogelijk getracht aansluiting te vinden bij de huidige gang van zaken de praktische en formele mogelijkheden terzake van de bevolkingsadministratie. Voor onze voorstellen terzake en de motivering daarvan verwijzen wij U kortheidshalve naar de bijgevoegde Emancipatienota. Ten aanzien van de aan Uw Raad toegezonden nota "Vrouwenbevrijding, een PALternatieve emancipatienota" hebt U in Uw vergadering van 16 februari j.l. eveneens besloten deze te betrekken bij dit agendapunt. Met betrekking tot deze nota merken wij het volgende op. In de "PALternatieve nota" wordt als kernpunt genoemd dat "vrouwen- bevrijdinq nagestreefd moet worden in plaats van vrouwenemancipatie" Dit vanuit de overweging dat emancipatie inhaalbeleid zou zijn, dat de bestaande maatschappelijke orde c.q. economische verhoudingen ongewijzigd zou laten. Wij zijn van mening, dat een dergelijke typering van emancipatie(beleid) onjuist is. Ook het voeren van een emancipatiebeleid zoals dat in de gemeentelijke nota wordt weergegeven, heeft consequenties voor de maatschap pelijke c.q. economische verhoudingen in de samenleving. Het eenzijdig referentiekader van waaruit het PAL tot de gedane suggesties en aanbevelingen komt, kunnen wij ook overigens niet onderschrijven. Ten aanzien van de afzonderlijke onderwerpen die in de PALternatieve nota aan de orde worden gesteld, kan de volgende tweedeling worden gemaakt: a. onderwerpen die in onze nota slechts in enkele hoofdlijnen in hoofdstuk VI aan de orde worden gesteld; b. onderwerpen die in onze nota uitgebreid en gedetailleerd worden behandeld in de hoofdstukken III en IV. ad a Het ligt in ons voornemen om de onder a bedoelde onderwerpen in de toekomst nader uit te werken. Om dit mogelijk te maken doen wij voorstellen om een structuur tot stand te brengen waarbinnen één en ander nader gestalte kan krijgen. Wij verwijzen in dit verband met name naar hoofdstuk VII van onze nota. Bij de nadere uitwerking van de aangegeven hoofdlijnen kunnen de in de "Palternatieve nota" aangedragen suggesties in de beschouwingen worden betrokken. Gelet daarop achten wij het prematuur thans verder op de hier bedoelde onderwerpen in te gaan. ad b De in onze nota in de hoofdstukken III en IV gedane beleidsaanbe velingen moeten worden gezien als uitgangspunt voor het te voeren gemeentelijk emancipatiebeleid op de daarin genoemde terreinen. De daarin vervatte voorstellen zijn niet alleen op hun inhoudelijke waarde beoordeeld, maar ook op hun realiseerbaarheid in o.m. juridisch, bestuurlijk en financieel opzicht. Tegen deze achtergrond zijn wij van mening, dat thans op basis van onze "Emancipatienota Leeuwarden" dient te worden begonnen met de uitvoering en/of nadere uitwerking in konkrete voorstellen van de daarin vervatte voornemens. Wij geven U derhalve in overweging onze nota thans als uitgangspunt te nemen. Bij de concretisering en de verdere ontwikkeling van het beleid terzake kan dan van geval tot geval worden bekeken of en in hoeverre door het PAL gedane suggesties en aanbevelingen realiseerbaar zijn en in het gemeentelijk beleid kunnen worden ingepast. In par. 7.1. van de nota hebben wij opgemerkt dat wij voornemens zijn or, indien en nadat deze beleidsnota door U zal zijn aanvaard, de uitvoering daarvan zo spoedig mogelijk ter hand te nemen. Dat betekent, dat de nodige uitvoeringsvoorstellen dan via de daarvoor geëigende weg aan de orde gesteld zullen worden. De raden en commissies die zich met de onderscheiden terreine bezighouden (en voor Personeelszaken bijv. ook de medezeggenschapscommissies en het Georganiseerd Overleg) zullen daarbij op de gebruikelijke wijze ingeschakeld worden. De nu voorliggende nota kan beschouwd worden als een eerste fase in een op emancipatie gericht proces; enerzijds wordt een aantal concrete voorstel len gedaan die op korte termijn kunnen worden uitgevoerd; anderzijds zal een aantal beleidslijnen nog nader uitgewerkt moeten worden en op langere termijn tot concrete stappen kunnen leiden. De Commissie voor Georganiseerd Overleg is over hoofdstuk III van de nota gehoord. Deze commissie kon zich met de strekking van de betreffende beleidsvoornemens verenigen en heeft enkele opmerkingen gemaakt over de uitvoering daarvan. Met deze opmerkingen zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden. Onder de vermelding dat de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden over dit voorstel is gehoord, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig het bijgaande ontwerp-besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, 3.S. Brandsma, Burgemeester. W.3.G. Reumer, Secretaris. -2-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 121