Vaststellen exploitatiekostenbedrag ex art. 55 bis der Lager-onderwijswet 1920
voor het openbaar gewoon lager onderwijs voor 1981.
Bijlage nr. 62. Leeuwarden, 5 februari 1981.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 55 bis, eerste lid van de Lager-onderwijswet 1920 moet de
gemeenteraad vóór 1 maart van elk jaar het bedrag vaststellen dat per leerling
van de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs beschikbaar wordt gesteld ter
bestrijding van de kosten, bedoeld in artikel 55, onder e tot en met h, p en r
van genoemde wet, alsmede van de kosten van instandhouding. Dit bedrag vormt de
grondslag voor de exploitatiekostenvergoedingen aan de bijzondere scholen voor
gewoon lager onderwijs.
Uit het voor U ter inzage gelegde overzicht blijkt, dat voor 1981 de kosten
voor het openbaar gewoon lager onderwijs naar raming 2.136.165,gedeeld door
3521 leerlingen is 606,69 per leerling zullen bedragen. Dit bedrag dient nog
te worden vermeerderd met een bedrag voor administratiekosten. Teneinde te voor
komen, dat in geval van tussentijdse verandering van het voorlopige minimumbedrag
voor administratiekosten door de Minister van Onderwijs en Wetenschappen dit be
drag steeds opnieuw door de Gemeenteraad moet worden vastgesteld, stellen wij U
voor het administratiekostenbedrag vast te stellen overeenkomstig het door de
Minister nader te bepalen minimumbedrag.
Ingevolge het bepaalde in artikel 103, vijfde lid van de Lager-onderwijswet
1920 verlenen Burgemeester en Wethouders op verzoek van de schoolbesturen en on
der voldoende borgstelling een vodrschot op de hun toekomende exploitatievergoe
ding ter grootte van het per leerling beschikbaar gestelde bedrag, gerekend over
het gemiddeld aantal leerlingen over het afgelopen jaar, zo nodig vermeerderd met
de verschuldigde belastingen en erfpacht.
Blijkens de bij de stukken ter inzage gelegde brief van 20 januari 1981
heeft het exploitatiekostenbedrag de instemming van de Gemeenschappelijke School
raad voor het Openbaar Kleuter- en Lager Onderwijs in de gemeente Leeuwarden.
Onder mededeling, dat de Commissie voor het Onderwijs zich met dit voorstel
kan verenigen geven wij U in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna
opgenomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
3.S. Brandsma, Burgemeester
W.3.G. Reumer, Secretaris.