Op 5 juni 1978 hebt U in principe uitgesproken, dat het juegdcentrum ter plaatse gevestigd diende te blijven door gelden te reserveren voor de ver betering van de bij Hippo in gebruik zijnde panden, teneinde de geluidhinder aldaar te verminderen. Voorts hebt U op 25 juni 1979 besloten t.b.v. het opstel len van plannen voor de verbouwing van de betreffende panden een voorberei dingskrediet beschikbaar te stellen. Omdat voor het gebied Schoolstraat e.o. een voorbereidingsbes luit gold, moesten conform artikel 50, achtste lid van de Woningwet belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld eventueel bezwaren in te dienen tegen het door de Dienst Stadsontwikkeling ontworpen plan voor de verbouwing van deze panden. Naar aanleiding van ingediende be zwaren is onderzocht of in het bouwplan in voldoende mate rekening was ge houden met het treffen van geluidisolerende voorzieningen. Dit bleek niet het geval te zijn. Wij hebben de D.S.O. daarom opdracht verstrekt een geheel nieuw bouwplan te ontwikkelen, waarin zodanige geluidisolerende bouwkundige voorzieningen worden getroffen, dat voldaan wordt aan de jongste richtlijnen van het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne. Het is ons inmiddels gebleken, dat het technisch mogelijk is een dergelijk plan te realiseren. Dit houdt wel in, dat de betrokken panden gesloopt moeten worden en hier nieuwbouw voor in de plaats komt. Wel zal ten behoeve van deze nieuwbouw het bebouwingsvlak van het pand Schoolstraat 7 tot eenzelfde diepte als die van de panden Schoolstraat 9, 11 en 13 moeten worden uitgebreid. Uit stede- bouwkundig oogpunt bestaan hiertegen geen bezwaren. Wij stellen U dan ooi voor het plan in die zin gewijzigd vast te stellen. De bezwaren inzake ge- luidoverlast zijn dus ongegrond. Met betrekking tot de bezwaren die betrekking hebben op de overlast op straat merken wij op, dat gedragingen van het publiek in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening niet kunnen worden geregeld, zodat deze be zwaren ongegrond zijn. Aan deze overlast zal in ander verband aandacht me- - ten worden geschonken. Omtrent de bezwaren die betrekking hebben op de verkeers- en parkeer - belasting merken wij het volgende op. De eind 1979 in werking getreden ver keersmaatregelen voor de binnenstad (inclusief het nieuwe parkeerregime) waarborgen naar onze mening een voldoende doorstroming in dit gebied. Boven dien zal de parkeerbehoefte van de bezoekers van Hippo en van degenen die in dit gebied werken, in de tijd gezien, vaak niet parallel lopen. In de prak tijk is gebleken, dat in dit gebied voldoende parkeerruimte is voor de be woners en meer dan voldoende voor kortparkeerders. Voor de langparkeerder zijn in de onmiddellijke nabijheid adequate voorzieningen getroffen (Oude Veemarkt en parkeerkelder Wilhelminaplein) Gelet op het vorenstaande zijn wij van mening, dat deze bezwaren ong - grond zijn. Bezwaren tegen de bestemming van de panden Willemskade 30 en 32, Zaailand 46 tot en met 52, Schoolstraat 2 en 2a en Zaailand 56 tot en met 62. Onder A hebben wij reeds aangegeven waarom het jongerencentrum Hippopo tamus in de Schoolstraat dient te worden gehandhaafd. Hierbij heeft een ba- langrijke rol gespeeld, dat een dergelijk centrum binnenstadsgebonden is, waardoor een keuze voor eventuele andere locaties zeer beperkt wordt. Eer. aantal reclamanten maakt echter bezwaar tegen het feit, dat in verband nu de verbouwing van dit jongerencentrum, in het ontwerp-plan aan de panden welke zijn gelegen op de hoeken van de Schoolstraat met de Willemskade (westzijde) en Zaailand (west- en oostzijde) geen woonbestemming is gegeven. .erdoor wordt naar hun mening de woonfunctie van dit gebied aangetast, met ls gevolg, dat er in de avonduren geen enkele sociale controle is op het traatgebeuren. Reclamanten zijn voorts van mening, dat de beide hoeken van e Schoolstraat met het Zaailand geschikt zijn als locatie voor de bouw van oningen voor één- en tweepersoonshuishoudens. Met betrekking tot deze bezwaren merken wij het volgende op. Gelet op e binnenstadsgebonden functie ervan, zijn wij van mening, dat dit jongeren- entrum past in deze omgeving. Dat neemt echter niet weg, dat met name in de nmiddellijke nabijheid toch sprake kan zijn van een conflictsituatie tussen e functie wonen en dit centrum. Op grond hiervan achten wij het juister om eze panden een andere bestemming te geven, welke meer harmonieert met de irecte omgeving. Overigens wordt elders in de stad en met name in de binnen- tad voldoende aandacht geschonken aan de totstandkoming van woningen voor én- en tweepersoonshuishoudens. Wij zijn dan ook van mening, dat de bezwaren van reclamanten ongegrond ienen te worden verklaard. 3ezwaren tegen de bestemming van het schoolplein achter de school in de Schoolstraat. Een aantal reclamanten maakt bezwaar tegen de bestemming erf (behorende bij "bijzondere doeleinden") van het schoolplein achter de school in de School- traatwelk bezwaar wordt ondersteund in een van 5 januari 1981 daterende brief van de contactgroep "Schoolstraat e.o.", waarin een reactie wordt ge- ;even op het advies dat de directie van de Dienst Stadsontwikkeling m.b.t. e tegen het ontwerp-plan ingediende bezwaren aan ons college heeft uitge bracht. Reclamanten zijn van mening, dat dit schoolplein een functie dient e krijgen als groen- en speelvoorziening. Ten aanzien van deze bezwaren merken wij het volgende op. Wij zijn van mening, dat bij een dergelijk schoolgebouw, ongeacht de functie welke hierin is ondergebracht, altijd een stuk open erf aanwezig uioet blijven. De gebruiksmogelijkheden van dit gebouw dienen naar onze me- ing optimaal in stand te worden gehouden. Het gedeeltelijk als groen- en peelvoorziening inrichten van het schoolplein biedt naar onze mening geen soulaas, omdat een dergelijke oplossing noch de functie van dit gebouw noch e speel- en groenvoorziening op voldoende wijze tot zijn recht doet komen. Overigens voldoet de aan de Schoolstraat geprojecteerde speelvoorziening ruimschoots aan de norm, welke in onze gemeente gehanteerd wordt voor speel- voorzieningen voor de jongere jeugd. Ter adstruering van ons standpunt t.a.v. het optimaal gebruik van een :ebouw als het onderhavige, hetwelk momenteel in gebruik is bij het Sociaal loger Onderwijs Friesland, merken wij op, dat het in de bedoeling ligt het gebouw te zijner tijd voor sociaal-culturele doeleinden te gebruiken. In erband hiermede zal ook zeker gebruik (moeten) worden gemaakt van het achter e school gelegen plein. Gezien het vorenstaande dienen naar onze mening de bezwaren van recla- anten ongegrond te worden verklaard. ezwaar tegen de bestemming van het erf behorende bij het pand Willemskade 22. Boomsma Beheer B.V. i.o. eigenares van het pand Willemskade 22, heeft r bezwaar tegen, dat dit perceel slechts tot een diepte van plm. 30 m. mag orden bebouwd, terwijl het perceel thans over de volle diepte is bebouwd, oor de afbraak van de achterliggende bebouwing zou naar haar mening een dnder fraai geheel ontstaan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 200