2. Wat is een wijkgezondheidscentrum? Volgens de omschrijving welke wordt gehanteerd in de "Voorlopige Stimuleringsregeling voor samenwerking in de eerstelijnsgezondheids zorg" van de ministeries van C.R.M. en Volksgezondheid en Milieu hygiëne is een wijkgezondheidscentrum: een vast samenwerkingsverband, waarin tenminste twee huisartsen, twee wijkverpleegkundigen, één maatschappelijk werkende en zo mogelijk vertegenwoordigers van andere disciplines hebben besloten om regelmatige en gestructureerde werkcontacten met elkaar te onder houden, terwijl dit samenwerkingsverband tevens beschikt over een gezamenlijke huisvesting en zich als één geheel naar de bevolking presenteert. 3. Het doel van een wijkgezondheidscentrum. Het doel van een wijkgezondheidscentrum is door het bieden van geïntegreerde eerstelijnsgezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening te komen tot een kwalitatief betere gezondheids zorg. Door integrale hulpverlening, welke tot stand komt door interdisciplinaire samenwerking, is het mogelijk om de lichamelijke en psycho-sociale aspecten van de ziekte van of aandoening bij de hulpvrager op een meer doelmatige wijze aan te vatten. Samenwerking onder één dak, wat één van de kenmerken van een wijkgezondheidscentrum is, bevordert dat hulpverleners, die dezelfde patiënten hebben, goed op de hoogte raken van de wijze van beroeps uitoefening van de medehulpverleners, hetgeen de kwaliteit van de gezondheidszorg ten goede kan komen. Een volgend belangrijk argument voor het creëren van een wijkgezondheids centrum is dat voor de wijkbewoners een wijkgezondheidscentrum in geografische zin goed bereikbaar is. In dit verband kan met name worden gedacht aan de bejaarden, die volgens het bestemmingsplan in de onmiddellijke nabijheid van het wijkgezondheidscentrum zullen worden ge huisvest. Op de lange termijn tenslotte mag worden verwacht dat als gevolg van de integrale hulpverlening minder patiënten naar de tweede lijnsgezondheidszorg zullen behoeven te worden doorverwezen. 4.1. Organisatievorm Het wijkgezondheidscentrum moet als een zelfstandige rechtspersoon kunnen functioneren en niet in de gemeentelijke organisatie worden opgenomen, omdat de eerstelijnszorg (nog) niet behoort tot de taak van het lokale bestuur. In die rechtspersoon moeten de verschillende belanghebbende organisaties en de gemeente op basis van gelijk waardigheid zijn vertegenwoordigd. Gelet op het niet-commerciële karakter van het wijkgezondheidscentrum is de stichting de meest geëigende rechtsvorm daartoe. Met betrekking tot een mogelijke samenstelling van het bestuur wordt naast de gemeente in eerste instantie gedacht aan de Leeuwarder Huisartsenvereniging, de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening, de Leeuwarder Kruis vereniging, de Stichting Federatie Gezinsverzorgingsinstellingen Leeuwarden, de Stichting Bejaardenwerk Leeuwarden en de Leeuwarder fysiotherapeuten, de afdeling Friesland van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie en twee vertegenwoordigers van de bewoners van de wijk Camminghaburen. 4.2. Dienstverband. Met betrekking tot de relatie tussen de stichting en de hulpverleners gaat de voorkeur om een aantal redenen uit naar een dienstverband. Daarnaast zullen enkele hulpverleners die al in een dienstverband functioneren door hun respectieve organisaties bij het wijkgezondheids centrum gedetacheerd worden. Voor de keuze voor een dienstverband pleiten de volgende argumenten. - van meet af aan is het streven erop gericht geweest te komen tot een zo doorzichtig en eenvoudig mogelijke constructie. Vanuit deze optiek is gekozen voor een dienstverbandrelatie omdat hier mee een eenvoudiger opzet mogelijk is dan b.v. door middel van een aantal samenwerkingscontracten. - ook vanuit psychologisch oogpunt - de hulpverleners verkeren in dezelfde positie t.o.v. het bestuur en t.o.v. elkaar - is een dienst verband belangrijk. - dienstverband biedt ook enkele financiële voordelen voor het wijkgezondheidscentrum: a. Zo is het werkzaam zijn in dienstverband in de "Voorlopige Richtlijnen inzake financiële tegemoetkoming multi-disciplinaire samenwerkingsverbanden eerstelijnsgezondheidszorg, welke beschikken over gezamenlijke huisvesting" zoals die zijn vast gesteld door de Ziekenfondsraad (ZFR), een voorwaarde om in aanmerking te komen voor vergoeding van extra tijdsinvestering welke het gevolg is van het inter-disciplinaire overleg en van de intensivering en differentiëring van werkzaamheden. b. het werkzaam zijn in dienstverband is tevens één van de voor waarden die het Ziekenfonds Leeuwarden-Sneek verbindt aan het verstrekken van een renteloze lening van 150.000, (brief van 29 augustus 1980). - met behulp van de constructie waarbij de hulpverleners werkzaam zijn in dienstverband is de realisatie van een voor iedere hulp verlener identieke doelgroep beter bereikbaar. De dienstverbandconstructie zal van toepassing zijn op de artsen, de fysiotherapeut(en) en de apotheker. Ten aanzien van de andere disciplines, t.w. het maatschappelijk werk, de wijkverpleging en de gezinszorg zal een detacheringsovereenkomst moeten worden gesloten» Tegenstanders van de dienstverbandconstructie voeren wel aan dat deze opzet het gevaar van "bemoeienis" van de kant van het Stichtings bestuur met de hulpverlening d.w.z. de wijze van beroepsuitoefening in zich bergt. Dit berust echter op een misvatting. Met betrekking tot deze "bemoeienis" moet n.l. onderscheid worden gemaakt tussen het te voeren beleid van het samenwerkingsverband enerzijds en "bemoeienis" met de beroepsuitoefening anderzijds. Ten aanzien van het te voeren beleid met betrekking tot de hulp verlening in algemene zin kan worden gedacht aan regeling van de aard en intensiteit van het overleg tussen hulpverleners, het regelen van avond- en weekenddiensten, de wijze van voorlichten van de wijk etcetera. Hier ligt inderdaad een taak voor het stichtingsbestuur Anders ligt het met betrekking tot de beroepsuitoefening door de hulp verlener. Bemoeienis van het bestuur is hier niet op zijn plaats. Hoe de hulpverlener zijn cliënt tracht te helpen, is een zaak van de desbetreffende hulpverlener. Een en ander zal echter nog nader uitgewerkt moeten worden in een door de stichting op te stellen document, dat kan worden aangeduid als "professioneel statuut". - 2 - - 3 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 207