Nr. 1515. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 5 februari 1981 (bijlage nr. 62); gelet op het bepaalde in de artikelen 55 bis, 101 en 103 van de Lager-onder wijswet 1920; voor het jaar 1981: a. het bedrag, dat per leerling van de openbare scholen voor gewoon lager onder wijs beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de kosten, bedoeld in ar tikel 55, onder e tot en met h, p en r, van de Lager-onderwijswet 1920, als mede de kosten van instandhouding (exploitatiekosten), te bepalen op 606,69; b. het bedrag ter bestrijding van de administratiekosten voor het bijzonder ge woon lager onderwijs te bepalen overeenkomstig het door de Minister van Onder wijs en Wetenschappen nader vast te stellen minimumbedrag. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. BESLUIT: Vaststellen exploitatiekostenbedragen ex art. 186, eerste lid en 189, vijfde lid, van het Besluit huitengewoon onderwijs 1967 voor het openbaar en bijzon der buitengewoon onderwijs voor 1981. Bijlage nr. 63. Leeuwarden, 5 februari 1981. Aan de Gemeenteraad. Ingevolge artikel 186, eerste lid van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967 moet de Gemeenteraad vóór 1 maart van elk jaar het bedrag vaststellen, dat per leerling van elke soort van de in dit besluit genoemde en in de ge meente bestaande openbare scholen en daarmee gelijk te stellen afdelingen in dat jaar beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de kosten, bedoeld in artikel 55, onder e tot en met h, p en r van de Lager-onderwijswet 1920 en van de kosten van instandhouding. Dit bedrag vormt tevens de grondslag van de exploitatievergoeding aan de bijzondere scholen en afdelingen van dezelfde soort. Hierbij merken wij op, dat de aan de scholen verbonden bijzondere afdelingen op grond van artikel 185, 1e lid, van genoemd besluit voor de toepassing van de onderhavige wets artikelen worden beschouwd als zelfstandige scholen van een eigen soort. De geraamde uitgaven van het openbaar buitengewoon onderwijs voor 1981 zijn opgenomen in de voor U ter inzage gelegde specificaties, waarvan de cij fers zijn ontleend aan de gemeentebegroting van dit jaar. Teneinde te voorkomen, dat in geval van tussentijdse verandering van het voorlopige minimumbedrag voor administratiekosten door de Minister van Onder wijs en Wetenschappen dit bedrag steeds opnieuw door de Gemeenteraad moet worden vastgesteld, stellen wij U voor het administratiekostenbedrag vast te stellen overeenkomstig het door de Minister nader te bepalen minimumbedrag. De kosten voor het hulppersoneel aan de diverse scholen worden afzonder lijk vergoed. Met inachtneming van het vorenstaande en op grond van de thans in de overzichten opgenomen gegevens dienen de voor 1981 per leerling beschikbaar te stellen bedragen te worden bepaald zoals vermeld in het ontwerp-besluit. Aangezien in onze gemeente geen openbare scholen voor ziekelijke kin deren en voor schipperskinderen zijn gevestigd, maar wel bijzondere scholen van deze soort, welke vallen onder de bepalingen van het Besluit buitenge woon onderwijs 1967, moet de exploitatievergoeding voor deze scholen, met toepassing van artikel 189, 5e lid, worden berekend naar het bedrag per leer ling, dat voldoende moet worden geacht voor de redelijke behoeften van in normale omstandigheden verkerende scholen. Voor de school voor ziekelijke kinderen, "De Buitenschool", wordt voor het gedeelte "onderwijskosten" voor de kernafdeling een bedrag van 2.015,29 en voor de afdeling zeer jeugdigen een bedrag van 334,29 voldoende geacht. Voor de school voor schipperskinderen, de Eben Haëzerschoolis voor het jaar 1981 het bedrag per leerling bepaald op 1.108,16; vermeld dient te worden, dat het bestuur van de Vereniging voor Protestants Christelijk Basis onderwijs voornemens is genoemde school per 1 augustus 1981 op te heffen. De uit het vorenstaande voortvloeiende kosten van het openbaar en bij zonder buitengewoon onderwijs worden in het kader van de financiële verhou ding tussen rijk en gemeente terugontvangen. Op verzoek van de schoolbesturen en onder voldoende borgstelling verle nen Burgemeester en Wethouders ingevolge artikel 194, 4e lid, van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967, een voorschot op de exploitatiekostenvergoedingen ter grootte van het per leerling beschikbaar gestelde bedrag en berekend over het gemiddeld aantal leerlingen in het afgelopen jaar.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 20