usie Wopke Eekhoffschool - Stedelijke Scholengemeenschap atheneum-havo.
Bijlage no. 139. Leeuwarden, 19 maart 1981.
Aan de Gemeenteraad.
Inleiding.
Zoals U bekend is, is in november 1979 een notitie opgesteld omtrent
de toekomstige status van de Wopke Eekhoffschool (mavo).
Mede in verband met de pensionering per 1 juli 1980 van de directeur
van deze school was er o.i. aanleiding de vraag aan de orde te stellen,
of tot samenvoeging van de Wopke Eekhoffschool en de Stedelijke Scholenge-
neenschap atheneum-havo zou moeten worden overgegaan.
Procedure.
Bedoelde notitie is om advies gezonden aan de directies, het personeel en
de oudercommissies van de beide scholen, alsmede aan de directies van de
drie overige mavoscholen en aan de rijksinspecteur belast met het toezicht
op de beide scholen. Aan de betrokkenen is gevraagd schriftelijk te
reageren
Begin december 1980 waren alle reacties ontvangen, terwijl de inspecteur bij
brief van 30 januari 1981 zijn eindadvies heeft uitgebracht.
Hieraan voorafgaande zijn met alle betrokkenen besprekingen gevoerd,
terwijl voorts mondeling overleg is gepleegd met de vakorganisaties en met de
rijksinspecteur. De verslagen van deze besprekingen, alsmede de ontvangen
adviezen en reacties liggen voor U ter inzage.
Voor een goed begrip van de problematiek is het wenselijk eerst het
onderwijsbeleidskader te schetsen, waarbinnen een en ander zich afspeelt,
alvorens de reacties te bespreken.
Onderwijskundige ontwikkelingen
Sedert de inwerkingtreding van de Wet op het voortgezet onderwijs in
1968 zijn inmiddels zo'n 12 jaar verstreken. In deze periode is gebleken,
dat de oorspronkelijke bedoelingen van de wet niet (geheel) tot hun recht
zijn gekomen.
Met name heeft de toen geïntroduceerde brugklas niet het effect opgeleverd,
dat er van werd verwacht. Er wordt daarom nu gezocht naar wegen om
de gebleken gebreken van de wet te ondervangen.
Er zijn reeds enkele experimentele middenscholen; het aantal brede
scholengemeenschappen breidt zich gestadig uit; het mavo is integraal
4-jarig geworden met de mogelijkheid van een geprofileerd eindexamen op
2 niveaus. Voorts is het l.b.o. 4—jarig geworden met een 2-jarige beroeps
voorbereidende bovenbouw. Door dit laatste - het verschuiven van de beroeps
voorbereiding naar de laatste 2 jaar - zijn de mogelijkheden tot harmonisatie
(door het gelijk maken van de lessentabellen) van de eerste leerjaren
vergroot, hetgeen voorheen vrijwel niet mogelijk was doordat de beroeps
voorbereidende vakken reeds in het eerste leerjaar werden aangeboden.
I
