No 4079-
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 19 maart 1981
(b ijlage no. 141
BESLUIT
ac de kaatsvereniging "Reits-je Him" en de korfbalvereniging "Meeuwen",
gevestigd te Lekkum,
I voor het tijdvak, eindigende op 31 december 2030, het recht van
opstal te verlenen op de, voor de houw van een clubhuis ter grootte
van plm. 116 m2 en gelegen op het sportveld te Lekkum op de bij dit
besluit behorende tekening roodomlijnd aangegeven plaats, benodigde
grond, zulks onder de volgende bedingen:
1voor het opstalrecht is generlei vergoeding, hoe ook genaamd, aan
de gemeente Leeuwarden verschuldigd;
2. de begrenzing van het perceelsgedeelte, waarvoor het recht geldt,
zal ter plaatse worden aangegeven door de landmeetkundig ambtenaar
van de Dienst Stadsontwikkeling van de gemeente Leeuwarden;
3. alle op de verlening van het opstalrecht vallende kosten, daar
onder begrepen die van de levering van een afschrift van de akte
van opstal ten behoeve van het gemeente-archief en die van de
verrichtingen van de landmeetkundig ambtenaar, bedoeld onder 2,
komen voor rekening van de opstalhoudster;
4. de opstalhoudster aanvaardt de grond in de staat en toestand, waarin
deze zich ten tijde van het passeren van de akte van opstal bevindt,
met alle. lusten, lasten, plichten, erfdienstbaarheden, enz. daartoe
van ouds' en met recht behorende; zonder dat de gemeente Leeuwarden,
behoudens terzake van uitwinning van hypotheek, jegens de opstal
houdster tot enige vrijwaring is gehouden;
5. het onderhoud van de grond en alle van de grond met opstallen ge
heven wordende en nog te heffen lasten en belastingen komen vanaf
de datum van het verlijden van de akte van opstal voor rekening
van de opstalhoudst'er
6. zonder voorafgaande toestemming van Burgemeester en Wethouders van
Leeuwarden is het verboden over te gaan tot overdracht van het op
stalrecht;
7- bij het einde van het opstalrecht op 31 december 2030 - dan wel op
een later tijdstip bij een eventuele verlenging van dit recht-
vergoedt de gemeente Leeuwarden de waarde van het door de opstal
houdster 'gestichte clubhuis; de te vergoeden waarde wordt door
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden en de opstalhoudster in
onderling overleg vastgesteld naar de staat, waarin de opstal zich
bevindt bij het einde van het opstalrecht;
indien hierover binnen een maand na dat einde géén overeenstemming
wordt verkregen, geschiedt de waardevaststelling door drie deskun
digen, waarvan binnen twee maanden na dat einde één wordt benoemd
door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden en één door de op
stalhoudster, waarna de derde door twee aldus benoemde deskundigen
wordt aangewezen binnen drie maanden na dat einde;
komen de benoelmde deskundigen niet overeen omtrent het bedrag van
de te vergoeden waarde, dan zal daarvoor worden gehouden het bedrag
van de door de deskundigen afz'onderlijk bepaalde vergoeding dat
noch het hoogste noch het laagste is;
aan de waardevaststelling door de deskundigen zijn beide partijen
gebonden;