Artikel 4. Vanneer voor de eerste-maal subsidie wordt gevraagd aan die Friese gemeente(n)waarin een nieuw uitleenpunt zal worden gevestigd, dienen de volgende bescheiden overgelegd te worden: a. een afschrift van de stichtingsactec.q. de statuten en het huis houdelijk reglement; b. een beschrijving van de organisatievorm, de werkwijze en de voor genomen activiteiten, alsmede een taakomschrijving van de mede werkers en een motivering van de wenselijk geachte personeelsfor matie in het nieuwe uitleenpunt; c. een overzicht van de financiële toestand van de Stichting, be staande uit een balans en een verlies- en winstrekening van het afgelopen boekjaar alsmede een begroting van het lopende jaar. Artikel 5. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 van de gemeenschappelijke regeling dient de Stichting vóór 1 mei bij elk der subsidiënten een door een register-accountant gecontroleerde en goedgekeurde jaar rekening over het voorafgaande boekjaar in. Artikel 6. De door de Stichting verworven en nog te verwerven werken van beel dende kunst dienen qua opvatting, techniek, onderwerp en geo grafische herkomst, zo gevariëerd mogelijk te zijn en een afspie geling van de hedendaagse kunst te vormen.. Artikel 7. Het bestuur van Stichting verdeelt de in zijn bezit en beheer zijn de werken van beeldende kunst naar rato van het bij de diverse ui t- leenpunten ingeschreven aantal deelnemers over de^diverse ui tl eer* - punten. Artikel 8. 1De zich in het bezit en beheer van de Stichting bevindende werker* van beeldende kunst, worden door het bestuur van de Stichting te gen een door hem onder goedkeuring van de subsidiënten vast te stellen vergoeding uitgeleend aan de deelnemers. 2. De deelnemers hebben de mogelijkheid om de werken van beeldende kunst te kopen. 3. Aan de deelnemers kan nimmer de verplichting worden opgelegd deel te nemen aan een huurkoopsysteem van de werken van beeldende kunst. 4. Een deelnemer die een werk van beeldende kunst wenst te kopen dient tenminste 6 maanden onmiddellijk daaraan voorafgaande als zodanig bij de Stichting te zijn ingeschreven. 5» De verkoop van werken van beeldende kunst aan de deelnemers kan alleen plaatsvinden na hiervoor verkregen toestemming van de des betreffende beeldende kunstenaar. - 3 - Artikel 9. 1. De door de Stichting ter beschikking van de deelnemers te stellen /erken van beeldende kunst moeten voldoen aan de artistieke normen van een door het bestuur van de Stichting in te stellen selectiecom missie, die in de beoordeling van de werken van beeldende kunst in haar overwegingen tevens het doel betrekt, waarvoor deze werken moeten dienen. 2. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde selectiecommissie be staat uit 15 deskundigen op het gebied van de beeldende kunst aan te wijzen door: - Gedeputeerde Staten van Friesland op voordracht van de Culturele Raad van Friesland: 2 personen; - Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden op voordracht van de Culturele Raad van Leeuwarden: 2 personen; - de gezamenlijke colleges van Burgemeester en Wethouders der overige subsidiërende gemeenten, eventueel op voordracht van hun respec tievelijke Culturele Radenen/of Commissies: 4 personen; - het bestuur van de Stichting: 1 persoon; - de bij de Stichting betrokken beeldende kunstenaars: 3 personen; - de bij de Stichting ingeschreven deelnemers: 2 personen; - de werknemers van de Stichting: 1 persoon. 3 De werkwijze van de selectiecommissie wordt door het bestuur van de Stichting bij reglement vastgesteld. 4 Het in het derde lid van dit artikel bedoelde reglement behoeft de goedkeuring van de subsidiënten. Artikel 10. 1 De door de Stichting geëxploiteerde uitleenpunten dienen onderge bracht te zijn in voor de kunstuitleen geschikte accommodaties, één ,en ander ter beoordeling van de subsidiënten. 2 Wijziging in de huisvesting van de door de Stichting geëxploi teerde uitleenpunten behoeft vooraf toestemming van de subsidiënten. Artikel 11 1 Het door de Stichting aan te stellen personeel dienrfc te beschikken over de benodigde deskundigheid met betrekking tot het artistiek, organisatorisch, administratief en financieel functioneren van de Stichting en de door haar geëxploiteerde uitleenpunten, zulks naar genoegen van de subsidiënten. 2 Yoor het aanstellen van nieuw personeel en het aanbrengen van wij zigingen in de personeelsformatie dient de Stichting vooraf toe stemming te hebhen verkregen van de subsidiënten. Artikel 12. D administratie van de Stichting dient te voldoen aan de volgende e en: a de boekhouding wordt op een overzichtelijke wijze gevoerd; t het boekjaar valt samen met het kalenderjaar; c voor alle uitgaven dienen bewijsstukken aanwezig te zijn ten name van de Stichting, waaruit de aard van de geleverde goederen of diensten duidelijk blijkt; d de stukken, waarin overeenkomsten zijn vastgelegd die financiële gevolgen voor de Stichting (kunnen) hebben, alsmede afschriften van de begrotingen en jaarrekeningen berusten op het adres waar de boek houding wordt bewaard.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 229