Hï-, 4-118. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders tn 19 maart 1981 (bijlage no. 144) BESLUIT: met 3.W. Beek, wonende te Leeuwarden, Verlengde Schrans 4-9, een overeen komst van ruiling van onroerend goed aan te gaan, waarbij: a. de gemeente Leeuwarden van 3.W. Beek in eigendom overneemt het bedrijfs- complex c.a. met ondergrond en erf, plaatselijk bekend Verlengde Schrans 55, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie B, nummer 5537, groot 1.4-09 ca, welk over te dragen onroerend goed op de bij dit besluit behorende tekening met een rode omlijning is aangegeven; b. de gemeente Leeuwarden aan 3.W. Beek in eigendom overdraagt het op de bedoelde tekening met een blauwe omlijning aangegeven perceel grond, gelegen ten noorden van en aan het onder a omschreven onroerend goed; zulks tegen betaling door de gemeente Leeuwarden aan T.W. Beek van een toe gift van 169.4-30,en voorts onder de volgende bedingen: 1. het over en weer te ruilen onroerend goed wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin aanwezig is, voorzover door de wet als onroerend aangemerkt wordende, en met alle daarop rustende erfdienst baarheden en lasten en daaraan verbonden rechten, doch vrij van huur, hypotheek en beslag en voorts het onder b.omschreven perceel in bouw rijpe toestand en vrij van fundamenten en putten; 2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van ruiling; 3. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen, welke van het over en weer te ruilen onroerend goed worden geheven, voor rekening van de nieuwe verkrijgers; 4-. partijen zijn tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens uitwinning; 5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek; de ruilovereenkomst zal echter van rechtswege zijn ontbonden, indien de door 3.W. Beek ingediende aanvragen om een bouw- en hinderwetvergunning met betrekking tot de bouw en inrichting van een vervangend bedrijfs- object op het onder b. omschreven perceel niet worden gehonoreerd; 6. de begrenzing van het onder b. omschreven perceel zal ter plaatse nader worden aangegeven door de landmeetkundig ambtenaar van de Dienst Stadsontwikkeling der gemeente Leeuwarden, waarna via ambtshalve plaatsvindende kadastrale opmeting de oppervlakte van dit perceel definitief zal worden vastgesteld, welke vaststelling geen aanleiding kan geven wegens eventueel te constateren meer of minder oppervlakte de hoogte van de te betalen toegifte te wijzigen dan wel ontbinding van de ruilover eenkomst te vorderen;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 231