rekening houdende met de aard en de omvang van de elektrische installatie. 2. In principe wordt de elektrische energie continu geleverd. Het bedrijf staat echter niet in voor de continuïteit van de levering. Indien zich omstandigheden voordoen waardoor de levering wordt of moet worden onderbroken zal het bedrijf het redelijkerwijs moge lijke doen om op de kortst mogelijke termijn de levering te her vatten. ARTIKEL 9 Beperking of onderbreking van de levering in bijzondere omstandigheden 1. Het bedrijf is bevoegd om in het belang van een goede openbare elektriciteitsvoorziening de levering te beperken, te onderbreken, het verbruik voor bepaalde doeleinden te verbieden dan wel aan de levering bijzondere voorwaarden te verbinden. 2. Tevens kan het bedrijf, indien dit naar zijn oordeel noodzakelijk of gewenst is, in verband met de uitvoering van werkzaamheden, in het belang van de veiligheid of in geval van redelijkerwijs te duchten gevaar voor schade, de levering gedurende een zo kort mogelijke tijd zo mogelijk na voorafgaande waarschuwing beperken of onderbreken. 3. Indien een verbruiker daarom verzoekt kan het bedrijf de levering tijdelijk onderbreken op nader overeen te komen voorwaarden. ARTIKEL 10 Onderbreking van de levering wegens niet-nakomlng I. Het bedrijf is bevoegd na voorafgaande waarschuwing tenzij dat om redenen van veiligheid niet van het bedrijf verlangd kan worden de levering te onderbreken, indien en zolang in enig opzicht deze algemene voorwaarden of de op grond van deze voorwaarden van toepassing zijnde voorschriften niet zijn of worden nagekomen. Een dergelijk geval kan zich onder andere voordoen indien: a. de elektrische installatie niet voldoet aan het bepaalde in of krachtens de aansluitvoorwaarden van het bedrijf; b. één of meer van de in artikel 19 van deze algemene voorwaarden genoemde verbodsbepalingen zijn overtreden; c. de verbruiker overeenkomstig het bepaalde in artikel 18 lid 1 van deze algemene voorwaarden in gebreke is een vordering ter zake van de levering dan wel een andere, daarmee verband houdende vordering die het bedrijf op hem heeft, te voldoen. 2. De in het vorige lid van dit artikel bedoelde onderbreking van de levering wordt eerst ongedaan gemaakt nadat de reden daarvoor is weggenomen en de kosten van onderbreking en hervatting van de levering, alsmede van eventueel door het bedrijf in verband hiermee geleden schade, geheel zijn voldaan. Aan de hervatting van de levering kan het bedrijf nadere voorwaarden verbinden. 3. Het gebruik door het bedrijf van zijn bevoegdheden als bedoeld in dit artikel en het vorige artikel kan niet leiden tot aansprakelijk heid van het bedrijf voor eventueel daaruit ontstane schade. ARTIKEL 11 Bepaling van de omvang van de levering 1. Het bedrijf bepaalt op welke wijze de omvang van de levering wordt vastgesteld. Geschiedt deze vaststelling door meting met behulp van een meetinrichting, dan zijn de daardoor verkregen gegevens bindend, onverminderd het bepaalde in de artikelen 13 en 14 van deze algemene voorwaarden. 2. Tenminste éénmaal per jaar wordt de stand van de meetinrichting door of vanwege het bedrijf opgenomen op een door het bedrijf te bepalen tijdstip. Het bedrijf kan echter van de verbruiker verlangen dat hij zelf de stand opneemt en deze stand op een door het bedrijf te bepalen wijze en binnen een door het bedrijf aangegeven termijn ter ken nis van het bedrijf brengt. 3. Indien het bedrijf door omstandigheden buiten zijn schuld niet in staat is de stand van de meetinrichting op te nemen of de ver bruiker niet heeft voldaan aan het verlangen van het bedrijf bedoeld in lid 2 van dit artikel, mag het bedrijf de omvang van de levering bepalen overeenkomstig het gestelde in artikel 14 lid 2 van deze algemene voorwaarden, onverminderd het recht van het bedrijf om het werkelijk geleverde alsnog vast te stellen aan de hand van de stand van de meetinrichting en dat in rekening te brengen. s ARTIKEL 12 De meetinrichting 1. De meetinrichting wordt door of vanwege het bedrijf en op zijn kosten geplaatst en onderhouden. Vervanging, verplaatsing of weg neming mag alleen door of vanwege het bedrijf geschieden. De daaraan verbonden kosten komen eveneens voor rekening van het bedrijf. Vervanging of verplaatsing is echter voor rekening van de aanvrager of de verbruiker indien de vervanging of de verplaatsing geschiedt op zijn verzoek of het gevolg is van zijn handelen of nalaten, be halve in het geval dat hij aannemelijk maakt dat dit handelen of nalaten het gevolg is van omstandigheden die hem redelijkerwijs niet zijn toe te rekenen. Bovendien is vervanging van de meetinrich ting niet voor rekening van aanvrager of de verbruiker, ook al geschiedt dit op zijn verzoek of is dit een gevolg van zijn handelen of nalaten, in het geval dat de vervanging plaatsvindt voor een onderzoek van de meetinrichting als bedoeld in artikel 13 van deze algemene voorwaarden in welk geval het bepaalde in lid 4 van dat artikel van toepassing is en in het geval dat de vervanging het gevolg is van uitbreiding of wijziging van de elektrische in stallatie. watïuurmeters (Ster. 1970 nr. 29), zoals deze normen nu luiden respectievelijk te eniger tijd zullen luiden. 4. De kosten van het onderzoek en de vervanging van de meetin richting zijn voor rekening van degene op wiens verzoek het onder zoek wordt verricht. Indien volgens het onderzoek de afwijking groter is dan is toegestaan, komen de kosten ten laste van het bedrijf. ARTIKEL 14 Gevolgen van onjuiste meting 1. Indien uit het onderzoek blijkt dat de afwijking groter is dan is toegestaan, stelt het bedrijf de omvang van de levering vast aan de hand van de uitkomst van het onderzoek. Verrekening zal plaatsvinden over de periode dat de meetinrichting onjuist heeft gefunctioneerd, doch ten hoogste over een tijdvak van vierentwintig maanden, teruggerekend vanaf het moment van het verwijderen van de ondeugdelijke meetinrichting. In geval van fraude zal echter verrekening over de volledige periode plaats vinden. 2. De aanvrager of de verbruiker draagt er zorg voor dat de meetin richting steeds goed bereikbaar is en goed kan worden afgelezen. Voorts dient hij de meetinrichting te beschermen tegen bescha digingen en tegen verbreking van de verzegeling. ARTIKEL 13 Onderzoek van de meetinrichting 1. Bij twijfel over de juistheid van de meting kunnen zowel de ver bruiker als het bedrijf verlangen dat de meetinrichting wordt onderzocht. Het bedrijf deelt de verbruiker, zo mogelijk vooraf, mee wanneer de meetinrichting voor onderzoek zal worden weg genomen. 2. Het onderzoek wordt door of vanwege het bedrijf verricht, tenzij de verbruiker een onderzoek door of vanwege het IJkwezen ver langt. 3. Voor kilowattuurmeters geldt dat deze deugdelijk zijn wanneer ze voldoen aan de normen van de IJkbeschikking betreffende kilo- 2. Indien het onderzoek geen hanteerbare maatstaf oplevert voor het vaststellen van de omvang van de levering, is het bedrijf bevoegd de omvang van de levering in het betreffende tijdvak te schatten naar de beste ter beschikking van het bedrijf staande gegevens hieromtrent, waarbij als maatstaf kan dienen: de omvang van de levering in het overeenkomstige tijdvak van het voorafgaande jaar, of de gemiddelde omvang van de levering in een eraan vooraf gaand en een erop volgend tijdvak, of een andere billijke maatstaf. ARTIKEL 15 Tarieven 1. Voor het tot stand brengen, in stand houden, uitbreiden of wijzigen van een aansluiting en voor de levering zijn de aanvrager en de verbruiker bedragen verschuldigd volgens de vergoedings regeling en/of de tarievenregeling van het bedrijf. 10 11

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 27