In Uw vergadering van 9 maart 1981 hebt U de vakatiegelden ten behoeve van de
leden van de Commissie Complementaire Arbeidsvoorziening Beeldende Kunstenaars
vastgesteld op 130,per vergadering. Een reden daartoe was, dat het
huidige presentiegeld niet geacht kan worden in redelijke verhouding te staan
tot de zwaarte van de taak en de omvang van de door de leden dezer commissie
te verrichten arbeid, terwijl de leden tevens op grond van hun deskundigheid
in de commissie zitting hebben.
Deze afwijkende bedragen zijn in het ontwerp verwerkt.
Volledigheidshalve merken wij op dat de Commissie Een Goede Raad met het
ontwerp, waarin overigens na de vergadering van de commissie nog de Raads-
beslissing van 9 maart j.l. is verwerkt, heeft ingestemd.
Wij stellen U voor de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissie
leden te wijzigen overeenkomstig bijgaand ontwerp, waarvan de toelichting voory
is bijgevoegd.
Burgemeester en Wethouders van Leeuv arden.
3.S. Brandsma Burgemeester,
W.3.G. Reumer
Secretaris.
Bijlage bij het raadsvoorstel d.d. 9 april 1981 (bijlage no. 173).
Toelichting op de ontwerp-verordening tot wijziging_van_de Verordening
geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden.
Artikel I.
In dit artikel is door middel van een algemene formule aangegeven voor het bij-
w nen van welke commissies presentiegeld wordt genoten. Dat zijn commissies
i gesteld of op grond van artikel 61 en 62 van de gemeentewet of op grond van
enig bijzonder wettelijk voorschrift. Dat wettelijk voorschrift kan ook een
verordening van de raad zijn.
Een functionele raad is ingesteld op grond van artikel 61 van de gemeentewet.
Voor het bijwonen van vergaderingen van die raad kan dus aanspraak worden
maakt op presentiegeld, evenals voor het bijwonen van een vergadering van het
asidium van een functionele raad.
V or het bijwonen van vergaderingen van door de functionele raden ingestelde
acties en commissies alsmede voor het bijwonen van vergaderingen van sub-
c mmissies, stuurgroepen en werkgroepen wordt thans geen presentiegeld genoten.
Et blijft ongewijzigd.
/Vtikel II.
it artikel behelst een correctie van de huidige verordening.
tikel III.
t is bedoeld als verduidelijking van de bestaande formulering,
et duidelijk was namelijk of het op twee na hoogste aantal vergaderingen
old voor het individuele raadslid of dat bij de bepaling van het op twee na
jogste aantal werd uitgegaan van de vergaderingen van alle raadsleden en dat
daaruit het twee na hoogste aantal werd genomen. Het laatste diende het geval
ie zijn.
A tikel IV.
Het onder 3 van dit artikel gestelde is reeds in het raadsvoorstel toegelicht,
oor wat betreft het onder 4 en 5 vermelde'wordt opgemerkt, dat ook dit in de
aadsbrief nader is toegelicht.
rtikel V.
p grond van de huidige verordening kunnen de leden van de Hogere Schoonheids-
jmmissie en de Commissie Complementaire Arbeidsvoorziening Beeldende Kunste-
aars niet in aanmerking komen voor een vergoeding van de reiskosten voor het
ezoeken van een vergadering van de commissie.
- 2 -