De uitvoering van de ruilverkaveling kan de minder-geschiktheid van de agrarische gronden aan de oostzijde verbeteren. Het argument, om de gronden in het westen agrarisch te bestemmen weegt daarom minder zwaar, Op grond van deze kanttekeningen bij het alternatieve bebouwingsvoor- stel achten wij het niet uitgesloten dat bij verdere uitwerking de hier geschetste problemen niet alle naar bevrediging tot een oplossing kunnen worden gebracht. Bij de uitwerking zal tevens gelet moeten worden op de financiële en kwalitatieve aspecten van het bebouwingsvoorstel. "PAL over Wiardaburen" Op grond van hetgeen reeds door de PAL-fractie in de raadsdiscussie op 24 novem ber 1980 is ingebracht aan ideeën over de opzet van Wiardaburen constateren wij dat uit de wisselwerking tussen Uw Raad en de opstellers van het plan reeds op kernpunten een overeenstemming is ontstaan. Wij menen dit aan de hand van het rapport "Facetten", de gegeven toelichting in de informatieve raadsvergadering en uit de inhoud van de nota "PAL over Wiardaburen" te kunnen opmaken. Voor een aantal aan de orde gestelde punten verwijzen wij kortheidshalve naar hetgeen hiervoor reeds is gesteld. Op het punt van het verband tussen de omvang van het spitsuurverkeer en de aan wezigheid van werkgelegenheid in de wijk kunnen wij nog niet tot dezelfde ge volg trekking komen, aangezien werkgelegeheid meer autoverkeer van buiten de wijk aantrekt dan er verdwijnt door de bezetting van arbeidsplaatsen voor de wi ^be volking, die dan lopend of fietsend naar het werk gaat. Daarom zijn wij het er mee eens dat deze werkgelegenheid voor een groot gedeelte direct bij de aanslui tingen op de hoofdwegen wordt geprojecteerd. De gedachten die in deze nota ontvouwd worden met betrekking tot energie en mi lieu zullen bij de uitwerking van het globaal bestemmingsplan verder ontwikkeld worden. Veranderende leefgewoonten, wel of niet noodgedwongen, zullen tot een andere opzet van de verkaveling en het gebruik van de onbebouwde gronden leiden, Samenvatting en conclusie. Ons College geeft na kennisneming van de twee uitgebrachte rapporten met bijbe horende bijlagen, en gehoord de raadsdiscussies de voorkeur aan een verdere uit werking op basis van de kwaliteiten die zijn neergelegd in rekenmodel nr. 2. Speciaal vermelden wij hierbij nog het volgende: - de mogelijkheden voor het ontwikkelen van een stedelijk gebied met recre itie- ve waarden ten noorden en oosten van Goutum; ten oosten van Goutum zou bij de uitvoering van deze ideeën op basis van het tot nu toe gevoerde overleg ca. 40 ha benodigd zijn, die bij niet-uitvot ing een goede bedrijfsgrootte voor een agrarisch bedrijf betekent; - het behoud van het agrarisch gebruik ten zuiden van het Aid Djip en inpa sing van het topografische gegeven met de zuidelijk daarvan gelegen terpresta iten; - de centrale strategische positie van het centrumgebied voor de bediening van het gehele plangebied tussen de hoofdwegen. Verder vertrouwen wij erop, dat enkele minder gewaardeerde facetten bij ver ere uitwerking tot het integratiemodel aanzienlijk verbeterd kunnen worden, met name wijzen wij hierbij op het verkeersaspect en de geluidhinder. Onde verwijzing naar de voor U ter inzage gelegde stukken en onder mededeling, dat 3 commissies voor het Grondbedrijf, Openbare Werken en voor de Ruimtelijke Orde ing omtrent dit voorstel zijn gehoord, stellen wij U voor te besluiten over snkomstig het hierna afgedrukte ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, 3.S. Brandsma Burgemeester. W.3.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 319