8. De beleidsnota als financieel toetsingskader.
De bruikbaarheid van de beleidsnota als financieel toetsingskader is niet
bestreden. Wel is de vraag gesteld, of het aanbeveling verdient de afspraak te
maken dat niet de geraamde tekorten per plangebied, maar de tekorten per ur-
gentiegroep als toetsingskader gaan fungeren. Wij menen een dergelijke af
spraak te moeten ontraden. Op het eerste gezicht lijkt het aantrekkelijk eni
ge flexibiliteit in het toetsingskader in te bouwen door tekorten ten opzichte
van de geraamde nadelige saldi in het ene gebied te compenseren met eventuele
meevallers in andere plangebieden. Bij de beoordeling per plangebied heeft men
echter geen totaaloverzicht over de stand van zaken in andere plangebieden van
de betreffende urgentiegroepzodat in wezen het toetsingskader vervaagd.
Naar onze mening dienen de thans in de beleidsnota opgenomen ramingen per
plangebied als taakstellende norm te worden beschouwd. In de opdrachten aan
projectgroepen dient dit ook uitdrukkelijk te worden vermeld. Ons inziens kan
alleen volgens deze methode worden bereikt dat ook voor de plannen in de lage
re urgentiegroepen te zijner tijd de benodigde financiële middelen beschik
baar zijn.
Teneinde een goede financiële begeleiding en kredietbewaking op het ter
rein van de stadsvernieuwing te bevorderen ligt het in ons voornemen de Advies
commissie Stadsvernieuwing uit te breiden met een medewerker van de afdeling
Financiën en Belastingen ter Secretarie.
9. Verdere gang van zaken en begeleiding.
Het zal duidelijk zijn, dat de vele financiële en andere onzekerheden op
het terrein van de stadsvernieuwing alsmede de lange periode waarop de beleids
nota betrekking heeft, het noodzakelijk maken de nota tijdig aan te passen aan
nieuwe ontwikkelingen. Naar onze mening zal het noodzakelijk zijn jaarlijks
een bijstelling van de nota te doen verschijnen, zulks eventueel gekoppeld aan
de jaarlijkse voortgangsrapportage waartoe de gemeente op grond van de Interim
Saldoregeling verplicht is. In het kader van de eerste bijstelling dient dan
tevens rekening te worden gehouden met het herwaarderingsproject "Stadsvernieu
wing" waarop wij hiervoor reeds zijn ingegaan.
Deze bijstellingen zullen jaarlijks worden voorbereid door een werkgroep,
die ressorteert onder de Adviescommissie Stadsvernieuwing en die in samenstel
ling grotendeels gelijk is aan die van de werkgroep die de onderhavige beleids
nota heeft voorbereid.
10. Conclusie.
Resumerend geven wij U, onder de mededeling dat de Commissie Ruimtelijke
Ordening over dit Raadsvoorstel is gehoord, in overweging de Beleidsnota
Stadsvernieuwing te aanvaarden als uitgangspunt voor het beleid op het geb ed
van de stadsvernieuwing. Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig he
bijgevoegde ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
U.S. Brandsma Burgemeester.
W.3.G. Reumer
Secretaris.
No. 7341
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 21 mei 1981
(bijlage nr. 206 5
BESLUIT:
e bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte Beleidsnota Stads-
ernieuwing te aanvaarden als uitgangspunt voor het gemeentelijk beleid op
et gebied van de stadsvernieuwing.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van
Voorzitter.
Secretaris.
- 6 -