w>
Préadvies inzake bezuinigingen op het gebied van de kinderbescherming.
Bi lage nr. 216. Leeuwarden, 21 mei 1981.
Aan de Gemeenteraad.
Bij brief van 16 februari 1981 heeft de Stichting voor deugd en Gezin
Friesland zich tot U gericht inzake de voorgenomen bezuinigingen van de zijde
van het Ministerie van Justitie op het terrein van de kinderbescherming. De
stichting verzoekt U in dit schrijven uit te spreken dat beperking van de hulp-
vi rleningsmogelijkheden vanuit de kinderbescherming binnen onze gemeente onaan
vaardbaar wordt geacht. Bedoelde brief heeft U op 9 maart j.l. in onze handen
g steld om préadvies. Met betrekking tot deze aangelegenheid merken wij het
v Igende op.
Voor zover de kinderbescherming een justitieel karakter draagt (civielrech-
t lijke onder toezichtstellingontheffing en ontzetting uit de ouderlijke macht
c q. voogdij), worden de op dit gebied werkzame instellingen en organisaties,
w aronder de Stichting Deugd en Gezin als voogdij-instelling, rechtstreeks ge-
s bsidieerd door het Ministerie van Justitie.
Het aantal jeugdigen dat volgens een zogenaamde vrijwillige maatregel van
k nderbescherming uit het ouderlijk huis wordt geplaatst, is de afgelopen jaren
e enwel sterk toegenomen. De uithuisplaatsingen die aldus worden gerealiseerd worden
in de praktijk aangeduid als "vrijwillige plaatsingen". Aangezien de Beginselenwet
v or de kinderbescherming deze plaatsingen niet expliciet kent en omdat het
F nisterie van Justitie niet in de kosten daarvan voorziet, komen de voogdij-
i istelli'ngen die bij vrijwillige plaatsingen worden betrokken, en waar men over
d: noodzakelijke deskundigheid beschikt om de gang van zaken met de jeugdige te
volgen en de plaatsing te begeleiden, in een knelsituatie te verkeren voor wat
1 treft hun personeelsbestand.
In de praktijk betekent dit een aanslag op het hulpaanbod voor ouders die
1e kampen hebben met ernstige opvoedingsproblemen en voor de kinderen die in de
I iel zitten. De extra inspanning die de Stichting voor Deugd en Gezin zich ja
renlang getroost heeft - in de hoop dat het Ministerie van Justitie zijn beleid
ou wijzigen - om eerdervermelde categorie ouders en kinderen toch hulp te bie-
sn, wordt nu nog verder geweld aangedaan door de ingevoerde vacaturestop. Ook
ie instellingen voor intramurale zorg, waarin de betreffende kinderen worden ge-
laatst, zien zich met een vacaturestop geconfronteerd.
Samen met de drie andere Friese kerngemeenten hebben wij het departement
an Justitie enige jaren geleden uitvoerig gewezen op de bovengenoemde proble-
atiek, zonder dat dit tot het gewenste resultaat heeft geleid.
Ook in de kring van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft men zich
ver deze materie gebogen. Men is daarbij tot de conclusie gekomen, dat het ont
reken van een rechterlijke beschikking in kinderbeschermingszaken niet tot ge-
olg behoort te hebben, dat de personen die bij een uithuisplaatsing zijn betrok-
en, waaronder de jeugdige zelf, de zorg en de bescherming van de Beginselenwet
oor de kinderbescherming moeten ontberen. Zoals men de Minister onlangs schrif-
elijk heeft doen weten, staat deze wet er volgens de V.N.G. niet aan in de weg
at voor zover nodig door de Minister maatregelen worden getroffen waardoor de
oorschriften ten aanzien van pupillen met een rechterlijke beschikking van
vereenkomstige toepassing worden in de gevallen van een vrijwillige maatregel.