Wij hebben de gemeentelijke lijst nog eens critisch doen onderzoeken en zijn
tot de slotsom gekomen dat het aanbeveling verdient een lijst van 37 objecten na
herinventarisatie opnieuw aan de Staatssecretaris voor te leggen ter herover
weging of aan deze objecten alsnog de kwalificatie 'beschermd monument' zou
kunnen worden toegekend. Aangezien herinventarisatie en documentatie de nodige
tijd vergen, is aan de Staatssecretaris verzocht de in zijn brief van
17 december 1980 toegestane termijn van drie maanden met drie maanden te
verlengen. Op 19 februari j.l. heeft de Staatssecretaris de termijn verlengd
tot 17 juni 1981.
De herinventarisatie van de hiervoor genoemde 37 objecten heeft inmiddels
plaatsgevonden. Het resultaat, dat de instemming van de Commissie Monumentenzorg
heeft verkregen, ligt voor U bij de stukken ter inzage.
Tegen de voorgenomen plaatsing van de panden Willemskade 1/3 op de ontwerp-
lijst van beschermde monumenten heeft de eigenares, de Nederlandse Bank N.V,
bezwaren ingediend bij de Staatssecretaris. Van die bezwaren zond de Bank U op
7 januari 1981 een copie, welke U eveneens in handen van ons college hebt
gesteld om preadvies.
Te dien aanzien delen wij U mede, dat de bezwaren bij de behandeling door de
Monumentenraad van de definitieve aanwijzing van de beschermde monumenten
aan de orde zullen komen, hoewel op een aanwijzing van beschermede monument r»
ex artikel 8 der Monumentenwet (voorlopige aanwijzing) nog geen officieel
beroep openstaat. Dat kan pas als de definitieve aanwijzing overeenkomstig
artikel 9 der Monumentenwet plaatsvindt. Wij zijn dan ook van mening, dat df
U gezonden copie van het bezwaarschrift van adressante voor kennisgeving kat;
worden aangenomen, temeer daar het in casu panden betreft die niet op insti'
gatie van de gemeente op de 10e aanvullende ontwerp-lijst van beschermde mos jmenten
zijn geplaatst.
Wij stellen U voor te besluiten de herinventarisatie aan de Staatssecretari. van
Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk voor te leggen met het verzoek du I
daarin bedoelde objecten alsnog als beschermd monument aan te wijzen.
Tenslotte delen wij U mede, dat de Staatssecretaris met de Monumentenraad
het totstandkomen van een gemeentelijke monumentenverordening (en de daarbi,
behorende gemeentelijke monumentenlijst) bepleit. In de Commissie Monumentenzorg j
is en zal hieraan nog nader aandacht worden besteed. Wij zijn voornemens te
zijner tijd op deze aangelegenheid bij U terug te komen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
3.S. Brandsma Burgemeester.
W.3.G. Reumer Secretaris.
Vaststelling van het uitvoeringsrapport voor het gebied Schoolstraat e.o.
Bij.age nr. 226 Leeuwarden, 21 mei 1981.
Aan de Gemeenteraad.
1. Algemeen
In Uw vergadering van 2 juni 1980 hebt U de binnenstad waarvan het plan
gebied Schoolstraat e.o. deel uitmaakt, aangewezen als stadsvernieuwings
gebied in de zin van artikel 3 van de Beschikking Geldelijke Steun Stads
vernieuwing 1977. De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Orde
ning heeft hieraan zijn goedkeuring verleend en daarbij aangegeven in
ivelk tempo hij bereid is voor de komende jaren juridische verplichtingen
aan te gaan voor de realisering van de uitvoeringsplannen die voor de
onderscheidene plangebieden kunnen worden ingediend. In het hierbedoelde
schema is het gebied Schoolstraat e.o. opgenomen voor het jaar 1981.
Inmiddels hebt U op 31 maart j.l. het bestemmingsplan Schoolstraat vast
gesteld. Thans leggen wij U het I.S.R.-uitvoeringsplan ter vaststelling
voor. Het spreekt voor zich, dat beide plannen op elkaar zijn afgestemd;
niettemin gaan wij op enkele onderdelen van het uitvoeringsplan nader in, om
dat hierin in meer concrete en directe zin is weergegeven hoe in de
toekomst het plan kan worden verwezenlijkt en welke financiële consequen
ties daaraan zijn verbonden.
II Volkshuisvesting
In het verbeteringsplan neemt het bevorderen van de functie "wonen" een
belangrijke plaats in. De uitbreiding van het aantal woningen zal minimaal
60 bedragen. Een groot deel van dat aantal, namelijk 30, kan worden
gerealiseerd op de hoek Willemskade/Westerkade in het aangekochte pak-
huizencomplex. Dit aantal is mede bepaald vanuit de financiële consequen
ties, in die zin dat tegenover de hoge aankoopbedragen een maximale
opbrengst dient te staan waardoor het saldo ook vanuit volkshuisvestings
oogpunt voor de minister acceptabel is. Een en ander is onderwerp van
discussie geweest in het gevoerde ambtelijke vooroverleg. Volledigheids
halve moet hierbij worden aangetekend dat het aantal een indicatief
karakter draagt en dat de concretisering afhankelijk is van de technische
mogelijkheden om binnen het bestaande en te handhaven gebouw een redelijk
en acceptabel bouwplan te ontwikkelen. Voor het overige zal in hoofdzaak
de bebouwing langs de Arendstraat getransformeerd worden tot woonbebouwing.
II Woonomgeving
Het gebied Schoolstraat e.o. wordt gekenmerkt door zijn schrale, weinig
verzorgde woonomgeving. In de toekomst zal de kwaliteit van de woonomgeving
verbeterd kunnen worden door naast het saneren van hinderlijke functies
en verbetering of nieuwbouw van (woon)panden openbare ruimten te verbeteren.
Hierbij wordt met name gedacht aan de straten die nauwelijks een verkeers
functie hebben (Schoolstraat en Arendstraat) en het parkeerterrein bij het
paleis van Oustitie. Voor de herinrichting van de Schoolstraat en het ter
rein tussen de Harmonie en het paleis van Dustitie wordt uitgegaan van een
- 2 -