Vaststellen van de bedragen, bedoeld in artikel 88, le lid, van de Wet op
het voortgezet onderwijs over het jaar 1977 voor:
a. gemeentelijke scholen voor M.A.V.O.;
b- de Stedelijke Scholengemeenschap voor Atheneum en H.A.V.O.;
c het Stedelijk Gymnasium;
d de Gemeentelijke Opleidingsschool voor Kleuterleidsters;
B jlage nr. 236 Leeuwarden, 21 mei 1981.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 88, le lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs
moet de gemeenteraad jaarlijks voorlopig vaststellen:
a de bedragen, die in het voorafgaande kalenderjaar zijn uitgegeven ter
zake van de exploitatiekosten voor de gemeentelijke scholen voor
M.A.V.O., de Stedelijke Scholengemeenschap voor Atheneum en H.A.V.O.,
het Stedelijk Gymnasium en de Gemeentelijke Opleidingsschool voor
kleuterleidsters
het bedrag, dat door het Rijk in dat jaar voor elk der genoemde soorten
van onderwijs beschikbaar is gesteld.
De vaststelling van dit bedrag over het jaar 1977 dient nog te
sschieden. Deze vaststelling is niet zozeer van belang voor het openbaar
enderwijs, doch wel voor het bijzonder onderwijs, aangezien, ingevolge
rtikel 88, 2e lid, van genoemde wet, de gemeente om de vijf jaar moet
spalen
de som der bedragen, bedoeld onder a, over de vijf voorafgaande jaren;
de som der bedragen, bedoeld onder b, over de vijf voorafgaande jaren;
indien de som, bedoeld onder 1, de som bedoeld onder 2, overschrijdt,
het bedrag der overschrijding, gedeeld door het gemiddelde van de
aantallen leerlingen van de desbetreffende soort van gemeentelijke
scholen over de voorafgaande vijf jaren.
Ingevolge artikel 89 van de Wet op het voortgezet onderwijs dient het
>nder 3 genoemde overschrijdingsbedrag per leerling, vermenigvuldigd met
et gemiddelde van de aantallen leerlingen van de overeenkomstige bijzondere
cholen over het desbetreffende tijdvak van vijf jaren, aan deze scholen
e worden uitgekeerd.
Laatstelijk is dit geschiedt voor het vijfjarig tijdvak 1969 tot en
>et 1973.
Met betrekking tot de in bijgevoegd concept-besluit opgenomen bedragen
ierken wij het volgende op.
De administratiekosten zijn gesplitst in twee groepen, te weten adminis-
ratiekosten welke op de scholen worden gemaakt en kosten die voortvloeien
jit het deel van de administratie, dat op de gemeentesecretarie wordt gevoerd.
Ter bestrijding van deze laatste groep, zogenaamde externe, administra
tiekosten wordt jaarlijks van het Rijk een vergoeding, bestaande uit een
)edrag per klas en een bedrag per leerling, ontvangen. Aangezien het onmoge-
ijk moet worden geacht het bedrag van de administratiekosten, die ter
secretarie voor de gemeentelijke scholen worden gemaakt, exact te bepalen,
-ijn wij er van uitgegaan, dat deze externe administratiekosten gelijk zijn
aan de terzake van het Rijk ontvangen vergoeding.
