2. bezwaarschrift van de heer L. Batema, Verlengde Schrans 45. Reclamant acht het voor de stalling van fietsen alsmede voor een eventueel toekomstig gebruik van vuilcontainers noodzakelijk, dat de percelen langs de Verlengde Schrans tussen Eysingastraat en Borniastraat van achteren bereikbaar zijn via een achter deze percelen langs lopend pad. Zijns inziens voorziet het bestemmingsplan hierin niet, reden waarom hij tegen dit onderdeel van het plan bezwaar maakt. Uit een ter inzage gelegd overzicht blijkt dat voor een groot deel var genoemde percelen op de daarbij aangegeven wijze nu reeds de mogelijkheid aanwezig is voor een toegang tot het achtererf. Voor de resterende percelen voorziet het bestemmingsplan in deze mogelijkheid. Hiermede is voor op één na (Verlengde Schrans 4-7) alle percelen de gevraagde bereikbaarheid verzekerd. Wij achten het overigens niet noodzakelijk - zelfs niet ingeval van de eventuele invoering van het gebruik van de minicontainer - dat alle percelen aan de achterzijde bereikbaar zijn. Gezien het vorenstaande dient het bezwaar van reclamant naar onze mening ongegrond te worden verklaard. 3. Bezwaarschrift van de heer 3.H. Zeilstra, Verlengde Schrans 47 De heer Zeilstra maakt bezwaar tegen het bestemmingsplan voorzover dit plan niet voorziet in de mogelijkheid tot het realiseren van een achterom voor het perceel Verlengde Schrans 4-7. Wij merken hierover het volgende op. De door reclamant gevraagde mogelijkheid is tot nu toe niet aanwezig. Het ontwerp-plan voorziet hierin evenmin. In het kader van de grondtransact e met betrekking tot de terreinen achter de percelen Verlengde Schrans 43 t/m 63 oneven nrs. was het niet mogelijk een voetpad te realiseren achter de percelen Verlengde Schrans 43 t/m 49 oneven nrs. Dit heeft tot gevolg, dat het perceel van reclamant van achteren niet ontsloten wordt. Voor de overige percelen is een oplossing aanwezig. Dit blijkt uit het ter inzage gelegde overzicht. Hiervoor hebben wij reeds aangegeven, dat wij het niet noodzakelijk ac ten, dat alle percelen achter de Verlengde Schrans een achteruitgang hebben. Wij zijn van oordeel, dat het algemeen belang i.e. het op korte termijn kunnen realiseren van de bestemming van de eerdergenoemde terreinen zwaarder weegt dan het vorenomschreven belang van reclamant. Overigens is voor reclamant in principe een oplossing aanwezig via het zij- erf van zijn buurman op perceel no. 45. Wij zijn daarom van mening, dat het bezwaar ongegrond dient te worden verklaard. 4. Bezwaarschrift van mevrouw Bunqe-VisserHuizumerlaan 73. Mevrouw Bunge-Visser maakt er bezwaar tegen, dat haar woning Huizumerlaan 73 in de toekomst zal moeten worden afgebroken voor het maken van een voetpad vanaf de Huizumerlaan naar het ten noorden daarvan gelegen gebied. Wij zijn van mening dat dit pad noodzakelijk is voor een goede verbinding van het woongebied met de noordelijk gelegen groenzone en het parkeerterrein. Voor de realisering van het pad is de keuze gevallen op het pand Huizumerlaan 73 mdat het onmiddellijk daarachter gelegen perceel reeds gemeente-eigendom s en voorts omdat de bouwkundige kwaliteit van het pand slecht is en het een vrijstaande woning betreft waardoor geen voorzieningen aan de belendende anden behoeven te worden getroffen. Gezien het vorenstaande dient het bezwaar van reclamante naar onze mening ongegrond te worden verklaard. Overigens merken wij op, dat U inmiddels in de raadsvergadering van 21 april j.l. hebt besloten het onderhavige pand aan te kopen. Tenslotte vermelden wij, dat de Raad voor de Volkshuisvesting zich met de opzet van het bestemmingsplan kan verenigen. Onder de mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening zich met dit voorstel kan verenigen, stellen wij U voor de ingekomen bezwaren ongegrond te verklaren en het bestemmingsplan "Huizum-Bornia" vast te stellen, één en ander overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp-besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, 3.S. Brandsma Burgemeester. W.3.G. Reumer Secretaris. - 2 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 429