Een ontwerp-verordening tot wijziging van de Algemene Politieverordening wordt om deze reden tevens bijgevoegd. De Commissie voor de Dienst Reiniging en Brandweer is over deze aangelegenheid gehoord. Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig de hierna afgedrukte ontwerp besluiten. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, U.S. Brandsma W.U.G. Reumer Burgemeester. Secretaris. No. 8325 a. DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN; gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 11 juni 1981 (bijlage nr. 256 gelet op het bepaalde in de artikelen 2 en 17 van de Afvalstoffenwet en de algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 17 van die wet, alsmede artikel 168 van de gemeentewet; BESLUIT: vast te stellen de volgende: verordening, regelende het zich ontdoen van huishoudelijke afvalstoffen, grof huisvuil en andere categorieën van afval stoffen, alsmede de daarmede verband houdende bescherming van het milieu (Afvalstoffenverordening gemeente Leeuwarden TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. "wet" Afvalstoffenwet (stbl. 1977, no. A55); b. "inzameldienst" de dienst bedoeld in artikel A van deze verordening; c. "weg" hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wegenverkeerswet. Artikel 2. 1. Een ingevolge deze verordening verleende vergunning of ontheffing is slechts van kracht, indien zij schriftelijk is verleend. 2. Een ingevolge deze verordening verleende vergunning of ontheffing geldt tot wederopzegging. Het orgaan, waaraan bij deze verordening de bevoegdheid is gegeven enige vergunning of ontheffing te verlenen, kan een termijn bepalen waarop de vergunning of ontheffing in ieder geval vervalt. 3. Indien het orgaan, dat bevoegd is tot het verlenen van de vereiste vergun ning of ontheffing, zelf handelt of tot het handelen opdracht heeft gegeven, wordt die vergunning of ontheffing geacht te zijn verleend. 4. De houder van een vergunning of ontheffing is verplicht deze op eerste vordering van hen, die een algemene opsporingsbevoegdheid hebben, of van hen, die belast zijn met de opsporing van overtredingen van deze verorde ning, ter inzage te geven. 5. De houder van een vergunning of ontheffing, die niet voldoet aan het vorige lid bepaalde, wordt geacht zonder de vereiste vergunning of ont heffing te handelen. 6. Waar in het derde en het vijfde lid van "handelen" wordt gesproken wordt daaronder mede verstaan "hebben" of "nalaten". Artikel 3. 1. Een in deze verordening gestelde termijn, die op zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag eindigt, wordt verlengd tot en met de eerst volgende dag, die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is. - 2 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 488