1
In hoeverre het haalbaar is een gebouwde parkeervoorziening te realiseren bij
de nieuwbouw op het terrein van de Leeuwarder Industrie- en Huishoudschool is
momenteel nog niet duidelijk. Op bovengenoemd terrein zal ook een speelvoor-
ziening voor de jongere jeugd worden gerealiseerd. Specifieke speelvoorzie-
ningen ontbreken momenteel in dit gebied.
In de groenvoorzieningen gelegen tussen de Groeneweg en de Perkstraat zal een
voetgangersverbinding worden aangelegd.
IV. Verordening Steun Bedrijven Stadsvernieuwing 1980
Aangezien de binnenstad reeds is aangewezen als stadsvernieuwingsgebied in de
zin van de V.S.B.S. kunnen de ondernemers uit het plangebied nu al een beroep
doen op de in de verordening genoemde geldelijke steunmaatregelen. In dit ge
bied zal ten gevolge van de stadsvernieuwingsplannen een drietal bedrijven
verdwijnen.
Omdat de gehele binnenstad reeds als zodanig is aangewezen behoeft het onder
havige plan niet meer als zodanig ter visie te worden gelegd.
V. Sociaal-culturele voorziening
In het aanwijzingsrapport Binnenstad is geconcludeerd dat op buurtniveau een
ruimte van 90 nf- beschikbaar moet zijn voor kleinschalige buurtgebonden acti
viteiten. Gezien de wenselijkheid van een centrale ligging van een dergelijke
accommodatie in het betreffende gebied is gekozen voor het bouwen ervan op de
hoek Muggesteeg/Kleine Hoogstraat. Aangezien op de plaats van het huidige >ro-
jectbureau binnen afzienbare tijd een andere bestemming gerealiseerd wordt,
zal in de wijkaccommodatie naast een vergader/activiteitenruimte ook een kan
toorruimte worden gerealiseerd. Dit laatste ten behoeve van de medewerkers
van het Centraal Orgaan Leeuwarden en de Stadsvernieuwingscorporatie. In ver
gelijking met het aanwijzingsrapport Binnenstad is, wanneer rekening gehouden
wordt met deze kantoorruimte, de voor de wi jkaccommodatie benodigde opperv akte
toegenomen met 90 m^.
VI. Stand van zaken met betrekking tot het bestemmingsplan
Voor het gebied Rondom de Grote Kerk is het ontwerp-bestemmingsplan 25 mei
j.l. ter visie gelegd.
Het voorbereidingsbesluit dat voor het gebied van kracht is loopt af op
19 februari 1982.
VII. Overleg met de bevolking
In hoofdstuk 10 van het uitvoeringsrapport is verslag gedaan van de wijze
waarop in overleg met de bevolking de plannen tot stand zijn gebracht.
Kortheidshalve verwijzen wij hiernaar.
VIII. Financiën
Om de in paragraaf I genoemde redenen is een onderscheid aangebracht tussen
het I.S.R.-gebied en de saneringsgebieden, de zogenaamde witte vlekken.
Sarseringsgebieden
Wij hebben voor U bij de stukken ter inzage gelegd de ramingen voor de sane
ringsgebieden. Het totale tekort sluit op 4-.690.000, dat in principe niet
onder de I.S.R. kan worden gebracht, althans voor wat betreft het Ministerie
V.R.0. Aangezien het wel een onderdeel is van het totale aangewezen stadsver
nieuwingsgebied, mag worden aangenomen dat de andere Ministeries wel hun ge
bruikelijke regelingen van toepassing zullen verklaren.
-3-
In het onderhavige geval geldt dat in het bijzonder voor het Ministerie van
Volksgezondheid en Milieuhygiëne met betrekking tot de rioleringswerken. Hier
mee is een bedrag gemoeid van circa 70.000,--. Voor het overige zal het na
delige saldo gedekt dienen te worden uit de nog aan te vragen locatiesubsidie
in de grondkosten welke aan de nieuwe woningen toegerekend worden. Het daarna
overblijvende tekort zal gedekt worden ten laste van het fonds stadsvernieuwing.
Ten opzichte van de ramingen in 1980 verschillen de huidige in negatieve zin.
Bij de eerstvolgende bijstelling van de stadsvernieuwingsnota zal hiermee re
kening worden gehouden.
I.S.R.-gebied
De raming van de kosten en opbrengsten is grotendeels gebaseerd op de gehanteer
de eenheidsprijzen van het aanwijzingsrapport Binnenstad. Het prijspeil is ge
steld op medio 1981, waarbij rekening is gehouden met een prijsstijging van
6|% per jaar ten opzichte van de prijzen per medio 1980 van het rapport Binnen
stad.
De door de Minister van V.R.0. gehanteerde korting van 15% op de eenheidsprij
zen voor verhardingen en verlichting is vooralsnog niet toegepast, aangezien
deze prijzen zijn gebaseerd op een sobere en doelmatige uitvoering. De praktijk
toont aan dat de van gemeentewege gehanteerde prijzen geenszins aan de hoge
kant zijn.
Voor een nadere specificatie verwijzen wij U kortheidshalve naar de financiële
bijlage die voor U ter inzage is gelegd.
Voor wat betreft de bijdragen van de verschillende Ministeries merken wij het
volgende op.
Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk
Ten behoeve van het realiseren van een sociaal-culturele voorziening is een bij
drage van het Ministerie van C.R.M. geraamd ten grootte van 24-3.34-5, zijn
de 75% van de investeringskosten.
De bijdrage van C.R.M. ten behoeve van de restauratie van monumenten en beeld
bepalende panden is geraamd op 54-0.000,
Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne
De kosten van de rioleringswerken worden door het Ministerie van Vomil volledig
vergoed. In het onderhavige gebied is de bijdrage van dit Ministerie geraamd
op 1.308.4-89,Abusievelijk zijn in het uitvoeringsrapport de kosten ten be
hoeve van de aanleg van riolering in Pottebakkersplaats en Kromme Oat buiten
beschouwing gelaten. Dit zijn kosten welke nog gemaakt moeten worden in de
zogenaamde "witte vlekken".
Bij de aanwijzing heeft de Minister twee bedrijven in het onderhavige gebied
als milieuhinderlijk aangemerkt.
Ministerie van Economische Zaken
Op grond van de Kaderregeling Steun Bedrijven Stadsvernieuwing is de uitvoering
van de steunmaatregelen voor bedrijven in stadsvernieuwingsgebieden aan de ge
meente opgedragen. Om deze reden is het niet noodzakelijk een raming van de
kosten te geven die bij de goedkeuring van het plan worden geclaimd.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Op het terrein van verkeer en vervoer zijn in het gebied geen bijzondere werken
uit te voeren; van het Ministerie van V. en W. is derhalve geen bijdrage te
verwachten.
-2-