Aanwijzing tot stadsvernieuwingsgebied van en vaststellen van het uitvoerings plan voor Camstraburen-Zuid Bijlage no. 260. Leeuwarden, 11 juni 1981. Aan de Gemeenteraad. De toekomstige ontwikkeling van het gebied Camstraburen-Zuid is vanaf 1974 meerdere malen onderwerp van discussie geweest in Uw vergaderingen. In het bijzonder de wens van het gemeentebestuur, doch evenzeer van de provinciale overheid om in Leeuwarden wetenschappelijk onderwijs van de grond te krijgen, speelde en speelt in dit verband de grootste rol. Aan het in 1976 vastgestelde bestemmingsplan is bij Koninklijk Besluit van 16 augustus 1979, no. 45 algehele goedkeuring onthouden, omdat de gehanteerde prognoses met betrekking tot de grondreservering voor onderwijsdoeleinden onvoldoende hardheid bevatten om daarmee met name de bedrijven in dat gebied weg te bestemmen. Dit ondanks het feit, dat in de voorbereidende fase van onderwijszijde een ruimtebehoefte was gesteld, die in overeenstemming was met dat bestemmingsplan. Tijdens de goedkeuringsprocedure werd de claim echter door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen niet voldoende gesteund. Een directe consequentie van het onthouden van goedkeuring bleek het achterwege blijven van toepassing van het Besluit Bijdragen Reconstructie- en Saneringsplannen hetgeen grote financiële risico's voor de gemeente inhoudt, temeer daar inmiddels verscheidene aankopen zijn gepleegd. Over dit aspect, alsmede over de ruimtebehoefte voor de verdere ontwikkeling van het wetenschappelijk onderwijs en het hoger beroepsonderwijs in Leeuwarden is meerdere malen van gedachten gewisseld met het provinciaal bestuur en de verantwoordelijke bewindslieden. Uit dat overleg is de conclusie getrokken dat het van toepassing verklaren van de Beschikking Geldelijke Steun Stads vernieuwing 1977, de zogenaamde I.S.R. het meest geschikt is om aan de gerezen problemen het hoofd te bieden. Om dit mogelijk te maken is aanwijzing tot stadsvernieuwingsgebied nodig, alsmede de vaststelling van een herindelingsplan waarin concreet staat aangegeven wat de komende jaren in het gebied moet worden gedaan om de gewenste toekomstige ontwikkeling te realiseren. Ter uitvoering hiervan bieden wij U thans ter vaststelling het uitvoerings plan aan. In dit rapport is in ruime mate aandacht geschonken aan hetgeen zich in de afgelopen jaren afgespeeld heeft rond dit gebied. Wij mogen hiernaar kortheidshalve verwijzen evenals naar de inhoudelijke kant van het voorgestelde plan voorzover hierop in het onderstaande niet wordt ingegaan. In globale termen verschilt het nieuwe conceptplan in stedebouwkundige zin principieel weinig van het in 1976 vastgestelde plan. De motieven die hieraan ten grondslag liggen worden in Hoofdstuk 4 van het rapport verwoord. Het volkshuisvestingsaspect in de vorm van de bouw van nieuwe (kleine woningen) heeft meer ruimte gekregen, terwijl de verplaatsing van één der grote bedrijven achterwege is gelaten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 501