Ook in het nieuwe plan speelt de ruimtebehoefte voor onderwijsdoeleinden een belangrijke rol. Zie in dit verband paragraaf 4.2. van het rapport. De opgestelde prognose hebben wij inmiddels bij brief van 13 april 1981 aan de staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen meegedeeld. Hoewel wij nog geen antwoord hebben ontvangen, mag gelet op de met hem gevoerde gesprekken, worden aangenomen dat de berekende ruimtebehoefte het vereiste realiteits karakter heeft. In het plan wordt echter wel een wijzigingsbevoegdheid voorbehouden, indien onverhoopt de behoefte aan onderwijsterreinen lager uitvalt. Bestemmingsplan In het meergenoemde Koninklijk Besluit van 16 augustus 1979, no. 45, is bepaald dat de raad binnen twee jaar na verzending van het K.B. een nieuw pia dient vast te stellen overeenkomstig het bepaalde in artikel 30 Wet op de Ruimtelijke Ordening. Dit betekent dat uiterlijk 26 september 1981 het herziene plan moet zijn vastgesteld. Uit practische overwegingen, zulks ter voorkoming van dubbel werk is in overleg met het College van Gedeputeerde Staten besloten eerst de vast stelling van het onderhavige I.S.R.-plan af te wachten. Op basis hiervan zal dan het bestemmingsplan worden opgesteld. Inmiddels hebben wij Gedeputeerde Staten verzocht de termijn met zes maanden te verlengen, omdat het reëel is te veronderstellen dat genoemde datum wordt overschreden en hierdoor de voorbereidingsbescherming eindigt. Wij zullen er op toezien dat het bestemmingsplan binnen de verlengde termijn wordt vastgesteld. Verordening Steun Bedrijven Stadsvernieuwing (V.S.B.S.). Wij stellen U voor de V.S.B.S. van toepassing te verklaren, door overeen komstig artikel 6 van deze verordening het onderhavige gebied tot stadsver nieuwingsgebied aan te wijzen. In het gebied zijn immers enkele bedrijven gelegen, die mogelijkerwijs een beroep kunnen doen op de in de V.S.B.S. begrepen steunmaatregelen. Aangezien wij het voornemen hadden U dit voorstel te doen, hebben wij de voor geschreven procedure in acht genomen door hiervan melding te maken in de plaatselijke dagbladen en door de ondernemers in de gelegenheid te stellen hun mening kenbaar te maken via een informatie-avond en schriftelijk van hun inzichten blijk te doen geven gedurende 30 dagen. Van dit laatste is in een drietal gevallen gebruik gemaakt. Wij zullen de ontvangen reacties hieronder weergeven. Ten aanzien van de vaststelling van de periode, gedurende welke de geldigheid van het aanwijzingsbesluit van kracht is (artikel 7 V.S.B.S.) geven wij U in overweging deze te bepalen op de duur van de verwachte uit voering, in casu tot 1 januari 1986. Overleg met de bevolking. In afwijking van de gebruikelijke gang van zaken hebben wij de voor bereiding niet doen plaatsvinden via een project- en contactgroep. De reden hiervoor is, dat inhoudelijk gezien het plan weinig of geen wijziging zou ondergaan ten opzichte van het in 1976 vastgestelde bestemmingsplan, dat wel op de omschreven wijze is ontstaan. - 3 - Daarentegen zijn alle belanghebbenden uitgenodigd voor een bijeenkomst, waar de nodige informatie is verstrekt. Het verslag van deze bijeenkomst is voor U bij de stukken ter inzage gelegd. Bovendien is een ieder gedurende een termijn van 30 dagen waarop het ontwerp-plan ter visie is gelegd in de gelegenheid gesteld schriftelijk een reactie te geven, zodat een parallele procedure is gevolgd als voorgeschreven in de V.S.B.S. Wij hebben een viertal schriftelijke reacties ontvangen, die in het onderstaande zullen worden behandeld. Ontvangen reacties. De ontvangen reacties zijn van: a. Mr. B.D. van Raay, 3. Nieuwenhuis en T. Dijkstra, mede namens een aantal ondertekenaars allen wonende aan de Spanjaardslaan; b. P. Poelsma, Dokkumertrekweg 23; c. oliehandel v/h Zijlstra en Co, Dokkumertrekweg; d. Houthandel van Driesum B.V., Dokkumertrekweg. Sub a. Mr. B.D. van Raay c.a. Adressanten maken in het bijzonder bezwaar tegen de reconstructie van de Spanjaardslaan nadat de Rengerslaan is aangelegd. Het technische ontwerp gaat er namelijk vanuit dat voor de aanleg van een vrijliggend fietspad, inkorting en verlegging van het trottoir, alsmede de aanleg van parkeerhavens een klein gedeelte van de voortuinen van de woningen langs de Spanjaardslaan verworven moet worden. Gesteld wordt dat dit een aanzienlijke waardedaling van de woningen tot gevolg zal hebben en dat zij dan ook nooit in der minne bereid zullen zijn hieraan medewerking te verlenen. Daarenboven achten zij de gekozen oplossing overbodig. Het fietsverkeer behoeft niet langs de Rengerslaan te worden geleid doch kan beter worden afgewikkeld langs de Dokkumer Ee; en ook kan de Delsumerstraat beter worden aangewezen als ontsluitingsweg voor het Bilgaard in plaats van de Rengerslaan. Door dit laatste te doen, ontbreekt de noodzaak tot een zo grootschalige reconstructie en kan de verkeerslichteninstallatie ook achterwege blijven, waardoor voor de woningen Spanjaardslaan 13-17 wel parkeer plaatsen gemaakt kunnen worden. De nieuwe plaatsen op het aan te leggen parkeerterrein liggen naar hun oordeel veel te ver weg. Verder wordt nog als formeel bezwaar aangevoerd dat de recon structie wijzigingen moet brengen in het bestemmingsplan Transvaalwijk en dat nu wordt thans niet voorgesteld. De bouw van een kantoorflat wordt eveneens onjuist geacht, gezien de ongeving en de belemmering van het uitzicht. Tot slot wordt in overweging gegeven de uitrit van de Singelstraat naar de Spanjaardslaan te verbreden "door verwijdering van de nutte loos geplaatste en belachelijke houten palen die zeer lelijk zijn". Dit zou dan tevens een goéde gelegenheid zijn meer parkeerhavens te maken in de Singelstraat. - 2 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 502