- k -
Wij willen bij dit bezwaarschrift het volgende opmerken. Door de
vaststelling van het Verkeersstructuur- en uitwerkingsplan is tevens
de noodzaak tot de aanleg van de Rengerslaan bepaald. In dat verband kan
nog worden vermeld, dat deze weg naast de reeds bestaande Oelsumerstraat
dringend nodig is voor de ontsluiting van het Bilgaard en dat het, in
tegenstelling tot wat adressanten willen doen vermoeden niet gaat om
een keus uit één van beide maar om een combinatie. Ook zal de Rengers
laan het gebied zelf op afdoende wijze moeten ontsluiten. In beide
gevallen is de aanleg van vrijliggende fietspaden noodzakelijk
en gezien vanuit de structuur van de fietsverbindingen in de stad
onmisbaar.
De noodzaak tot de aanleg van een verkeerslichteninstallatie zal in de
praktijk dienen te blijken aan de hand van de verkeersintensiteit en
-veiligheid. Het zal duidelijk zijn dat bij de reconstructie reeds
direct technische voorzieningen getroffen moeten worden om die plaatsing
t.z.t. mogelijk te maken. Overigens willen wij er op wijzen dat de aan
leg van een dergelijke installatie niet primair en alleen voortvloeit
vanuit de positie van het fietsend verkeer, doch het totaal van ver
keersbewegingen, zoals die redelijkerwijs verwacht mogen worden op een
plaats waar twee wegen uit de binnenstedelijke hoofdstructuur elkaar
kruisen. Gelet op de noodzaak op zeer korte termijn tot de aanleg te
kunnen overgaanhetgeen met zich meebrengt, dat de vrijwillige mede
werking vereist is der eigenaren wier gedeeltelijke eigendom nodig is,
hebben wij de Dienst Stadsontwikkeling verzocht het ontwerp zodanig aan
te passen dat de reconstructie zich kan afspelen binnen de huidige
openbare ruimte. Hiermee is naar ons oordeel tegemoet gekomen aan de be
zwaren van adressanten. Het gewijzigde ontwerp zal U binnenkort ter goed
keuring worden voorgelegd. Ten aanzien van de parkeersituatie willen
wij nog opmerken, dat ook in de reconstructieplannen voorzien is in
parkeerplaatsen in de lengterichting van de rijbaan en in dat opzicht
weinig of geen verslechtering optreedt ten opzichte van de bestaande
situatie. Overigens ligt het nieuwe parkeerterrein in Camstraburen-Zuid
naar ons oordeel niet te ver weg, zeker niet indien dit vergeleken
wordt met andere situaties in onze stad.
Het formele bezwaar van adressanten, dat de reconstructie in
strijd is met het bestemmingsplan Transvaalwijkdoch dat geen wijzigines
voorstellen zijn ingediend, kunnen wij niet onderschrijven.
Het uitvoeringsplan, dat thans voor U ligt, wil namelijk niet anders
weergeven dan de concrete op de uitvoering gerichte maatregelen.
Het treedt echter geenszins in de plaats van de gewone in de Wet op de
Ruimtelijke Ordening voorgeschreven procedures. Indien voor de werke
lijke uitvoering een bestaand bestemmingsplan aanpassing behoeft, dan
zullen de daarvoor voorgeschreven procedures in acht genomen moeten
worden.
In dat kader krijgen de belanghebbenden alle gelegenheid hun bezwaren
naar voren te brengen.
Het aangevoerde bezwaar tegen de geplande kantoorbouw kunnen wij
evenmin onderschrijven. Er is immers geenszins sprake van een groot
schalige bebouwing, doch van een voorziening tot maximaal een hoogte
van 12 meter. Dit en de grote afstand tussen de bestaande bebouwing
langs de Spanjaardslaan kan naar ons oordeel in het geheel niet leiden
tot een onaanvaardbare situatie. Bovendien is een dergelijke functie
hier zeker op z'n plaats gezien de toekomstige bebouwing
van het achterliggende gebied en de aanleg van de Rengerslaan. Deze
vragen om een stedebouwkundige begeleiding van deze hoek.
De opmerkingen met betrekking tot de Singelstraat achten wij tenslotte
irrelevant, aangezien dit noch direct noch indirect verband houdt
met het onderhavige uitvoeringsplan.
Bovendien is de inrichting van deze straat genoegzaam overwogen
in het raam van het rehabilitatieplan Transvaalwijk.
Resumerend zijn wij van oordeel, dat aan het bezwaar tegen aankoop
van de tuinstrook tegemoet kan worden gekomen, doch dat overige
bezwaren ongegrond dienen te worden verklaard.
iub. b. P. Poelsma, Dokkumertrekweq
Ook thans blijft adressant van oordeel, dat verplaatsing van
zijn bedrijf achterwege dient te blijven, aangezien de noodzaak daartoe
ontbreekt. Voorgesteld wordt de geprojecteerde flat in westelijke
c.q. noordwestelijke richting op te schuiven evenals de doorgetrokken
Keimpemastraat die in een keerlus kan eindigen dan wel aangesloten
wordt op de Rengerslaan.
Sub. c. Oliehandel v/h Zijlstra en Co.
Dit bezwaarschrift is inhoudelijk gezien gelijk aan het onder
sub. b. genoemde. Nu er geen sprake is van feitelijke hinder zoals
geluidsoverlast of stank is de noodzaak tot verplaatsing ook niet
aanwezig. Het gehanteerde argument dat verplaatsing gewenst is vanwege
het visueel ruimtelijke aspect wordt geenszins gedeeld. In tegendeel
in de wens tot handhaving van de kleinschaligheid past dit bedrijf
zeer wel.
Sub. d. Houthandel van Driesum B.V.
Met voldoening wordt kennisgenomen van het voornemen het bedrijf
te handhaven en ingegaan wordt op de suggestie van het bedrijf het
geheel een kwartslag te draaien.
De concrete uitwerking wordt echter niet juist geacht, omdat het
toekomstige bedrijfsterrein kleiner wordt dan het huidige.
In verband met de handhaving van een deel van de thans bestaande
bedrijfsgebouwen en de daarmee samenhangende routing zal de terrein-
behoefte eerder toenemen. Een voorlopige schatting komt uit op
ca. 10.000 m2.
Overwegingen van het_college.
Gezien de samenhang, met name voor wat betreft de ruimtelijke consequenties,
tussen de onder b t/m d genoemde bezwaarschriften, zullen wij deze tegelijk
beoordelen.
Inhoudelijk gezien zijn de bezwaren identiek aan die, welke zijn ingediend
tegen het in 1976 vastgestelde bestemmingsplan.
Wij zouden dus ook voor wat betreft de weerlegging van die bezwaarschriften
kunnen verwijzen naar de toen geproduceerde stukken. Wij zijn echter van oordeel
dat de situatie enigszins is gewijzigd, waardoor een heroverweging wenselijk is.
- 5 -