Advies van de Commissie van advies inzake beroepschriften ingevolge de Bouwverordening met betrekking tot het beroepschrift van Montakontechniek B.V. te Leeuwarden. Bijlage nr. 262 Leeuwarden, 11 juni 1981. Aan de Gemeenteraad. Montakontechniek B.V. te Leeuwarden heeft bij U beroep ingesteld tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders van 31 maart 1981, no. B 68/81 waarbij bouwvergunning is geweigerd voor het plaatsen van een nis- senhut op het perceel Oupiterweg IA-, alhier. Burgemeester en Wethouders hebben het beroepschrift, vergezeld van hun advies, bij brief van 15 mei 1981 in handen van onze commissie gesteld. Het beroepschrift is binnen de daarvoor in de Woningwet gestelde ter mijn ingediend, zodat appellante in haar beroep kan worden ontvangen. Appellante heeft, evenals een vertegenwoordiger van Burgemeester en Wethouders, gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid om in een vergadering van de commissie te worden gehoord. Het verslag van die vergadering is voor U ter inzage gelegd. De motivering van het bestreden besluit en de beroepsgronden hebben wij in het hierbij gevoegde ontwerp-besluit weergegeven. De commissie is van mening, dat Burgemeester en Wethouders zich in rede lijkheid op het standpunt hebben kunnen stellen, dat het beoogde bouwwerk qua verschijningsvorm - gezien de materiaalkeuze en vormgeving hiervan - niet voldoet aan redelijke eisen van welstand zoals in artikel 3A- van de Bouwverordening is voorgeschreven. Ten aanzien van de weigering van Burgemeester en Wethouders om toepas sing te geven aan artikel IA- van de Woningwet wijst de Commissie op het volgende. Dit artikel heeft betrekking op de tijdelijkheid van een behoefte en niet op het tijdelijk karakter van een bouwwerk. Zowel uit het beroep schrift als uit de toelichting die appellante in de gehouden vergadering heeft gegeven is de commissie gebleken, dat appellante met de aanvraag heeft beoogd een tijdelijke voorziening te creëren voor een permanente behoefte aan opslagruimte. Appellante heeft naar het oordeel van de commissie niet aannemelijk kunnen maken, dat het verlangde bouwwerk voorziet in een tijdelijke behoefte, zodat Burgemeester en Wethouders terecht geen toepassing hebben gegeven aan artikel IA- van de Woningwet. Zij concludeert derhalve, dat het weigeringsbesluit op juiste gronden is genomen, zodat het ingestelde beroep ongegrond dient te worden verklaard. De commissie geeft U dan ook in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp-besluit. De Commissie van advies inzake beroep schriften ingevolge de Bouwverordening, Mr. C.O. Rommerts Voorzitter. Mr. L.P.A. van Kats, Secretaris. HBIMMIHIMBM

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 509