Nr. 8383 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Overwegende, dat het wenselijk is met betrekking tot de hierna om schreven gebieden een voorbereidingsbesluit te nemen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 juni 1981 (bijlage no. 268); gelet op artikel 21, eerste, tweede en vierde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; BESLUIT: I. te verklaren, dat een bestemmingsplan c.q. een herziening van de geldende bestemmingsplannen wordt voorbereid voor het gebied begrensd door Damme- laan, Oelsumerstraat, Spanjaardslaan en de westgrens van de plangebieden Camstraburen-Noord en -Zuid, nader aangegeven met een zwarte stippellijn op de bij dit besluit behorende tekening nr. 16-15 (plan Rengerspark) II. te verkaren, dat een herziening van het bestemmingsplan "Bijenhof" wordt voorbereid voor het gebied ten zuiden van de Begoniastraat, gelegen tusser de Primulastraat en de Goudsbloemstraat, nader aangegeven met een zwarte stippellijn op de bij dit besluit behorende tekening nr. 518-6; III. te verklaren, dat een herziening van het bestemmingsplan "Plan van uit breiding voor terreinen, gelegen ten zuiden van de Harlingerstraatweg en ten oosten van de spoorlijn Leeuwarden-Stiens" wordt voorbereid voor het gebied ten oosten van de Bilderdijkstraat, gelegen tussen de Nicolaas Beetsstraat en de van Lennepstraat, nader aangegeven met een zwarte stip pellijn op de bij dit besluit behorende tekening nr. 503-16. Aldus vastgesteld in de openbare ver gadering van Voorzitter. Secretaris. Wijzigen Verordening op de heffing en invordering van cursusgeld voor het volgen van onderwijs aan gemeentelijke avondscholen, dag-avondscholen en cursussen. Bijlage no. 269. Leeuwarden, 11 juni 1981. Aan de Gemeenteraad. In de bij raadsbesluit van 28 januari 1974, no. 10143 vastgestelde Verordening op de heffing en invordering van cursusgeld zijn bepalingen opgenomen inzake de cursusgeldheffing voor enige soorten onderwijs. Om aansluiting te kunnen vinden bij de nu bestaande vormen van onderwijs achten wij het noodzakelijk, dat artikel 1 wordt aangepast aan de nieuwe situatie. Verder stellen wij U in verband met de praktische uitvoerbaarheid van de Verordening voor, verschillende termijnen welke verband houden met het weg blijven van leerlingen (art. 6), het uitschrijven c.q. ziekte van de leer ling (art. 8) dan wel sluiting van school of cursus (art. 8) te herzien d.w.z. te verlengen. Hiermede kan voorkomen worden, dat aanslagen moeten worden opgelegd of ont heffingen moeten worden verleend voor zeer geringe bedragen. Voorgesteld wordt o.a. ontheffing (tot de helft van het volle cursusgeld) alleen te verlenen, als de leerling de cursus verlaat in de eerste helft van het cursusjaar. Tot nu toe werd ontheffing verleend over de volle resterende maanden van een cursusjaar. In het kader van de uitvoerbaarheid stellen wij U tevens voor de verschuldigde cursusgelden af te ronden op hele guldens naar beneden (zie nieuw artikel 9a). Voorts zijn enkele administratieve verbeteringen aangebracht in de Verordening (artikel 11). Onder de mededeling, dat de Commissie voor de Financiën en de Commissie voor het Onderwijs omtrent dit voorstel zijn gehoord, stellen wij U voor de Verordening op de'heffing en invordering van cursusgeld voor het volgen van onderwijs aan gemeentelijke avondscholen, dag-avondscholen en cursussen te wijzigen conform het hierbij gevoegd ontwerp-besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 520