I
wammmÈÊmmKHÈKÈÊÊMM
Vaststellen aantal wekelijkse lesuren vakonderwijs openbare en bijzondere
scholen voor buitengewoon onderwijs voor 1981.
Bijlage nr. 76. Leeuwarden, 5 februari 1981.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 193, eerste lid van het Besluit buitengewoon onder
wijs 1967 bepaalt de raad van de gemeente, die ten behoeve van één of meer
openbare scholen en afdelingen vakonderwijzers heeft aangesteld vóór 1 maart
van elk jaar voor elke daarvoor in aanmerking komende soort van scholen
en afdelingen het aantal wekelijkse lesuren, gedurende hetwelk vakonderwijs
zal worden gegeven. Dit aantal wordt berekend door deling van het totaal
aantal per week te geven uren vakonderwijs door het aantal verplichte leer
krachten aan die scholen en afdelingen.
Bij het openbaar onderwijs wordt vakonderwijs gegeven aan de
A. Arendstuinschool voor moeilijk lerende kinderen:
kernafdeling 8,25 klokuren per week gedeeld door 6 verplichte leerkrach
ten is 1,3750 wekelijks lesuur per leerkracht;
afdeling voor zeer moeilijk lerende kinderen, 3 klokuren per week ge
deeld door 3 verplichte leerkrachten is 1 wekelijks lesuur per leerkracht;
B. School voor voortgezet buitengewoon onderwijs aan moeilijk lerende kin
deren:
42,5 klokuren per week, gedeeld door 5 verplichte leerkrachten is 8,5
wekelijks lesuur per leerkracht;
C. Professor Grewelschool voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijk
heden
kernafdeling 7,5 klokuren per week, gedeeld door 7 verplichte leerkrach
ten is 1,0714 wekelijks lesuur per leerkracht;
afdeling voor voortgezet buitengewoon onderwijs 27,5 klokuren per week,
gedeeld door 6 verplichte leerkrachten is 4,5833 wekelijkse lesuren per
leerkracht
De besturen van de gelijksoortige bijzondere scholen en afdelingen kunnen
voor 1981 voor de beloning van hun vakleerkrachten aanspraak maken op een
vergoeding uit de gemeentekaswelke wordt bepaald met inachtneming van boven
bedoelde aantallen wekelijkse lesuren, het aantal verplichte leerkrachten aan
hun scholen en een beloning volgens de rijksregeling.
De besturen van de daarvoor in aanmerking komende bijzondere scholen voor
buitengewoon onderwijs hebben gebruik gemaakt van de hun bij artikel 193, 7e
lid van genoemd Besluit geboden gelegenheid op vorenbedoelde vergoeding bij
ons een voorschot te vragen. Deze voorschotten worden op overeenkomstige wijze
berekend als de definitieve vergoeding, terwijl na afloop van het kalenderjaar
de afrekening met de schoolbesturen plaats vindt onder overlegging van de no
dige bewijsstukken.
Aangezien in onze gemeente geen openbare scholen voor schipperskinderen
en ziekelijke kinderen bestaan, kan voor deze bijzondere scholen geen verge
lijkingsmaatstaf worden gehanteerd. Op grond van het bepaalde in artikel 193,
5e lid, van genoemd Besluit, vergoedt het gemeentebestuur in die gevallen de
kosten van het vakonderwijs, voorzover deze kosten noodzakelijk zijn.