Toepassing Verordening Steun Bedrijven Stadsvernieuwing 1980. Bijlage nr. 80. Leeuwarden, 5 februari 1981 Aan de Gemeenteraad. In Uw vergadering van 4 november j.l. hebt U de Verordening Steun Bedrijven Stadsvernieuwing 1980 vastgesteld (bijlage nr. 437). Het in werking treden van de verordening is daarbij afhankelijk gesteld van de instemming met de verordening door de Minister van Economische Zaken. Deze heeft inmiddels zijn instemming gegeven, waarmee formeel de verordening toegepast kan worden. Op grond van bovengenoemde instemming is aan de gemeente door het Minis terie van Economische Zaken voor het jaar 1980 400.000,uitgekeerd ter storting in het Stadsvernieuwingsfonds Bedrijven. Dit bedrag vloeit voort uit de thans gehanteerde verdeelsleutel voor het budget van het Ministerie, waarbij de gemeente Leeuwarden voor het minimumbedrag, dat is vastgesteld op de voornoemde 400.000,in aanmerking komt. Nu aan een en ander nader inhoud kan worden gegeven dient een aantal aanvullende besluiten te worden genomen. 1Verdeling van de gelden. De kaderregeling kent een drietal gevallen waarvoor het beschikbaar gestelde bedrag kan worden aangewend. Dit betreft individuele steun aan onder nemers in de gebieden waarvoor de verordening van toepassing is verklaard, individuele steun aan ondernemers in bijzondere door ons aan te wijzen deelgebieden en het verlenen van subsidies voor het opzetten van een voor meerdere ondernemers bestemde bedrijfsruimte (de zogenaamde objectsubsidies). Het laatste geval is in de gemeente vooralsnog niet aan de orde. Wij stellen U derhalve voor het budget van 1980 te bestemmen voor de eerste twee gevallen. Op grond van art. 2, lid 3 en art. 3, lid lb van de verordening dient U de middelen beschikbaar te stellen voor steun aan respectievelijk de ondernemers in bijzondere deelgebieden en aan de ondernemers in de aangewezen gebieden, waarbij voor de bijzondere gebieden maximaal 10% van het budget mag worden besteed Gelet op de omstandigheid dat de bedoelde gelden beschikbaar gesteld zijn voor 1980, stellen wij U voor het gehele bedrag te bestemmen en wel het maximaal door de minister toegestane percentage voor bijzondere gebieden (10%), zijnde 40.000,en het resterende bedrag ad 360.000,te bestem men voor de aangewezen gebieden. Voor 1981 kan wederom een bijdrage tegemoet worden gezien. 2Aanwijzing van gebieden en toepassing van de steunmaatregelen uit de verordening. In het licht van de decentralisatiegedachte die aan de kaderregeling steun bedrijven stadsvernieuwing van het Ministerie van Economische Zaken ten grondslag ligt en waarop de verordening is gebaseerd, kan de gemeente zelfstandig bepalen welke gebieden voor toepassing van de verordening worden aangewezen. Als zodanig hebt U reeds besloten de gebieden Oldegalileën Schil-Oost en de Binnenstad aan te wijzen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 64