Voorlopige standpuntbepaling inzake de structuur van de schoolbegeleiding
in Friesland.
Bijlage no. 91. Leeuwarden, 26 februari 1981.
Aan de Gemeenteraad.
Bij brief van 21 januari 1981 heeft het bestuur van de Vereniging van
Friese Gemeenten de leden geadviseerd om een brief te sturen aan het bestuur
van het Gemeenschappelijk Centrum van Onderwijsbegeleidingsdiensten
in Friesland (G.C.O.), inhoudende het verzoek aan het G.C.O. om de
participanten vóór 1 mei a.s. een voorstel tot wijziging van de gemeenschap
pelijke regeling voor te leggen.
Het bestuur van de V.F.G. handelde hiermee ter uitvoering van het
besluit van de op 16 januari 1981 gehouden ledenvergadering. Deze leden
vergadering was belegd na de definitieve weigering van het bestuur van
het G.C.O. om de bepalingen van de gemeenschappelijke regeling inzake de
vorming van regionale diensten uit te voeren. Dit bestuursstandpunt heeft
het G.C.O. bekend gemaakt bij brief van 15 december 1980 aan de participanten.
Nadat de brief van de V.F.G. van 21 januari 1981 gepubliceerd was, heeft het
G.C.O. daarop gereageerd met zijn brief van 23 januari 1981 aan o.a. de
raad van de gemeente Leeuwarden, waarin het zijn standpunt nog eens toe
licht.
Vervolgens heeft het bestuur van de V.F.G. bij brief van 5 februari 1981
aan de gemeenteraden enkele opmerkingen uit de G.C.O.-brief van 23 januari 1981
gecorrigeerd. De vermelde brieven zijn voor U ter inzage gelegd.
Zoals U bekend is, is de gemeente Leeuwarden toegetreden tot de ge
meenschappelijke regeling van het G.C.O. onder de uitdrukkelijke voorwaarde
dat de bepalingen van de regeling aangaande de vorming van regionale diensten
integraal en loyaal zouden worden uitgevoerd. De Schooladviesdienst
Leeuwarden zou dan te zijner tijd opgaan in één van de regionale diensten.
Nu het bestuur van het G.C.O. blijft weigeren om de gemeenschappelijke
regeling op dit punt uit te voeren, ondanks de talloze pogingen die gedaan
zijn om het bestuur tot andere gedachten te brengen, lijkt de enige nog
begaanbare weg te voldoen aan het verzoek van het V.F.G.-bestuur en een
brief aan het G.C.O.-bestuur te zenden als door de V.F.G. wordt voorgesteld.
Teneinde evenwel de integrale uitvoering van de gemeenschappelijke regeling
niet uit te sluiten - hetgeen uiteraard voor Leeuwarden en haar School
adviesdienst van groot belang is - stellen wij U voor aan de tekst van
de concept-brief als voorgesteld door de V.F.G. een zinsnede toe te voegen,
inhoudende het verzoek aan het G.C.O.-bestuur: "aan de participanten
vóór 1 mei a.s. hetzij te berichten dat U bereid bent de gemeenschappelijke
regeling alsnog naar letter en geest uit te voeren en de oprichting van
regionale diensten mogelijk te maken hetzij een voorstel tot wijziging
van de regeling voor te leggen."
Onder de mededeling dat de raadscommissie voor het Onderwijs zich
hiermee kan verenigen stellen wij U voor het bestuur van het G.C.O. in
bovenbedoelde zin te berichten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
3.S. Brandsma Burgemeester.
W.CJ.G. Reumer
Secretaris.