Advies van de Commissie van advies inzake beroepschriften ingevolge
de Bouwverordening met betrekking tot het beroepschrift van M.Bootsma
te Leeuwarden.
Bijlage nr. 98. Leeuwarden, 26 februari 1981
Aan de Gemeenteraad.
De heer M.Bootsma te Leeuwarden heeft bij beroep ingesteld
tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders van 2 september 1980»
nr. B293/80 waarbij bouwvergunning is geweigerd voor het plaatsen
van een duivenhok op het perceel Carelvan Manderstraat 20, alhier.
Burgemeester en Wethouders hebben het beroepschrift, vergezeld
van hun advies, bij brief van 23 december 1980 in handen van onze
commissie gesteld.
Alhoewel het beroep is geadresseerd aan Burgemeester en Wet
houders, doch de hieraan ten grondslag liggende bedoeling duidelijk
is, moet, gelet op de terzake geldende jurisprudentie, het beroep
schrift worden beschouwd als te zijn gericht aan de Raad. Het beroep
schrift is overigens binnen de daarvoor in de Woningwet gestelde
termijn ingediend, zodat appellant in zijn beroep kan worden ontvangen.
Appellant heeft evenals een vertegenwoordiger van Burgemeester
en Wethouders gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid om in een
vergadering van de commissie te worden gehoord. Het verslag van die
vergadering treft U bij de ter inzage gelegde stukken aan. De moti
vering van het bestreden besluit en de beroepsgronden zijn in het
hierbij gevoegde ontwerp-besluit weergegeven.
De commissie is tot de conclusie gekomen, dat Burgemeester en
Wethouders de belangen afwegende in redelijkheid hebben kunnen oor
delen, .dat -gelet op de reeds bestaande bebouwing op het achtererf
van het betrokken perceel- de plaatsing van het gevraagde duivenhok
afbreuk zal doen aan het woonmilieu ter plaatse en dat de beoogde
bebouwing uit een oogpunt van volkshuisvesting niet aanvaardbaar moet
worden geacht. De commissie heeft tevens in aanmerking genomen, dat
het in voorbereiding zijnde ontwerp-bestemmingsplan "Huizum-West,
deelgebied I" zich tegen de bouw verzet, zodat de z.g. anticipatie
procedure niet kan worden gevolgd. Het bestreden besluit dient naar
haar mening dan ook te worden gehandhaafd, zodat het ingestelde
beroep ongegrond dient te worden verklaard. Zij geeft U dan ook. in
overweging te besluiten overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp
besluit.
Tot slot acht de commissie het gewenst, dat Burgemeester en Wet
houders indien zij gebruik maken van hun bevoegdheid dit bouwwerk
middels een aanschrijving c.q. het toepassen van politiedwang te
doen verwijderen, appellant daartoe een redelijke termijn gunnen.
De Commissie van advies inzake
beroepschriften ingevolge de Bouw
verordening,
Mr.J.J.Keuning voorzitter(plv.
Mr.L.P.A.van Kats, secretaris.