■BHB Verordening regelende de welstandszorg. Bijlage nr. 292. Leeuwarden, 2 juli 1981, Aan de Gemeenteraad. In Uw vergadering van 12 mei 1980 hebt U de Nota inzake het welstandstoe zicht behandeld. Besloten werd om op basis van deze Nota en de hierover gevoer de discussie een nieuwe welstandsverordening op te stellen. Daarbij zou onder meer rekening moeten worden gehouden met een tweetal moties dat tijdens genoem de raadsvergadering over dit onderwerp is ingediend, maar overigens niet in stemming is gebracht. In de ene motie werd uitgesproken, dat in de nieuwe com missie welstandszorg één plaats zou moeten worden ingeruimd voor de groep 'gebruikers" (op voordracht van de Vrouwenadviescommissie) en twee plaatsen voor personen die worden voorgedragen door ter zake relevante maatschappelijke organisaties. Bij dit laatste werd gedacht aan de Stichting Moderne Architec tuur Friesland en het Oude Stadswijken Overleg. De andere motie behelsde, dat de vergaderingen van de commissie in prin cipe openbaar moeten zijn. In het hierbij gaande ontwerp is aan de inhoud en strekking van deze beide moties toepassing gegeven. Andere wijzigingen c.q. aanvullingen ten opzichte van de thans geldende verordening zijn verder nog: een verruimde taakstelling, namelijk van welstandstoezicht tot welstands zorg, welke vooral blijkt uit nieuwe onderwerpen waarmee de commissie zich bezig gaat houden, namelijk plannen voor de woonomgeving, aangelegenheden betreffende de monumentenzorg en voorlichtingsactiviteiten over de wel standszorg; een uitbreiding van het aantal leden van zeven naar negen; het vertegenwoordigen van de disciplines stedebouw en monumentenzorg in de commissie; het benoemen van een viertal plaatsvervangende leden; de toevoeging van een tweetal adviserende leden aan de commissie; het opnemen van een regeling omtrent de bekendmaking van de vergaderingen; een verruiming van de mogelijkheid tot overleg tussen de commissie en de in diener van het bouwplan of diens architect; een uitbreiding van de eisen waaraan de adviezen moeten voldoen en de wijze waarop deze bekend worden gemaakt; het bieden van de mogelijkheid aan de commissie om de beoordeling van een voudige plannen te delegeren aan één of meer commissieleden; het scheppen van de mogelijkheid om subcommissies te vormen; het beperken van de zittingsduur van leden en plaatsvervangende leden tot maximaal zes jaar. In de toelichting op het ontwerp wordt op bepaalde plaatsen verwezen naar e hierboven genoemde Nota, welke voor U ter inzage is gelegd. Het ontwerp is m commentaar voorgelegd aan de Kring Friesland van de Bond van Nederlandse rchitecten en de Welstandsadviescommissie. De van hen ontvangen reacties zijn veneens ter visie gelegd. Wij delen U verder nog mee, dat wij op korte termijn een voorstel zullen verleggen inzake de benoeming van de voorzitter en de leden van de commissie. Onder mededeling dat de commissie voor de Ruimtelijke Ordening met dit itwerp kan instemmen, stellen wij U voor in te stemmen met het bijgevoegde ntwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, 3.S. Brandsma, Burgemeester. W.O.G. Reumer, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 101