NOTA VAN TOELICHTING Bij de hieronder volgende, artikelsgewijze toelichting op de verordening rege lende de welstandszorg wordt verschillende malen verwezen naar de bij raads besluit van 12 mei 1980, vastgestelde Nota inzake het Welstandstoezicht (ver der te noemen "de nota"). Artikel 1. In de nota is op diverse plaatsen uitgebreid ingegaan op de wenselijkheid van verruiming van "welstandstoezicht" tot "welstandszorg". Als gevolg hiervan is deze doelstellingsbepaling aangepast. Artikel 2. Ook de benaming van de commissie is aangepast aan de hierboven vermelde begrips verruiming. Artikel 3. Het eerste tot en met het derde lid van dit artikel zijn in overeenstemming met de in de nota (blz. 12 en 19) voorgestelde toekomstige taakstelling van de com- üissie geredigeerd. Bij de in het eerste lid onder b genoemde openbare ruimtes noet worden gedacht aan straten en pleinen. Het vierde lid is slechts redactio- eel gewijzigd; inhoudelijk is dit hetzelfde gebleven. rtikel A-. et aantal commissieleden is met twee uitgebreid. Dit is voornamelijk gebeurd m te kunnen voldoen aan de wensen die Uw Raad bij de behandeling van de nota >mtrent de samenstelling van de commissie naar voren heeft gebracht, oor wat betreft de leden die gekozen worden op grond van hun kennis van en elangstelling voor de maatschappelijke aspecten van de welstandszorg wijzen ij er nog op, dat het ons inziens niet noodzakelijk is de organisaties waar- it deze leden geworven kunnen worden in de verordening zelf met name te noe- nen. Er valt hierbij, zoals ook bij de behandeling van de nota is opgemerkt, te denken aan de Stichting Moderne Architectuur Friesland, het Oude Stadswij- en Overleg en de Vrouwenadviescommissie. ij menen er goed aan te doen, een zekere flexibiliteit bij de keuze van deze organisaties te kunnen bewaren, et vierde lid is ten opzichte van het huidige artikel 4- uitgebreid in die zin, iat uitdrukkelijk vermeld wordt dat ook de plaatsvervangende leden door Uw aad moeten worden benoemd. id vijf is gelijkluidend aan hetgeen ook nu reeds in artikel 4- is opgenomen, iet zesde lid is een uitvloeisel van de op bladzijde 22 van de nota uitgespro ken wens. Als toevoeging hierop is uitdrukkelijk vastgelegd, dat de adviserende eden zich onthouden van stemming. Deze aangelegenheid is bij de behandeling van de nota naar voren gebracht. '.rtikel 5. it artikel stemt overeen met hetgeen op bladzijde 22 van de nota is bepleit, en opzichte van het huidige artikel 6 is dit een duidelijke wijziging. rtikel 6. et eerste lid van dit artikel stemt overeen met het huidige artikel 8. toor het tweede lid is het mogelijk geworden om met een ruimere kring van per- onen overleg te plegen dan op basis van de bestaande verordening mogelijk is. eze bepaling, alsmede de voorgestelde nieuwe samenstelling van de commissie, ieeft tot gevolg dat er geen behoefte meer bestaat om het bestaande artikel 7 e handhaven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 105