No. 9525.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 2 juli 1981
bijlage no. 305
gelet op het Besluit van de Raad d.d. 7 oktober 1974, no. 12576
bijlage 288 en de artikelen 60 en 67 van de Woningwet;
BESLUIT:
I. tot het ontsplitsen van 6-duplex-woningen van het complex 15 van het
Gemeentelijk Woningbedrijf;
II. voor de onder I bedoelde ontsplitsing een krediet beschikbaar te stel
len van 116.010,-;
III. bij de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening een lening
van 102.510,- aan te vragen en te aanvaarden of zoveel meer of minder
als genoemde Minister zal verlenen voor de financiering van de ontsplit
sing van de onder I genoemde woningen;
IV. ter dekking van het onder II genoemde krediet een bedrag van 13.500,-
4.500,- per ontsplitsing te onttrekken aan de algemene bedrijfs-
reserve.
Aldus vastgesteld in de openbare vergad ring
van
Voorzitter.
Secretaris.
oekenning en uitkering van schadevergoeding op grond van de Schadevergoedings-
erordening ter zake van het pand Lange Marktstraat 38.
Bijlage nr. 306. Leeuwarden, 2 juli 1981.
Aan de Gemeenteraad.
Op 24 mei 1971 hebt U afwijzend beschikt op een verzoek om planschadever-
joeding tot een bedrag van 200.000,(exclusief rente) van de heer 3.
Boomsma Pzn terzake van de door hem geleden schade als gevolg van de toepassing
'oor de gemeente van de "Voorbereidingsverordening" op het hem destijds in ei
gendom toebehorende pand Lange Marktstraat 38. De toepassing van deze verorde-
ing bestond in de weigering in beroep door de Gemeenteraad een vergunning af
e geven om het pand Lange Marktstraat 38 te gebruiken als bowling-centrum. Deze
eslissing was gegrond op de omstandigheid dat het perceel Lange Marktstraat 38
ngevolge het Structuurplan voor de Binnenstad 1965 was bestemd voor de aanleg
an de zogenaamde westelijke binnenstadstangent.
Tegen de beslissing van 24 mei 1971 heeft de heer Boomsma beroep ingesteld,
a op formele gronden door de Kroon niet-ontvankelijk te zijn verklaard in een
procedure op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is de
3ak op grond van de gemeentelijke "Schadevergoedingsverordening" behandeld
oor Gedeputeerde Staten van Friesland. Laatstgenoemd college heeft het beroep
ij besluit van 15 januari 1975 gegrond verklaard en het Raadsbesluit van 24
ei 1971 vernietigd.
Ingevolge de artikelen 4 tot en met 6 van de Schadevergoedingsverordening
s vervolgens een commissie van deskundigen ingesteld op het bedrag der schade-
ergoeding te beoordelen. Deze commissie heeft op 12 april 1977 een schadebe-
ordelingsrapport ingediend, waarin zij heeft geadviseerd de aan de heer Booms
toe te kennen schadevergoeding vast te stellen op 150.000,(exclusief
nte). Op grond van artikel 8 van de Schadevergoedingsverordening diende Uw
ad vervolgens het bedrag van de bedoelde schadevergoeding vast te stellen.
Op 15 september 1977 (bijlage nr. 364) hebben wij U voorgesteld het bedrag
er schadevergoeding in afwijking van het advies van de commissie van deskun-
gen vast te stellen op 63.000,-- (exclusief rente). Aangezien het pand Lan-
Marktstraat 38 ingevolge het Structuurplan voor de Binnenstad 1965 bestemd
as voor de aanleg van de westelijke binnenstadstangent, derhalve voor de
penbare dienst, stelden wij U tevens in verband met het gestelde in artikel 10,
nder a van de Schadevergoedingsverordening voor te bepalen dat de toegekende
chadevergoeding eerst zou worden uitgekeerd, zodra het perceel Lange Markt-
traat 38 in volle eigendom en vrij van opstallen aan de gemeente Leeuwarden
ou zijn overgedragen. In Uw vergadering van 7 november 1977 besloot U in zo-
irre van ons voorstel af te wijken, dat de schadevergoeding werd vastgesteld
45.000,(exclusief rente).
Tegen Uw besluit van 7 november 1977 heeft de heer Boomsma ingevolge arti-
1 9 van de Schadevergoedingsverordening beroep ingesteld bij Gedeputeerde
aten. De met behandeling van het onderhavige geschil belaste kamer uit dit
llege heeft bij beschikking van 26 mei 1981 besloten dat de aan de heer
omsma toe te kennen schadevergoeding behoort te worden vastgesteld op
83.282,(exclusief rente) en dat de schadevergoeding gelet op het be-
alde in artikel 10, onder b, van de Schadevergoedingsverordening, zo spoedig
gelijk dient te worden uitgekeerd.