Artikel 3. Het extra gemeentelijk subsidie wordt niet eerder toegekend dan: a. nadat Burgemeester en Wethouders op basis van het gestelde in artikel 2 hebben verklaard, dat overeenstemming bestaat over de planuitvoering; b. nadat de zakelijk gerechtigde(n) op het te restaureren/rehabiliteren woonhuis-monument aan Burgemeester en Wethouders heeft (hebben) verklaard, dat indien het restauratie/rehabilitatieplan, om welke reden dan ook, niet wordt uitgevoerd, het geheel of ten dele ontwikkelde plan aan de gemeente beschikbaar wordt gesteld en haar eigendom wordt. Artikel 4. 1. Voor het verkrijgen van een extra gemeentelijk subsidie moet een schriftelijk! aanvraag worden ingediend. 2. Deze aanvraag moet in ieder geval inhouden: a. naam en correspondentie-adres in Nederland van de aanvrager; b. indien een gemachtigde is aangewezen diens naam en adres; c. naam en adres van degene onder wiens leiding het werk wordt uitgevoerd; d. de plaats - onder meer blijkend uit een kadastrale aanduiding - van het woonhuis-monument e. een opgave van de aannemingssom van het uit te voeren werk en zo dezt ontbreekt, een globale raming van de kosten. Indien een gemachtigde is aangewezen moet een machtiging worden overgelegd. 3. Bij de aanvraag moeten de ter beoordeling daarvan nodige tekeningen, be rekeningen en overige gegevens worden gevoegd. A-. De aanvraag moet door de aanvrager of, indien een gemachtigde is aangew zen, door de gemachtigde zijn ondertekend. De tekeningen en de overige bescheiden moeten door de aanvrager of door de gemachtigde zijn ondertekend dan we gewaarmerkt. Artikel 5. Het extra gemeentelijk subsidiebedrag wordt uitgekeerd aan de zakelijk ger ehtigi op het gerestaureerde/gerehabiliteerde woonhuis-monument. Desgewenst kan tot aan een maximum van 50% een voorschot op dit bedrag worden uitgekeerd. Artikel 6. De in artikel 5 genoemde uitkeringen vinden plaats na overlegging van deuc elijke betalingsbewijzen van de werkelijk gemaakte plankosten. Artikel 7. Indien de restauratie/rehabilitatie van een woonhuis-monument overeenkomst g de goedgekeurde plannen is voltooid en de plankosten derhalve in de subsidiabele kosten zullen zijn begrepen, vindt met betrekking tot de in artikel 2 genoemde subsidiebedragen een verrekening met het gebruikelijke gemeentelijke monur.ienten- subsidie plaats en wel in die zin, dat 50% van het extra gemeentelijk sub die daarop in mindering wordt gebracht. Artikel 8. De :e regeling vervalt als van Rijkswege mocht worden besloten tot intrekking van de voor de gemeente Leeuwarden geldende reservering van gelden in het kader van de restauratie/rehabilitatie van woonhuis-monumenten, als bedoeld in de in ar ikel 1, eerste lid, genoemde brief van de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Indien de intrekking een gedeelte van deze reservering be reft, dan wordt de regeling slechts ten behoeve van een beperkter aantal pa-den uitgevoerd. Artikel 9. Bi gemeestèr en Wethouders zijn belast met de uitvoering van deze regeling en de toekenning van subsidies. Artikel 10. Te :en een besluit van Burgemeester en Wethouders op basis van deze regeling ka de betrokkene schriftelijk en gemotiveerd beroep instellen bij de gemeente- ra d. De artikelen A 13 tot en met A 16 van de Algemene Politieverordening Le uwarden zijn hierop van overeenkomstige toepassing. Artikel 11. De e regeling kan worden aangehaald als: "Regeling extra gemeentelijke su sidiëring woonhuis-monumenten". Artikel 12. De e regeling treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van ha r afkondiging en werkt terug tot 1 januari 1981. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. - 2 - - 3 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 141