Bouw- en Woningtoezicht (volqnr. 164-, resp. 65/1)
In verband met het inwerking treden van de wet Algemene Bepalingen Milieu
hygiëne per 1 september 1980 dienen met name ten aanzien van aanvragen om een
hinderwet-vergunning meer advertenties geplaatst te worden; voorgeschreven is
dat de aanvraag gelijktijdig bekend wordt gemaakt in één of meer dag-, nieuws-
of huis-aan-huis-bladen. De extrakosten kunnen worden geraamd op 25.000,
In verband met het uitvoeren van nieuwe taken op grond van de Wet Geluidhinder
en de Hinderwet zijn voor 1981 respectievelijk 2 en 1 formatieplaatsen opgenomen,
Bestond er ten tijde van het opstellen van het beleidsplan 1981-1985 gerede hoop
dat de kosten van het uitvoeren van nieuwe milieutaken door het Rijk zouden
worden gedragen, thans moeten wij constateren dat dit met name ten aanzien van
de Hinderwet niet het geval zal zijn.
Ten aanzien van nieuwe taken stellen wij ons op het standpunt dat deze pas binner
de begroting kunnen worden opgenomen als de kosten daarvan door rijksvergoeding
en/of hogere leges gedekt kunnen worden. Met name ten aanzien van de hinderwet
vergunningen zal naar onze mening niet aan forse verhogingen ontkomen kunnen
worden.
Aangezien de noodzakelijke wijziging van de legesverordening op korte termijn
niet gerealiseerd zal kunnen worden, dient in de begroting 1981 een incidentele
tegenvaller van 69.000,-- opgenomen te worden.
Overigens zij opgemerkt dat er binnen de V.N.G. sterk wordt getwijfeld aan de
haalbaarheid van het door de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne
terzake ingenomen standpunt, dat de kosten van de bestrijding van de geluidhinder
verhaald kunnen worden op de veroorzaker(s)
Straten en pleinen (volgnr. 188)
In het ontwerp-dekkingsplan 1982-1986 is een besparing op onderhoud straten en
pleinen opgenomen.
De eerste fase hiervan ad 100.000,kan worden geraamd ingaande 1981.
Parkeerplaatsen (volqnr. 200 resp. 103)
Door het laten verhelpen van kleine storingen aan parkeerapparatuur door
personeel van de Dienst Marktwezen en Frieslandhal kan naar verwachting per
saldo een jaarlijkse besparing van rond 55.000,worden gerealiseerd.
Anderzijds dient een tegenvaller ten bedrage van 15.000,-- geraamd te
worden wegens een door de Frieslandbank bedongen provisie voor de storting
van de parkeergeldopbrengst.
Wegens de tegenvallende ontwikkeling ten aanzien van de bezetting is een
tegenvaller van 227.000,opgenomen terzake van de parkeergeldontvangsten.
Parken en plantsoenen (volgnr. 204)
jn het ontwerp-dekkingsplan 1982-1986 is een besparing op onderhoud plantsoenen
opgenomen.
De eerste fase hiervan ad 100.000,kan geraamd worden ingaande 1981.
Door vertraging in de aanleg van plantsoenen behoeven de geraamde onderhouds
budgetten tot een bedrag van rond 208.000,— niet besteed te worden.
Leges bouwvergunningen (volgnr. 77).
Door een aarzeling op de bouwmarkt dient een correctie op de oorspronkelijke
raming te worden aangebracht tot een bedrag van 160.000,
Bestemmingsplannen (volgnr. 154)
In ons voorstel van 21 mei 1981 (bijlage nr. 237) betreffende het beschikbaar
stellen van een krediet van 225.000,voor het opstellen van een prognose
voor de verkeersintensiteiten op het hoofdwegennet in het jaar 1995 hebben wij
aangegeven dat een bedrag van 100.000,gedekt zou kunnen worden t.l.v. het
onder de onderhavige post in de gemeentebegroting geraamde bedrag voor "adviezïr
verkeerscirculatieplan". Aangezien U in Uw vergadering van 1 juni heeft beslotei
nns voorstel niet over te nemen, kan laatstaenoemd bedraa thans afgevoerd wordei,
ONDERWIJS.
Onderhoudsposten schoolgebouwen openbaar en bijzonder onderwijs
"volgnrs. (256 t/m 412 en 442).
Als gevolg van toenemend vandalisme t.a.v. schoolgebouwen moesten de afge
lopen jaren de aanvankelijk geraamde begrotingsbedragen voor onderhoud van
schoolgebouwen bij het openbaar en bijzonder onderwijs herhaaldelijk worden
bijgesteld. Ook voor het lopende dienstjaar is dit het geval.
De door ons noodzakelijk geachte bijstelling van deze posten bedraagt voor
wat betreft het openbaar onderwijs in totaal 125.000,Het doorbetalings
effect voor het bijzonder onderwijs beloopt een bedrag van 118.000,
Onderhoudsposten bijzonder onderwijs (volgnrs. 414-, 4-90/1 en 442).
Gelet op de werkelijke uitgaven in voorgaande jaren (ƒ1.000,- respectieve
lijk 14.000,-) bij de opleidingsschool voor kleuterleidsters en het avo-
complex, kunnen de ramingen voor onderhoud in gunstige zin worden bijgesteld.
In verband met het doorbetalingseffect naar het bijzonder onderwijs kunnen
op volgnr. 442 dezelfde bedragen nog eens worden geraamd als meevaller.
Uitgaven art. 13 L.O. wet 1920 (volgnr. 484).
Gelet op de werkelijke uitgaven over voorgaande jaren -dient deze post met
500.000,- te worden bijgesteld. Tegenover deze toename van de uitgaven
kan een terugontvangst wegens bijdragen van ouders geraamd worden van
25.000,- (zie volgnr.263). Van het verschil ad 475.000,- wordt 80% of
380.000,- terugontvangen uit het gemeentefonds (kosten sociale zorg, zie
volgnr. 335 bij beleidssector overige inkomsten en uitgaven).
Schooladviesdienst (volgnr. 496).
Teneinde de Schooladviesdienst haar taak op het huidige niveau te kunnen la
ten uitvoeren, is een bijstelling van de uitgaven voor test- en computer-
materiaal noodzakelijk ter grootte van 50.000,-.
VOLKSHUISVESTING
Overname hypotheekschulden i.v.m. garanderen betaling rente en aflossing
van geldleningen t.b.v. woningbouw (volgnr. 182/2 resp. 91/1)
Mede als gevolg van een herziening van het rentepercentage van verstrekte
hypothecaire leningen, lagere loonstijgingen en in enkele gevallen het slui
ten van persoonlijke leningen is sprake van een toenemend aantal gedwongen
verkopen van woningen. Gepaard gaande met een te constateren aarzeling op de
woningmarkt leidt dit tot grotere verliezen per executie. Wij zijn dan ook
van mening dat de aanvankelijke raming verhoogd dient te worden tot 200.000,
Van de verliezen bij executie neemt de rijksoverheid 50% voor haar rekening,
zodat per saldo 100.000,ten laste van de gemeente blijft.
Aangezien de gemeentegarantie gezien moet worden als een stimulans waaraan
enig vermogensrisico is verbonden, zijn wij van mening dat dekking t.l.v.
de risico-reserve dient plaats te vinden.
NUTSBEDRIJVEN
Electriciteitsbedrijf (volgnr. 594, resp. 305).
Door het achterblijven van de groei in de afzet van electriciteit en een niet
doorgevoerde tariefsverhoging per 1-1-'81 door het P.E.B.-zoals bekend con
formeert de gemeente zich als regel aan de door het P.E.B. vastgestelde ta
rieven - neemt de winstcapaciteit van het electriciteitsbedrijf af.
De aanvankelijk geraamde overwinst (excedent boven de normwinst) van
1.000.000,- loopt dan ook terug tot rond 74.000,-. Als gevolg van de ge
kozen systematiek dient de storting in het fonds energiebesparing verlaagt
te worden van 275.000,- tot 74.000,- rond. Anderzijds vervallen ook de
stortingen in de risicoreserve waardoor jaarlijks rentebaten worden gederfd.