li
1!
ii
1 u
Wij achten het niet uitgesloten dat de verwachtingen ten aanzien van de ont
wikkeling van de overige gemeentelijke inkomsten zoals die thans nog in de
ramingen zijn verwerkt, in de loop van het jaar 1982 zullen moeten worden
bijgesteld. Zonodig zullen wij U dan, ter opvang van eventuele tegenvallende
gemeentelijke inkomsten, aanvullende dekkingsvoorstellen doen.
Voor meer bijzonderheden met betrekking tot de door ons geraamde ontwikkeling
van de eigen inkomsten verwijzen wij U naar de inkomstenramingen van de on-
ierscheidene beleidssectoren.
Jitqaven
De uitgavenontwikkeling zoals deze uit de voorlopige ramingen in zijn alge-
eenheid naar voren komt, vertoont voor de jaren 1982-1986 een sterk afwijkend
eeld in vergelijking tot de voorlopige ramingen voor de planperiode 1981-1985.
ij de ramingen 1981-1985 was in eerste instantie sprake van een sterke uit-
etting van de uitgaven gewijzigd beleid. Over de gehele planperiode gerekend
aren de uitkomsten van de ramingen gewijzigd beleid ongeveer tweemaal zo
oog als de uitzetting van de ramingen ongewijzigd beleid 8,5 min. resp.
4,2 min.). De voorlopige uitkomsten voor de planperiode 1982-1986 lieten een
pvallende ontwikkeling zien van het ongewijzigd beleid in verhouding tot de voor-
opige uitkomsten van het gewijzigd beleid (ƒ14,6 min resp. ƒ0,7 min)(zie tabel 1)
ede op grond van dit gegeven hebben wij gemeend de door ons noodzakelijk
aachte bezuinigingen voor het overgrote deel te moeten aanbrengen binnen
et ongewijzigd beleid. Ook onze voorstellen tot herwaardering van een aantal
estaande activiteiten (bijlage VI) moeten in dit licht worden bezien.
>or wat betreft de voorlopige uitkomsten ongewijzigd beleid vertonen met
mie de jaren 1982 en 1983 de grootste acressen. Naar mate de planperiode
ortschrijdt is er sprake van een jaarlijkse terugloop in de groei
ie bijlage A). Wij achten dit geen ongewoon beeld. Ook in de afgelopen
ren was sprake van deze ontwikkeling. Naar onze mening kan de verklaring
or dit feit worden gevonden in de bij het hanteren van planningstechnieken
ak voorkomende euvel van de zgn. perspectivistische verkleining.
F-n zeer globale analyse van de omvang van voor- en nadelige saldi op basis
v 1 ongewijzigd beleid wijst uit dat bij de onderscheidene beleidssectoren
s: rake is van uiteenlopende ontwikkelingen.
B schouwt men de ontwikkeling van de voor- en nadelige saldi voor het jaar
52 t.o.v. die voor 1981 dan valt allereerst op dat bij een aantal sectoren
si -ake is van een zekere stabilisatie van het nadelige saldo op het niveau van
1 na bijstelling. In dit verband kunnen genoemd worden:
dc sectoren Algemeen Beheer, Openbare Veiligheid, Onderwijs, Reiniging en
B) ndweer en Cultuur.
1-8