11
3..
3.1.
3.2.
3.3.
leningen zullen moeten worden afgesloten. Ook dit leidt tot een verdere
lastenverzwaring
Geraamde nieuwe investeringen en daarvóór benodigde financieringsmiddelen
Nieuwe investeringen
De voor de gehele planperiode geraamde investeringen voor alle sectoren zijn
samengevat in de in bijlage nr. II B opgenomen staat. De hieruit voortvloeiende
capitaallasten en overige lasten zijn in het beleidsplan opgenomen in de bij
de verschillende paragrafen van hoofdstuk II gevoegde staten onder de desbetref
fende begrotingsposten. In de ontwerp-begrotingen voor 1982 zijn die kapitaal
asten nog niet functioneel geraamd. Wel zijn deze bij de verschillende begro-
ingsposten in de toelichting vermeld. De kapitaallasten en eventuele overige
xploitatielasten van alle nieuwe onrendabele investeringen zijn voorlopig uitge-
rokken op een verzamelpost (volgnr. 64-0) op hoofdstuk XIII,par.1, van de gewone
lenst van de gemeentebegroting. Vandaar zullen ze, naar gelang U de besluiten
eemt tot het doen van de betreffende investeringen, bij wijzigingsbesluit van
e begroting worden overgebracht naar de begrotingsposten waar ze naar hun aard
huis behoren.
antevoet nieuwe investeringen
n de uitkomsten van de ramingen is voor de gehele planperiode een rentevoet
in 11% verdisconteerd.
achten zich in de komende tijd op de kapitaalmarkt zodanige ontwikkelingen
jordoen dat de werkelijke rentevoet in belangrijke mate gaat afwijken van de
or ons veronderstelde, dan zullen wij ons omtrent de dan te volgen gedrags-
jn nader beraden. Zonodig zullen wij terzake voorstellen doen.
nancierinqsbehoefte
gevolge art. 2, tweede lid van de Wet Kapitaaluitgaven Publiekrechtelijke
chamen dienen de gemeenten de vaste financiering te verzekeren van de op de
pitaaldienst van de begroting geraamde uitgaven welke zij binnen de eerste
maanden zullen moeten doen.
ezgn. vaste financiering behoeft niet te zijn verzekerd indien en voor zover
zogenaamde kasgeldnorm nog ruimte biedt. Onder kasgeldnorm wordt verstaan de
.mte voor vlottende financiering in procenten van de ontvangsten op de gewone
ïnst van de laatst goedgekeurde begroting met uitzondering van de hoofdstukken
en XIV. Tot 1 maart 1981 bedroeg de kasgeldnorm 25%.
18 november 1980 heeft de Minister van Financiën medegedeeld voornemens te
jn de kasgeldnorm te wijzigen. Het doel van deze wijziging was de monetaire
ianciering door de lagere overheid te beperken.
■■i .1 .1 pin II uil. I
1-10