II-3-1 11 h BELEIDSSECTOR RUIMTELIJKE ORDENING, OPENBARE WERKEN, VERKEER EN VERVOER. :;emeen. -v",'V N imtelijke Ordening, adsvernieuwing. Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft begin juni 1981 zicht gegeven in de wijze waarop een "tentatieve reservering" van de ISR- den voor de periode tot en met 1985 zal kunnen geschieden, een en ander baseerd op het aantal vooroorlogse woningen. Gebleken is dat de vier ate steden aan de hand van dit criterium achterblijven en dat de overige tien R-gemeenten een in verhouding groter beroep op de beschikbare middelen oben gedaan. Dit zal in de komende jaren bijgesteld worden. De reeds toe zegde bijdragen worden onverkort gehandhaafd. Dit zal tot gevolg moeten ben dat de gereserveerde bijdragen daadwerkelijk besteed worden, omdat iers wellicht terugvloeiing zal plaatsvinden. r dan ooit zal dan ook de komende jaren de nadruk liggen op.de uitvoering de reeds onder de ISR gebrachte gebieden, zoals Oldegalileën, Cambuurster- en de Binnenstad. Met betrekking tot de binnenstad zal bovendien zeker teld moeten worden dat de uitvoeringsplannen voor de deelgebieden buiten Sinnenstad -Oost worden vastgesteld opdat de hiervoor toegezegde potentiële plichtingen door het rijk kunnen worden omgezet in juridische verplich- t gen. Om dit te realiseren zal een goede afstemming van de werkzaamheden c aarborgd moeten zijn. Momenteel vindt er een nadere studie plaats over de v ag op welke wijze het gehele uitvoeringsproces beheersbaar en controleer- t r kan blijven. tentatieve reserveringen van de beschikbare middelen tot en met 1985 zullen >et bijzonder gevolgen hebben voor de nog niet onder de werking van de gebrachte gebieden. In casu geldt dat met name voor de gebieden in de 1-Oost. De minister heeft inmiddels erkend dat het niet-honoreren van de adiende plannen voor het Molenpad, Achter de Hoven en Camstraburen-Zuid leiden tot reëele knelpunten in het stadsvernieuwingsproces in Leeuwarden, lefinitieve beslissing op de aanvraag tot goedkeuring van deze plannen naar wij verwachten dan ook in 1981 worden genomen. Wel zal er rekening gehouden dienen te worden dat in de uitvoering, gezien de beperktheid de (extra) beschikbare middelen, ten minste getemporiseerd moet worden dat tot en met 1985 de uitvoering zich in het bijzonder zal moeten richten ie onderdelen die niet uitgesteld kunnen worden. Wij zullen er ons op :en beraden, wat er na 1985 mogelijk zal zijn. Dit geldt ook voor de ïre deelgebieden in de Schil-Oost. yp"i y w~ 1 ""i "V',v\\„> jfHi' !J \y M' /w, 'li

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 234