II-5-1
.5 Bi EIDSSECTQR VOLKSHUISVESTING
AJ meen.
Vc shuisvestinqsbeleid
Wi streven ernaar de besluitvorming op het terrein van de volkshuisvesting
in de planperiode op een andere wijze te structureren. Onze aandacht is daar-
bi gericht op de ontwikkelingen ten aanzien van de door het Rijk gepropageerde
de ntralisatie van de volkshuisvesting. In dit kader dienen gemeentelijke
vo ;shuisvestingsplannen tot stand te komen op basis waarvan in de toekomst
be :idsbeslissingen kunnen worden genomen. Langs deze weg kan een integrale
be dering van de volkshuisvesting gestalte krijgen. De eerste aanzet daartoe
wc t in onze gemeente gevormd door de Knelpuntennota Volkshuisvesting, die te
zi er tijd zal worden uitgebouwd tot een Volkshuisvestingsplan.
Hu oeleid.
Te inde het huurniveau niet te veel te laten achterlopen bij de kosten-
on ikkelingen heeft de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
de ettelijke of trendmatige huurverhoging voor het jaar 1981 bepaald op 6%.
In ie begroting voor het jaar 1982 en bij de cijferopstellingen in het beleids-
pl 1982 - 1986 zijn wij eveneens uitgegaan van gemiddeld 6% huurverhoging.
Zo s gebruikelijk past de Staatssecretaris van Volkshuisvesting en Ruimte-
li s Ordening jaarlijks de huursubsidietabellen aan de inkomensontwikkelingen
en e stijging van het huurniveau aan. Daarin is voor het tijdvak 1981/1982
te ns de door de Tweede Kamer aanvaarde verhoging van de zogenaamde norm-
hu quote verwerkt. In het tijdvak 1980/1981 zijn er ongeveer 5200 aanvragen
om uursubsidie bij ons ingediend tegen circa 4-900 in het vorige tijdvak.
Wi verwachten dat dit aantal in de komende jaren verder zal toenemen, als
ge Lg van de achterblijvende inkomensontwikkeling en als gevolg van het op-
tr ten van het huurniveau bij de bestaande woningvoorraad in het kader van
hu verhogingen als gevolg van renovaties. Daarnaast zal de door de Rijks-
ov >.eid voorgestane versnelde huurharmonisatie, teneinde de huurprijzen van
be aande woningen beter te doen aansluiten bij het huurniveau in de nieuw-
bo; gevolgen hebben voor het aantal aanvragen.
Ni- wbouw.
De ngunstige ontwikkeling op de woningmarkt zal zich naar verwachting nog
voo tzetten in de aanvangsfase van de planperiode. De bouw in de vrije sector
za voorshands in een zeer laag tempo blijven verlopen. In verband hiermee
ri ten de inspanningen op het gebied van de nieuwbouw zich met name op de ge-
sur diëerde woningbouw. De voortgang daarvan zal afhankelijk zijn van de ont-
w--!- sling van de rentestand alsmede van de door het Rijk beschikbaar te stellen
gel middelen en contingenten.
