JntffBi i li II-9-3 D< investeringspremieaanvragen betreffen in Leeuwarden vrijwel altijd uit- b idingsprojecten van hier reeds gevestigde bedrijven. Deze regeling blijkt rv steeds voor ondernemingen mede een impuls te zijn om tot investeringen o% ar te gaan. I. de Nota Regionaal Sociaal Economisch Beleid 1981 - 1985, welke de Minister van Economische Zaken in februari 1981 aan de Tweede Kamer heeft gepresenteerd, w> rdt voorgesteld het premiepercentage van de regionale Investeringspremie tan behoeve van uitbreidingsprojecten te verlagen van 25% naar 20%. Wij hebben oi e bezwaren tegen deze voorgestelde verlaging kenbaar gemaakt aan de Vaste K. ïercommissie van Economische Zaken.De Minister van Economische Zaken heeft mi Ie op grond van de discussie hieromtrent in de Vaste Kamercommissie beslo- t de voorgenomen verlaging voorshands niet te laten doorgaan. Een en ander z opnieuw ter discussie komen bij de behandeling van de betreffende nota i de Tweede Kamer. L de bovengenoemde nota wordt door de Minister een aanzet gegeven om te ko- m> tot herijking en wijziging van de systematiek van toepassing van de re- g .nale investeringspremie (IPR), de basispremie op grond van de Wet op de L esteringsrekening, de Ruimtelijke Ordenings-tbeslag (RÜI>;, .de Bijzondere R lionale Toeslag (BRT) en de heffing op grond van de Wet selectieve inves ts ingsregeling. H rover moet het overleg nog op gang komen. Vooralsnog blijven de instrumenten i de bestaande vorm gehandhaafd. Mogelijk wordt voor Leeuwarden binnenkort w de halve ROT (71%) omgezet in de hele ROT (15%). Het kabinet heeft zich i die zin uitgesproken en zal dit voornemen voorleggen aan de Europese Com- m sie. H wel dit op zich verheugend is en de functie van Leeuwarden als groeipool 0 erstreept, moet hierbij aangetekend worden dat de ROT alleen van toepas- s ,g is bij bedrijfsverplaatsing vanuit het SIR-gebied. Dit is tot op heden 1 Leeuwarden slechts zelden voorgekomen. Leeuwarden is nog steeds niet aan- g ezen voor de BRT, naar onze mening een belangrijk instrument van het r ionale sociaal-economisch beleid ter versterking van de positie van L uwarden. Wij zijn het met het standpunt van de Bestuurscommissie Noorden d Lands eens, dat het in de Nota neergelegde beleid de realisering van de d lstellingen van het Integraal Structuurplan onwaarschijnlijk maakt. W zijn dan ook voornemens onverminderd te streven naar een consistent be- lf d ter stimulering van Leeuwarden en het gehele ISP-gebied, waarbij het s even naar de aanwijzing van Leeuwarden als gebied waar de BRT van toe- p sing is mede een belangrijk uitgangspunt zal zijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 368