Op grond hiervan heeft de Staatssecretaris in genoemde brief toegezegd, medio dit jaar na te zullen gaan "in hoeverre een tegemoetkoming voor deze met de slechte wer gelegenheidspositie samenhangende ontwikkeling kan worden verstrekt". ad b. Met betrekking tot de inkomsten uit de nutsbedrijven (Frigas, Electriciteitsbedrijf achten wij het aanbrengen van bepaalde correcties op ingediende ramingen verant woord. Daardoor kan de opbrengst uit de nutsbedrijven hoger worden geraamd dan aan' vankelijk is aangenomen. Het betreft hier de volgende correcties: - Gemeentelijke Electriciteitsbedrijf Tot dusverre werd rente aan het Fonds Vernieuwing en Onderhoud Hoogspanning toege rekend t.l.v. de rente-opbrengst uit hoofde van belegging bij de gemeente. Gelet de bereikte stand van het fonds en de tot nu toe gepleegde onttrekkingen achten wij een verdere toename niet noodzakelijk. De rente kan daardoor ten gunste van d exploitatie-rekening worden gebracht, waardoor het resultaat van dit bedrijf naar onze verwachting 100.000,verbeterd. - N.V. Frigas In de door N.V. Frigas opgestelde "Vermoedelijke exploitatierekeningen 1980 t/m 1985 is een toename becijferd van het voor aandeelhouders beschikbare winstsaldo. Aangezien de feitelijke afzet in 1980 hoger ligt dan de door de N.V. voor 1981— 1983 geraamde afzet,lijkt het ons verantwoord de door de N.V. met ingang van 1984 geraamde afzetverlaging achterwege te laten, waardoor met ingang van dat jaar eer hoger oplopend winstsaldo kan worden geraamd van 400.000, ad c. Naar onze mening kan, gelet op de stand hiervan, gedurende vijf jaren jaarlijks net 0,5 min aan de risico-reserve onttrokken worden. Wel zijn wij van mening dat, als g volg van de nog immer plaatsvindende jaarlijkse groei van de kapitaalgoederenvoorra het risico wel voortdurend toeneemt zodat het vaststellen van een minimumbedrag voo de risico-reserve ons alleszins wenselijk voorkomt. ad d. In de aan deze raadsbrief toegevoegde bijlage 1 doen wij U een aantal voorstellen tot bezuiniging op bestaande uitgavenposten tot een bedrag van ruim 4 min. Bij de ontwikkeling van deze voorstellen hebben wij ons in belangrijke mate gebaseerd op het College programma en de daarin vermelde prioriteiten. In aansluiting hierop heb ben wij bij de beantwoording van de vraag op welke uitgavenposten het verantwoord moet worden geacht bezuinigingen aan te brengen, de in het Collegeprogramma vermel de prioriteiten zoveel mogelijk buiten beschouwing gelaten. Derhalve hebben de dco: ons ontwikkelde bezuinigingsvoorstellen voor het overgrote deel betrekking op zgn. niet-prioriteiten. Een ander aspect waaraan wij bij het ontwerpen van de bezuinigingsvoorstellen aanda hebben geschonken is de flexibiliteit van de uitgaven op de korte termijn. Onder flexibiliteit verstaan wij in dit verband de mogelijkheid om het uitgavenniveau op korte termijn om te buigen. De U thans voorgelegde bezuinigingsvoorstellen hebben d ook in hoofdzaak betrekking op zgn. flexibele niet-prioriteiten. ad e. In het door U vastgestelde beleidsplan 1981-1985 is voor het financieel sluitend ma ken van het beleidsplan de randvoorwaarde gehanteerd dat de individuele inwoner gee drastische lastenverzwaring opgelegd mocht worden. Hoewel wij bij de samenstelling van dit ontwerp-dekkingsplan deze randvoorwaarde in het oog hebben gehouden valt en inziens aan een zekere lastenverzwaring niet te ontkomen. - 5 - ad f Ons voorstel om een aantal bestaande activiteiten in principe in aanmerking te laten komen voor herwaardering (zie par. 5) houdt niet in dat wij het bij voorbaat mogelijk achten dat de in par. 5 door ons aangegeven bedragen ook werkelijk volledig haalbaar zullen blijken te zijn. Dit zal nog nader moeten worden onderzocht. In ieder geval zal uit deze of eventueel nog andere aan te wijzen herwaarderingsprojecten een bedrag van in totaal 2.169.000 gevonden moeten worden om een sluitend beleidsplan te krij gen. Par. 5. Ontwerp-dekkingsvoorstellen. Het zoeken naar een oplossing voor de gerezen budgettaire problemen hebben wij erva ren als een uiterst zware en complexe operatie. Dit vooral omdat het reeds voor het tweede achtereenvolgende jaar is dat wij ons genoodzaakt zien U een groot aantal be zuinigingsvoorstellen aan te bieden. Was het bij de samenstelling van het beleidsplan 1981-1985 nog mogelijk de toen noodzakelijke beleidsombuigende maatregelen in hoofdzaak te beperken tot voorstellen gewijzigd beleid (nieuwe activiteiten), dit jaar zien wij'óns helaas genoodzaakt ook het ongewijzigd beleid (bestaande activiteiten) bij de beleidsombuigingsoperatie te betrekken. Omdat met name het betrekken van het bestaand beleid bij de ombuigingsoperatie de nodige complicatities met zich mee brengt, stellen wij U voor de besluitvorming m.b.t. de ombuigingsoperatie fasegewijs te doen verlopen. Daarbij denken wij aan de volgende fasen: Fase 0. a. Door hantering van de in par. 4 geuite veronderstellingen m.b.t. de overname door de rijksoverheid van een belangrijk deel van de hogere apparaatskosten Gemeente lijke Sociale Dienst en van de ten laste van de gemeente blijvende uitkeringsbe dragen kan het voorlopig geraamde tekort met 2 min. verminderd worden. b. Na heroverweging van een aantal tot dusverre gehanteerde uitgangspunten en veron derstellingen m.b.t. de ramingen van de N.V. Frigas en het Gemeentelijk Electrici teitsbedrij f zijn wij tot de conclusie gekomen dat de aanvankelijk geschatte in komsten uit deze bedrijven 0,5 min. hoger geraamd kunnen worden. Daartoe kan het voorlopig geraamde tekort in deze fase nogmaals met 0,5 min verminderd worden. Fase 1 In deze fase stellen wij U voor te besluiten over te gaan tot het treffen van uitga ven verlagende c.q. inkomsten verhogende maatregelen in diverse beleidssectoren tot een bedrag van in totaal 4.038.000,een en ander vast te stellen aan de hand van de aan deze raadsbrief toegevoegde lijst van bezuinigingsvoorstellen (bijlage 1). Gelet op de huidige stand van de risico-reserve en de daarin te verwachten mutaties in de komende jaren, lijkt het ons verantwoord gedurende zes jaren als aanvullend dekkingsmiddel jaarlijks 0,5 min aan de risico-reserve te onttrekken. Bij aanvaarding van bovenstaande voorstellen wordt in deze fase voor 4.538.000, soulaas gevonden voor de in de periode 1982-1986 gerezen dekkingsproblemen. Fase 2. T.a.v. een aantal uitgaven stellen wij U voor thans vast te stellen dat zij in prin cipe voor bezuiniging in aanmerking komen. Bij de vaststelling van het beleidsplan 1982-1986 kunnen deze voorstellen dan vervolgens door U definitief als bezuiniging worden aangemerkt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 4