- 8 -
Inciien de hoofdtoegang van een te bouwen bouwwerk niet direct aan de weg
grenst, kan de aanvrager volgens de oude redactie van artikel 372 zelf de
toelaatbare hoogte van zijn bouwwerk bepalen door het bouwterrein naar believ
op te hogen of te verlagen. Daartegen kan op grond van artikel 294- niet in
voldoende mate worden opgetreden. De voorgestelde wijziging komt aan dit
bezwaar tegemoet.
De toevoeging van het vierde lid hangt samen met de bij artikel III reeds
aangehaalde circulaire van de minister van volkshuisvesting en ruimtelijke
ordening en de staatssecretaris van economische zaken.
Artikel Lil.
Recente ongevallen van kinderen op bouwplaatsen tonen dat het wenselijk is
om de voorgeschreven bedieningsbeveiliging van electrische machines ook op
van de weg afgescheiden bouwterreinen te eisen. In de praktijk blijkt een
afscheiding namelijk nauwelijks een beletsel te vormen voor de jeugd om
bouwterreinen te betreden. Bovendien lijkt het nuttig om de werkingssfeer
van het voorschrift uit te breiden tot andere dan electrisch aangedreven
machines.
Artikel LIII.
Krachtens het huidige artikel 386, lid 1, is het verboden zonder vergunning
een zonnescherm te hebben, dat boven de openbare weg uitsteekt. In de praktij;
blijkt repressieve controle voldoende. Voorts is het verantwoord de afstanc
van 1,5 m uit de rijweg, bedoeld in het tweede lid, terug te brengen tot
0,5 m uit de rijweg.
Artikel LIV.
De voorgestelde wijziging beoogt tegemoet te komen aan bezwaren uit de kring
van de advocatuur. Immers ook in andere regelingen, genoemd in de toelichting
op het ontstaan van artikel 389 (nieuw), wordt op de verplichting tot het
tonen van een machtiging een uitzondering gemaakt voor bij de rechtbank
ingeschreven advocaten en procureurs.
Artikel LVI.
De huidige tekst van artikel 398 beperkt de last tot het betreden van woning»
en erven tot opsporingsambtenaren. Om praktische redenen is de last uitge
breid tot degenen die betrokken zijn bij het uitoefenen van politiedwang
Nr. 9138a.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 2 juli 1981 (bij
lage nr. 278)
gelet op artikel 168 van de Gemeentewet;
BESLUIT
vast te stellen de navolgende verordening:
BOUWREGISTRATIEVERORDENING
HOOFDSTUK I
Algemeen
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
bouwen -
bouw- en woningtoezicht
bouwvergunning
bouwwerk
handelsregister
houder van de bouwvergunning
Kamer van Koophandel en Fabrieken
het bouwen, bedoeld in artikel 1, eerste
lid, van de Woningwet;
het bouw- en woningtoezicht, bedoeld in
artikel 85 van de Woningwet;
de bouwvergunning bedoeld in artikel 47
van de Woningwet
elke constructie van enige omvang van
hout, steen, metaal of ander materiaal,
welke op de plaats van bestemming hetzij
direct of indirect met de grond verbonden
is, hetzij direct of indirect steun vindt
in of op de grond;
het handelsregister, bedoeld in artikel 1,
eerste lid van de Handelsregisterwet
(Stb. 1976, 398);
degene op wiens naam de bouwvergunning
staat
de Kamer van Koophandel en Fabrieken, be
doeld in artikel 1, tweede lid, van de
Handelsregisterwet (Stb. 1976, 398);
het register, bedoeld in artikel 2;