'Si -8- lim Artikel XXIX ARTIKEL 172 De tekst van het eerste en zesde lid van artikel 172 wordt vervangen door: Spouwmuren van metselwerk moeten aan de volgende eisen voldoen: a. de hoogte van de wand tussen twee vloeren of andere horizontale verstijvi n ni of a r\-\ j J_L VV3 fl (j waarin d uc nuuyve van ae wana russen twee vloeren of andere horizont^ mag niet meer bedragen dan 20 maal de theoretische dikte vap De theoretische dikte d wordt berekend uit d Vd^ d^, d Hf=» v/^n Ho hoi Ho c- oz-\. 1 - - 1 b. b, c, d, 2 de dikte van de beide spouwbladen is; de spouw mag niet wijder zijn dan 100 mm en niet nauwer dan 50 mm en moet, zover het een buitenwand betreft, zwak op de buitenlucht zijn geventileei wel zijn gevuld met doeltreffend warmte-isolerend materiaal; een open spc niet met andere ruimten in verbinding staan; c. de twee bladen moeten op afstanden van niet meer dan 1 m horizontaal en meer dan 0,60 m verticaal gemeten, zijn gekoppeld; d. geen der beide bladen mag plaatselijk door belangrijke constructiedelen van de druk niet gelijkmatig of niet over vele punten wordt verdeeld, zi; last, tenzij het belaste blad voldoende is verzwaard; e. de totale hoogte van de als spouwmuur uitgevoerde wand mag niet meer bedr dan 7 m voor vloer- en balkdragende wanden en niet meer dan 10,5 m voor ai wanden. 6. Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in: a. lid 1, onder a, voor spouwmuren met een grotere hoogte, mits de wand door van dwarswanden of kolommen doeltreffend is verstijfd; lid 1, onder b, voor wat betreft de toepassing van een wijdere spouw dan! lid 1, onder c, indien elk der spouwbladen voldoende stijfheid bezit; lid 1, onder e, voor spouwmuren met een grotere hoogte, mits de beide bk van de wand gezamenlijk een dikte van tenminste 300 mm bezitten of op ancj wijze voldoende maatregelen tegen knik zijn genomen. Artikel XXX In artikel 174- wordt het tweede lid vervangen door: Voor- en achtergevels van metselwerk, die door middel van inkassingen aan zjjgeii en tussenwanden aansluiten, moeten op elke bouwlaag te halver hoogte tussen de vloeren aan die zijgevels en tussenwanden door middel van doeltreffende ankers verbonden. Artikel XXXI Van artikel 179 wordt de tekst vervangen door: Nadere eisen kunnen, onverminderd het bepaalde in artikel 286, worden gesteld nte| betrekking tot de warmte-isolatie van vloeren van niet tot bewoning bestemde ge bouwen Artikel XXXII Van artikel 186 wordt de tekst van het derde lid vervangen door: 3. Plafonds in voor het verblijf van mensen bestemde gebouwen mogen niet zodanis zijn samengesteld, dat daardoor bij brand de tijdige ontvluchting ernstig worj belemmerd ten gevolge van de ontwikkeling van giftige gassen, rook of roet of het neervallen van heet materiaal. Artikel XXXIII Van artikel 189 wordt de tekst vervangen door: Nadere eisen kunnen, onverminderd het bepaalde in artikel 286, worden gesteld met betrekking tot de warmte-isolatie van daken van niet tot bewoning bestemde gebouwen, indien zich onmiddellijk onder het dak voor het verblijf van mensen bestemde ruimten bevinden. Artikel XXXIV Van artikel 199 wordt het eerste lid vervangen door: 1. Deuren en ramen en hun kozijnen en kozijnbetimmeringen in buitenwanden van tot be woning bestemde gebouwen en van voor het verblijf van mensen bestemde gebouwen moeten voldoende bescherming geven tegen weersinvloeden door een regen-, sneeuw en tochtdichte aansluiting van: a. het kozijn en zijn betimmering aan de omringende delen van het gebouw; b. de deur en het raam in het kozijn; c. de glasbezetting en het paneelwerk in het stijl- en regelwerk van de deur of het raam. Aan het bepaalde in dit lid wordt geacht te zijn voldaan, wanneer de lucht doorlatendheid, de waterdichtheid, de stijfheid en de sterkte van de in de vorige zin genoemde onderdelen voldoen aan NEN 3661uitgave 1975. Artikel XXXV Van artikel 200 wordt de tekst vervangen door: 1. Deuren en ramen in buitenwanden van woningen moeten voldoen aan het bepaalde in MEN 1068, uitgave 1964, onder 2.2, met betrekking tot: a. de klasse "goed" in de hoofdwoonkamer, de keuken en de met deze ruimten in open verbinding staande ruimten; b. de klasse "voldoende" in de overige ruimten. Niet van toepassing is het onder a. bepaalde op ten hoogste twee beweegbare ramen per ruimte met elk een oppervlakte, kleiner dan 0,25 m2, met dien verstande dat deze beweegbare ramen in ieder geval moeten voldoen aan de klasse "voldoende". 2. Deuren en ramen in buitenwanden van wooneenheden moeten voldoen aan het bepaalde in NEN 1068, uitgave 1964, onder 2.2, met betrekking tot de klasse "goed". Niet van toepassing is het in dit lid bepaalde op ten hoogste twee beweegbare ramen per ruimte met elk een oppervlakte, kleiner dan 0,25 m2, met dien verstande dat deze beweegbare ramen in ieder geval moeten voldoen aan de klasse "voldoende". 3. Nadere eisen kunnen, onverminderd het bepaalde in artikel 286, worden gesteld aan deuren en ramen in buitenwanden van voor het verblijf van mensen bestemde ge bouwen met betrekking tot: a. het warmte-isolerend vermogen; b. de beperking van de glasoppervlakte; c. de tochtdichtheid van beweegbare ramen en deuren; zulks indien deze deuren en ramen meer dan normaal zijn blootgesteld aan de in vloed van wind en indien door die eisen het doeltreffend gebruik van het gebouw niet wordt belemmerd. Artikel XXXVI In artikel 205 worden de woorden "sterkte en stijfheid" geschrapt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 59