Beleidssector V. Volkshuisvesting.
1. Het Gemeentelijk Woningbedrijf.
Het Gemeentelijk Woningbedrijf vormt een afzonderlijke - rendabele -
huishouding, waarvan herwaardering geen financieel voordeel oplevert voor
de algemene dienst. Bovendien achten wij, mede onder verwijzing naar de nota
"De financieel-economische en sociaal-economische vooruitzichten van het
Gemeentelijk Woningbedrijf in een geconsolideerde positie", uit 1974, het
Woningbedrijf een te waardevol instrument in het kader van het gemeentelijk
volkshuisvestingsbeleid om afstoting van dit bedrijf in overweging te ne
men.
Gelet op het bovenstaande zijn wij niet voornemens uitvoering te geven aan
de door U aangenomen P.v.d.A.-motie, nr. 3.3.10, om het Gemeentelijk Woning
bedrijf op zichzelf onderwerp te maken van een herwaarderingsonderzoek.
Beleidssector VI en VII. Nutsbedrijven en Reiniging en Brandweer.
1Toekomstige positie Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf
In verband met het feit dat de regering nog geen standpunt heeft bepaald
ten aanzien van het Coconut-rapport en het eerste oriënterende gesprek met
G.S. over de distributie eerst dit najaar zal plaatsvinden mag niet worden
aangenomen dat binnen afzienbare tijd concrete resultaten mogen worden ver
wacht. Omdat het ons verstandig lijkt de ontwikkelingen terzake af te wach
ten, achten wij het op dit moment niet opportuun om naar de toekomstige posi
tie van het gemeentelijk Electriciteitsbedrijf een herwaarderingsonderzoek
in te stellen. Mede gelet op de door U aangenomen P.v.d^A-motie, nr. 3.3.9,,
komen wij op een later tijdstip terug op deze problematiek.
2. Onderhoudsniveau en jaarlijkse vervangingsinvesteringen Gemeentelijk Elec
triciteitsbedri jf en Dienst Reiniging en Brandweer.
Dit herwaarderingsonderzoek zal in de eerste plaats zijn gericht op een
verlaging van het onderhoudsniveau en de jaarlijkse vervangingsinvesterin
gen bij het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf en de Dienst Reiniging en
Brandweer.
In het kader van dit herwaarderingsproject wordt tevens een vooronderzoek
gestart naar eventuele besparingen welke zouden kunnen voortvloeien uit een
overschakeling op zuiniger lampen in openbare verlichting, zoals bedoeld
in de door U aangenomen P.v.d.A.-motie nr. 3.3.8.
Vooralsnog gaan wij ervan uit dat het totaaleffect van dit herwaarderings
project 275.000,zal bedragen.
- 3 -