c. op weggedeelten, gelegen in het op zonekaart B
met een gele kleur aangegeven gebied bij een
maximaal toegestane parkeertijd van twee uur,
per 15 minuten 0,25
d. op weggedeelten, gelegen in het op zonekaart B
met een groene kleur aangegeven gebied bij
een maximaal toegestane parkeertijd van twee
uur, per 20 minuten 0,25
e. bij wege van abonnement per kalendermaand 15,
3. op weggedeelten, op zonekaart D aangewezen voor
het parkeren door vergunninghouders, per ka
lendermaand 15,--
II. Gedeelten van de onder I. genoemde eenheden van tijd worden voor een
geheel gerekend.
No840
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 21 januari 1982
(bijlage nr. 40);
gelet op de Gemeentewet, artikel 6 van de Wegenverkeerswet, artikel 83,
aanhef en onder F van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens en artikel
20, tweede lid, van de Wet op de Motorrijtuigenbelasting 1966;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende Parkeer- en parkeergeldverordening:
Begripsbepalingen
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. wet: de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1966 (stbl. 332);
b. motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het Reglement verkeers
regels en verkeerstekens, uitsluitend voor zover het een voertuig op meer
dan twee wielen betreft;
c. parkeerterrein: een terrein als is bedoeld in artikel 20, tweede lid,
letter a, van de wet;
d. parkeerplaats bij een parkeermetereen parkeerplaats gelegen op wegge
deelten als zijn bedoeld in artikel 20, tweede lid, letter b, van de wet;
e. parkeerplaats voor vergunninghouders: een parkeerplaats gelegen op weg
gedeelten als zijn bedoeld in artikel 20, tweede lid, letter c, van de wet;
f. parkeergeld: een recht als is bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de wet;
g. parkeren: hetgeen daaronder in het Reglement verkeersregels en verkeers
tekens wordt verstaan met betrekking tot motorvoertuigen op meer dan twee
wielen;
h. abonnementhouder: degene die ingevolge een krachtens deze verordening verleend
parkeerabonnement ontheven is van de verplichting om bij het parkeren op een
parkeerterrein of op een parkeerplaats bij een parkeermeter de daarop ge
plaatste parkeerapparatuur in werking te stellen, alsmede van de verplichting
zich te houden aan de maximale parkeerduur welke voor het betreffende parkeer
terrein of de betreffende parkeerplaats geldt;
i. vergunninghouder: de in artikel 20, tweede lid, letter c van de wet bedoelde
belanghebbende die ingevolge een krachtens deze verordening verleende parkeer-
vergunning gerechtigd is te parkeren op een parkeerplaats voor vergunning
houders;
j. zonekaart: een bij deze verordening behorende kaart, waarop in kleur een
onderdeel van het parkeerregime is aangegeven.
Aanwijzing parkeergelegenheden.
Artikel 2
1. Met betrekking tot terreinen en weggedeelten als bedoeld in artikel 20,
tweede lid, van de wet, welke op de voet van de bij deze verordening behorende
bijlage A zijn aangewezen voor parkeerdoeleindenstellen Burgemeester en
Wethouders vast op welke dagen en gedurende welke uren: