2. Een ingevolge het eerste lid verleend parkeerabonnement geldt voor een van de
terreinen die op zonekaart D met een lichtpaarse kleur zijn aangegeven
dan wel voor een door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen weg of
weggedeelte.
Parkeervergunning.
Artikel 11
Burgemeester en Wethouders kunnen een parkeervergunning op daartoe strek
kende schriftelijke aanvraag verlenen aan:
a. de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die woont in een gebied,
waar weggedeelten zijn gelegen als bedoeld in het op zonekaart C met
een gele kleur aangegeven gebied;
b. de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die een bedrijf of beroep
uitoefent in het op zonekaart C met een gele kleur aangegeven gebied
en aantoont dat het in belang van die bedrijfs- of beroepsuitoefening
noodzakelijk is dat motorvoertuig te parkeren op een in dat gebied
gelegen parkeerplaats voor vergunninghouders.
Artikel 12
1. Burgemeester en Wethouders beslissen binnen twee maanden nadat een aan
vraag om een parkeerabonnement of een parkeervergunning bij hen is
ingekomen.
2. Zij kunnen de in het eerste lid bedoelde termijn met ten hoogste twee
maanden verlengen en doen daarvan mededeling aan degene die de aanvraag
heeft ingediend.
3. Een beschikking tot afwijzing is met redenen omkleed. De beschikking
wordt bij aangetekende brief aan de aanvrager toegezonden.
Artikel 13
1. Een parkeerabonnement of een parkeervergunning wordt verleend hetzij
tot wederopzegging, hetzij voor een bepaalde termijn.
2. Het parkeerabonnement of de parkeervergunning vermeldt tenminste
a. de naam, voorletters en het adres van de abonnementhouder of de
vergunninghouder
b. het kenteken of een ander kenmerk van het motorvoertuig of de
motorvoertuigen waarvoor het parkeerabonnement of de parkeer
vergunning is verleend;
c. de datum van ingang van het parkeerabonnement of de parkeervergunning:
d. de parkeerterreinen, het weggedeelte of de weggedeelten waarvoor het
parkeerabonnement of de parkeervergunning is verleend;
e. of het parkeerabonnement of de parkeervergunning tot wederopzegging
of voor een bepaalde termijn is verleend, en, indien het parkeer
abonnement of de -vergunning voor een bepaalde termijn is verleend,
de termijn waarvoor het parkeerabonnement of de parkeervergunning is
verleend.
3. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere voorschriften te ver
binden aan het parkeerabonnement of de parkeervergunning, alsmede de
aan het parkeerabonnement of de parkeervergunning verbonden voorschrifter
te wijzigen.
Artikel IA-
Burgemeester en Wethouders trekken het parkeerabonnement of de parkeerver
gunning in:
1. a. indien de abonnementhouder of de vergunninghouder het gebied waarop
het parkeerabonnement of de parkeervergunning betrekking heeft, metter
woon verlaat of zijn bedrijf of beroep feitelijk beëindigt;
b. indien aan de in het gebied waarop het parkeerabonnement of de parkeer
vergunning betrekking heeft, gelegen parkeerterreinen en wegen of
weggedeelten de bestemming voor parkeerdoeleinden in de zin van artikel
20, tweede lid, letter c, van de wet wordt ontnomen;
c. indien de abonnementhouder of de vergunninghouder daarom verzoekt;
2. Het parkeerabonnement of de parkeervergunning vervalt van rechtswege:
a. in geval van overlijden van de abonnementhouder of de vergunninghouder;
b. indien de abonnementhouder of de vergunninghouder ophoudt eigenaar of
houder te zijn van het motorvoertuig waarvoor het parkeerabonnement
of de parkeervergunning is verleend.
Artikel 13
Burgemeester en Wethouders kunnen het parkeerabonnement of de parkeerver
gunning intrekken:
a. indien de abonnementhouder of de vergunninghouder handelt in strijd met de
aan het parkeerabonnement of de parkeervergunning verbonden voorschriften;
b. indien het voor het parkeerabonnement of de parkeervergunning verschuldigde
parkeergeld niet of niet tijdig is voldaan;
c. om redenen van openbaar belang.
Artikel 16
1. Burgemeester en Wethouders nemen hun beslissing om een parkeerabonnement
of een parkeervergunning in te trekken bij beschikking, welke met redenen
is omkleed. Een afschrift van de beschikking wordt bij aangetekende
brief gezonden aan de belanghebbende.
2. Een beschikking tot intrekking van een parkeerabonnement of een parkeer
vergunning treedt niet eerder in werking dan op de achtste dag na de
dagtekening van die beschikking.
Artikel 17
1. De aanvrager of houder van een parkeerabonnement of een parkeervergunning
kan schriftelijk beroep instellen bij de Gemeenteraad tegen een beschikking
van Burgemeester en Wethouders;
a. tot het weigeren van het parkeerabonnement of de parkeervergunning;
b. tot het intrekken van het parkeerabonnement of de parkeervergunning;
c. tot het verbinden van voorschriften aan het parkeerabonnement of de
parkeervergunning of tot het wijzigen van aan het parkeerabonnement
of de parkeervergunning verbonden voorschriften;
d. genomen ingevolge artikel 24-, zevende lid, van deze verordening.
2. Indien bij het einde van de in artikel 12, tweede lid, bedoelde termijn
geen beschikking tot het weigeren van het parkeerabonnement of de parkeer-
-4-