12
Al. Brief van 14 juli 1982 van de
Noord-Nederlandsche Bouwstoffen-
handel W.3. van Zuilen te Leeu
warden, waarin bezwaar wordt ge
maakt tegen het besluit van de
Gemeenteraad van 7 juni 1982,
nr. 7196, waarbij een voorbereid
dingsbesluit is genomen voor on
der meer de. plangebieden Cambuur-
sterpad e.o. en Molenpad e.o.
BI. Beroepschrift van 14 juli 1982
van L.D. Boorsma te Leeuwarden
tegen het weigeren van een ver
gunning voor het vergroten van
een woning op het perceel Zwenk-
gras 148, alhier.
Cl. Beroepschrift van 16 juli 1982
van R. Ouckers te Leeuwarden te
gen het weigeren van een bouw
vergunning voor de bouw van een
volière op het perceel Hector
Treubstraat 13 te Leeuwarden.
In mei j.l. werden de vijf ontwerpen
ingediend. Na intensief beraad kwam de
Commissie voor de Monumentale Kunst
tot de keuze van één ontwerp dat voor
realisering in aanmerking zou kunnen
komen
Gelet op onze toezegging aan de voorma,
lige Contactgroep "Rondom de Grote Kerk
welke Contactgroep inmiddels is opgegaa
in de Contactgroep "Binnenstad Noord",
heeft de Commissie voor de Monumentale
Kunst haar keuze besproken met deze
Contactgroep.Tijdens dit gesprek
bleek dat de voorkeuren van de Commis
sie en de Contactgroep verschilden.
Wij zijn voornemens te proberen in na
der overleg met de Commissie en de Con,
tactgroep uit de vijf voornoemde ontwer
pen voor de realisering van een mcnutnen-
taal kunstwerk op het Jacobijner Kerkhof
een keuze te maken, welke zowel.voor de
bewoners als voor de commissie van des
kundigen aanvaardbaar en verantwoord is,
Van de resultaten van dit overleg zul- j
len wij. U te zijner tijd op de hoogte
stellen. Wij stellen U voor de Contact-
groep van ons hierboven vermelde voor
nemen in kennis te stellen.
Zoals U bekend is, is een voorbereiding!
besluit een besluit van algemene strek-,
king. Op grond van de Wet administratie
ve rechtspraak overheidsbeschikkingen
kan tegen een dergelijk besluit geen be
zwaar worden gemaakt. Wel bestaat de
mogelijkheid bezwaren in te dienen, zo
dra de ontwerp-bestemmingsplannen voor
de betrokken gebieden ter inzage zijn
gelegd. Wij Stellen U voor briefschrij
ver in vorenstaande zin te antwoorden.
Deze beroepschriften zijn overeenkomstig
artikel 390, tweede lid van de Bouwveror
dening in handen gesteld van de Commissi!
van advies inzake de beroepschriften in
gevolge de Bouwverordening,die de Raad
hieromtrent zal adviseren.
- 13 -
Brief van 21 juli 1982 van de heer
3.W. van den Berg, Tjerk. Hiddes-
straat 29 te Leeuwarden, waarin
hij mededeelt, dat hij voornemens
is, op grond van artikel 49 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening,
een verzoek om schadevergoeding in
te dienen voor te lijden schade
als gevolg van te nemen verkeers
maatregelen in de Tjerk Hiddes-
straat en omgeving. Het beroep op
voornoemd wetsartikel zal niet
worden gedaan indien op andere
wijze een tegemoetkoming wordt ge
daan in de te lijden schade.
Verzoek van 2 augustus 1982 van
de directeur van het Hervormd
verzorgingshuis Sonnenborgh, in
zake de openbare verlichting
langs de Troelstraweg.
Arob-bezwaarschrift van 9 augustus
1982 van de belangenvereniging
Oranjewijk. inzake toekenning sub
sidie 1982.
Ter uitvoering van het vastgestelde ver-
keersstructuurplan Schil-Oost zal in de.
omgeving Tjerk Hiddesstraat-Cambuurster-
pad te. zijner tijd een aantal verkeers
maatregelen worden genomen en civiel-,
technische werkzaamheden worden uitge
voerd. Naar ons oordeel zal de bereik
baarheid van de winkel in het pand Tjerk
Hiddesstraat 29 hierdoor voor wat be
treft fietsers en voetgangers in het ge
heel niet en voor wat betreft auto's na
genoeg niet verminderen. Gelet op het
vorenstaande zijn wij van mening, dat
er geen aanleiding bestaat om de heer
Van den Berg voor een schadevergoeding
in aanmerking te doen komen. Overigens
merken wij op, dat een beroep op artikel
49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
pas aan de orde is als een bestemmings-p
plan rechtskracht heeft verkregen. Wan
neer dit voor het betreffende gebied het
geval zal zijn, valt nu nog niet te
overzien.
Wij stellen U voor de brief in boven
staande zin te beantwoorden.
De kwestie van de openbare verlichting
aan de Troelstraweg is de laatste jaren
niet aan de orde geweest in de Verkeers-
commissie. Wel is in het kader van de
behandeling van het Beleidsplan 1982-
1986 een vraag van overeenkomstige
strekking gesteld (147). Het antwoord
dat wij destijds op deze vraag hebben
gegeven, geldt op dit moment nog onver
kort. Het antwoord luidde:
"Gedurende de zomer waarborgt het lang
durige daglicht een veilige situatie.
"Slechts gedurende enkele weken in na-
"zomer en herfst komt de nadelige situ-
"atie vol blad-kunstlicht storend voor.
"Wij betwijfelen of het dan noodzake
lijk is, dit ter hand te nemen."
Wij tekenen hierbij nog aan dat in het
verleden voor de Troelstraweg reeds is
overgegaan tot het verlagen van dehoog-
te van de lichtmasten. Verder wijzen wij
er op dat de situatie aan de Troelstra,-
weg niet wezenlijk verschilt van de si
tuatie op gelijksoortige andere wegen
in de stad. Wij stellen U voor adres
sant in vorenstaande zin te antwoorden
Voorgesteld wordt dit bezwaarschrift
in handen te stellen van de Commissie
voor de beroep- en bezwaarschriften,
welke Commissie de Gemeenteraad van
advies zal dienen.