Artikel 21: Beschikking. 1. De beschikking op het bezwaarschrift wordt door Burgemeester en Wethouders binnen een maand, nadat het bezwaarschrift is ingekomen, medegedeeld aan degene die het bezwaarschrift heeft ingediend. 2. Bij de beschikking wordt mededeling gedaan van de inhoud van artikel 41 eerste volzin, van de wet. 3. De beschikking wordt in afschrift medegedeeld aan de directeur van de diens Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen tijdstip. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretar y. Preadvies inzake de brief van de bewoners van de panden Bagijnestraat 12 t/m 24, alhier. Bijlage nr. 3 Leeuwarden, 30 december 1981. Aan de Gemeenteraad. De bewoners van de panden Bagijnestraat 12 t/m 24, alhier, verzoeken bij een aan U gerichte brief van 6 april 1981 te bevorderen dat zij na 1 juli 1981 de genoemde panden mogen blijven bewonen. Genoemde brief hebt U op 11 mei j.l. om preadvies in onze handen gesteld. Wij merken omtrent dit verzoek het volgende op. De genoemde panden maken deel uit van het complex van het voormalig politiebureau annex brandweerkazerne. De gemeente heeft sedert 1 april 1978 het gehele complex verhuurd aan de Algemene Bank Nederland N.V. De huurovereenkomst met de A.B.N. is op 30 juni j.l. beëindigd. Hoewel de A.B.N. het gehele complex van de gemeente huurde en daarvoor derhalve geheel verantwoordelijk was, heeft zij destijds de onderhavige panden niet daadwerkelijk in gebruik genomen, omdat in de hoofdgebouwen aan de Nieuwestad voldoende ruimte beschikbaar was. In juni 1978 bleek, dat enkele panden klandestien in gebruik waren genomen. De A.B.N. heeft daarop in overleg met ons deze panden tot 30 juni 1981 verhuurd. Van beëin diging van de huur per die datum is door de A.B.N. aan de huurder ook kennis gegeven. Op grond van de sinds 1 juli 1979 geldende wettelijke bepalingen met betrekking tot huur en verhuur van zelfstandige woonruimte, wordt evenwel in geval van beëindiging van de huurovereenkomst tussen de verhuurder en (hoofd-)huurder, de onderhuurovereenkomst door de verhuurder voortgezet. Hoewel de omstandigheid, dat een gedeelte van het complex van het oude politiebureau is verhuurd bij de eventuele verkoop van dit onroerend goed een bezwarende factor zal betekenen, zijn wij van mening dat gelet op de te dien aanzien geldende wettelijke bepalingen de gemeente op dit moment geen mogelijkheden heeft de huur van deze panden op te zeggen. Wij stellen U voor de bewoners dienovereenkomstig te berichten. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, 3.S. Brandsma, Burgemeester. W.3.G. Reumer, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 54