De woningen liggen in het bestemmingsplangebied voor het buitengebied.
De gemeente voert ten aanzien van de toelating van zelfstandige woningen in
het buitengebied in t algemeen een terughoudend beleid. De onderhavige woningen
zijn echter naar ons is gebleken reeds in 1974-, aan de bewoners verkocht.
Voorts zijn deze woningen, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van het dorp
Goutum en derhalve goed bereikbaar met het oog op voorzieningen. Bovendien
zijn ze nog van redelijke kwaliteit.
Gelet op het vorenstaande stellen wij U voor de woningen als zelfstandige
woningen in het bestemmingsplan op te nemen overeenkomstig het verzoek van recla-
manten. Het vorenstaande brengt mee dat het bezwaar gegrond moet worden geacht.
Tenslotte maakt de N.V., om de hiervoorgenoemde redenen bezwaar, dat het be
stemmingsplan niet voorziet in de mogelijkheid tot een rechtstreekse aansluiting I
van genoemde woningen op de geplande parallelwegenTevens maakt zij, gelet op I
de moeilijke bereikbaarheid voor vrachtauto's van haar terrein aldaar, bezwaar I
tegen het ontbreken van een directe ontsluiting van dit terrein op de ten noorden I
daarvan geprojecteerde parallelweg.
Het bezwaar heeft in feite alleen betrekking op de woning Overijsselseweg 8; omdat]
de woningen no. 12 en 14 reeds rechtstreeks zijn ontsloten via de vlak voor de
woningen langslopende parallelweg. De woning no. 8 is via het terrein van de NoV.I
Waterleiding Friesland ontsloten op genoemde parallelweg. Een rechtstreekse
ontsluiting van laatstgenoemde woning kan worden verkregen via een aanslui Lng
op de ten zuiden daarvan geprojecteerde parallelweg.
Hiertegen is naar onze mening geen bezwaar.
Wij hebben evenmin bezwaar tegen de mogelijkheid van een rechtstreekse aansluiting
van het terrein van de N.V. op bedoelde "noordelijke" parallelweg.
Een en ander wordt mogelijk gemaakt door de omschrijving van de bestemming
"Groen" aan te vullen met het begrip "inritten".
Het vorenstaande brengt mee dat het bezwaar gegrond moet worden geacht.
III. Bezwaarschriften van;
a. de heer W. Fennema, Overijsselseweg 8, Goutum;
b. mevr. 3. de Boer-Elzinqa, Overijsselseweg 12, Goutum;
c. de heer 3. de 3onq, Overijsselseweg 14, Goutum
Genoemde personen maken bezwaar tegen de in het bestemmingsplan gebruikte
aanduiding "dienstwoningen" voer de door hen bewoonde woningen. Zij voeren
dezelfde redenen aan welke onder punt II zijn omschreven.
Voorts maken zij bezwaar tegen meer verkeersgeluidoverlast, vermindering va
privacy alsmede tegen vermindering van de bereikbaarheid en de waarde der
woningen en ingeval van ophogen van de weg, tegen wateroverlast.
Voor ons commentaar op het bezwaar tegen de aanduiding "dienstwoningen" ver
wijzen wij U naar de betreffende passage onder punt II.
Naar verwachting zal het geluidniveau tengevolge van het verkeer in en nabi
de woningen van reclamanten in de toekomst toenemen. Het niveau zal echter
naar onze mening - zonodig door het treffen van voorzieningen - niet onaan
vaardbaar hoog zijn.
Aan het bezwaar van een verminderde bereikbaarheid wordt tegemoetgekomen doe
de huidige parallelweg aan de zuidzijde af te sluiten in plaats van aan de
noordzijde.
Wij stellen U voor het bestemmingsplan in die zin aan te passen.
Voor de achterwaarts op het terrein gelegen woning no. 8 wordt voorzien in ton
goede bereikbaarheid door de mogelijkheid van een uitweg op de zuidelijk
gelegen parallelweg, zoals onder punt II is omschreven.
Wij zijn van mening, dat mede door de aanwezige en mogelijk aan te brengen
beplanting om en nabij het terrein waarop de woningen zijn gesitueerd niet
van vermindering van privacy kan worden gesproken.
Met betrekking tot de afwatering zullen zodanige maatregelen worden genomen
dat hierin geen verslechtering zal optreden.
Gelet op het vorenstaande achten wij de bezwaren met betrekking tot de om
schrijving "dienstwoningen" en de bereikbaarheid gegrond en de overige be
zwaren ongegrond
VI. Bezwaarschrift van Vastgoed Veenwouden B.V. Zuiderplein 47, Leeuwarden.
Reclamante maakt er bezwaar tegen dat over het haar in eigendom behorende
perceel gemeente Huizum, sectie F, nr. 474 (ged.) in de toekomst een weg
zal worden gelegd, aangezien dit waardevermindering van de grond tot gevolg
zal hebben. Zij is niettemin bereid om het perceel tegen kostprijs aan de
gemeente over te dragen.
De grond is onder meer nodig voor de verlegging van de Wergeasterdyk ten behoeve
van de reconstructie van het kruispunt Goutum. Naar onze mening zal reclamante
in het kader van de aankoop c.q. onteigening van de grond voldoende schadeloos
worden gesteld. Wij achten het bezwaar daarom ongegrond.
V. Bezwaarschrift van mevr. F. Griffioen-de Boer c.s. p/a Mannagras.
93 te Leeuwarden.
Reclamanten maken bezwaar tegen die onderdelen van het bestemmingsplan die
inspelen op de mogelijkheid dat de zuidtangent zal worden doorgetrokken tot
aan de Drachtsterweg. Met name wordt genoemd artikel 4, lid 5, van de voor
schriften en de aanduiding "brug of viaduct" welke op de plankaart is opge
nomen in de bestemmingsplan "Agrarische doeleinden".
Het gewraakte artikellid tezamen met de aanduiding op de plankaart beoogt
niet meer en niet minder dan het mogelijk maken van een onderdoorgang in de
nieuw te maken oostelijke oprit naar de brug over het Van Harinxmakanaal
Het bestemmingsplan voorziet hierin, omdat het uit technisch en financieel
oogpunt gewenst is de onderdoorgang tegelijk met de oprit te realiseren.
Verwezenlijking in de toekomst zal technisch meer problemen opleveren en
aanzienlijk meer kosten met zich meebrengen.
Reclamanten hebben in feite bezwaar tegen het doortrekken van de zuidtangent.
In deze mogelijkheid voorziet het voorliggende bestemmingsplan niet. Daartoe
zal het bestemmingsplan te zijner tijd moeten worden gewijzigd. Binnen het
kader van de wettelijk voorgeschreven procedure zullen hun bezwaren tegen het
doortrekken der zuidtangent tot hun recht kunnen komen.
Gelet op het vorenstaande achten wij het bezwaar zoals dit is ingediend
ongegrond.
Voorts dienen enkele voorschriften, onder meer in verband met recente juris
prudentie, te worden aangepast en/of aangevuld.
Tenslotte merken wij het volgende op.
Bij de nadere detaillering van de zuidelijke oprit van de brug over het Van Harinxma
kanaal is één dezer dagen gebleken, dat voor talud en bermsloot aan de oostzijde
hiervan plm. 8 meter meer grond nodig is. Dit betekent, dat de grens van de
bestemmingen groen, agrarische doeleinden en water plm. 8 meter in oostelijke
richting moet worden verschoven.
De plankaart dient derhalve op dit punt gewijzigd te worden vastgesteld.
Onder de mededeling, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening zich met
dit voorstel kan verenigen stellen wij U voor:
a. de ingekomen bezwaarschriften deels ongegrond deels gegrond te verklaren;
b. het bestemmingsplan "Gedeeltelijke wijziging Goutum en Buitengebied" vast
te stellen in afwijking van het ontwerp dat ter visie heeft gelegen, één en
ander overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp-besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
3.S. Brandsma, Burgemeester.
W.3.G. Reumer, Secretaris.
-2-
-3-