2. de westelijke parallelweg ter hoogte van het terrein van de N.V. Water
leiding Friesland aan de noordzijde is aangesloten op de onmiddellijk
ten noorden daarvan gelegen ontsluitingsweg, terwijl de aansluiting aan
de zuidzijde is vervallen;
3. de oostelijke grens van de bestemmingen groen, agrarische doeleinden
en water zijn ter plaatse van de zuidelijke oprit naar het Van Harinxma-
kanaal met plm. 8 meter in oostelijke richting verschoven.
Voorschriften.
1. Artikel 14 "Agrarische doeleinden" is gewijzigd in artikel 4 "Agrarische
doeleinden";
2. de omschrijving "lijn Louwsmeer-Herbayum" in lid 4 van de artikelen 4
en 10 is gewijzigd in "de 110 kV-lijnen Louwsmeer-Herbayum en Louwsmeer-
Rauwerd";
3a. De omschrijving van de bestemming genoemd in artikel 6 is gewijzigd van
"vrijstaande" in "vrijstaande en/of half vrijstaande" ééngezinshuizen;
b. in lid ld van dit artikel is "vrijstaand" gewijzigd in "vrijstaand ert/of
half vrijstaand";
Co het 2e lid van artikel 6 is vernummerd in lid 4;
d. in artikel 6 is een tweede lid tussengevoegd, luidende alsvolgt:
2. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepe ilde
in het eerste lid, sub b en toestaan, dat het hoofdgebouw tot op de
perceelsgrens wordt gebouwd;
e. in artikel 6 is een derde lid tussengevoegd, luidende alsvolgt:
3. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepa 1de
in lid 1, sub c en toestaan dat de gronden tot 40% worden bebouwd bi
percelen kleiner dan 500 m2;
4o in artikel 7, lid 1, is in de aanhef het begrip "dienstwoning" vervallen,
voorts is lid 1 sub d t/m g vervallen; lid h is gewijzigd in lid d;
5. in artikel 10, lid 1, is tussen de woorden "plantsoenen" en "bermen" he
woord "inritten" gevoegd;
6. in artikel 12, lid 4, is de zinsnede "artikelen 4, 6 en 7" vervangen door
"artikelen 4 en 6";
7. in artikel 18, lid b is "één jaar" vervangen door "twee jaren" en is
lid 5 vervallen.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van
Voorzitter.
Secretaris.
Vaststellen van het bestemmingsplan "le Wijziging industriegebieden De Zwette
an Schenkenschans".
Leeuwarden, 30 december 1981.
Bijlage nr. 6.
Aan de Gemeenteraad.
Het plan omvat de wijziging van de bestemming van enkele percelen grond
gelegen in de plangebieden "De Zwette" en "Schenkenschans".
De bestemmingswijziging is noodzakelijk met het oog op de aansluiting
- voorzover gelegen binnen de gemeente Leeuwarden - tussen de toekomstige
zuidtangent en de westelijke industriegebieden. Tevens houdt deze verband met
het feit, dat elders binnen de gemeente twee terreinen zijn ingericht voor
kermisexploitanten. Als gevolg daarvan kunnen de gronden gelegen tussen de
spoorlijn Leeuwarden-Sneek en de 3ames Wattstraat, welke voor dit doel waren
bestemd, een andere bestemming krijgen.
Overigens verwijzen wij U kortheidshalve naar de toelichting op het plan.
Het ontwerp-plan heeft met ingang van 19 juni 1981 gedurende een maand
voor een ieder ter inzage gelegen.
Bij besluit van 12 oktober 1981, nr. 13807 hebt U de beslissing omtrent de
vaststelling verdaagt tot uiterlijk 18 januari 1982.
De N.V. Nederlandse Spoorwegen te Utrecht heeft een bezwaarschrift tegen
het ontwerp-plan ingediend. Het bezwaarschrift voldoet aan de wettelijk gestelde
eisen met betrekking tot de ontvankelijkheid.
Deze N.V. heeft bezwaar tegen het feit dat een deel van haar terrein tot
"Verkeersdoeleinden" is bestemd. Als reden voert zij aan dat niet vaststaat
of en in welke mate dit terrein door haar kan worden gemist.
Het terrein heeft de hiervoor omschreven bestemming gekregen omdat het
gelegen is in het tracé van de ontsluitingsweg van de westelijke industrieterreinen
via de zuidtangent.
De keuze van het tracé is voor wat betreft het bestemmingsplangebied
bepaald door de navolgende overwegingen:
- het is noodzakelijk dat de ontsluitingsweg centraal ligt ten opzichte van de
beide industrieterreinen Schenkenschans en De Zwette;
- het is noodzakelijk dat de nieuwe brug onmiddellijk naast de bestaande spoorbrug
komt te liggen; naarmate de onderlinge afstand groter is, wordt de doorvaart-
lengte en daarmee de wachttijd voor het wegverkeer vergroot; een grotere
onderlinge afstand bemoeilijkt de inrichting voor éénmansbediening der bruggen;
- er dient rekening te worden gehouden met de aanwezige bebouwing;
- elke andere oplossing levert verkeerstechnische problemen op of tast
op onverantwoorde wijze de industrieterreinen aan.
Overigens zijn wij van oordeel dat de N.V. Nederlandse Spoorwegen ter plaatse
op haar terrein voldoende ruimte overhoudt om een eventuele baanverdubbeling te
realiseren.
Gelet op het vorenstaande achten wij het bezwaar van reclamant ongegrond.
Voorts dienen de voorschriften op enkele punten te worden aangepast.
Onder de mededeling, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening zich
met dit voorstel kan verenigen stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig
het bijgevoegde ontwerp-besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
3.S. Brandsma Burgemeester.
W.CJ.G. Reumer
Secretaris.
-2-